Nieuws

Model voorspelt dreiging van Westnijlvirus in gematigd klimaat

article_published_on_label
19 juni 2024

Het Westnijlvirus (WNV) is de afgelopen jaren waargenomen in Europese landen met een gematigder klimaat. Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research pasten een wiskundige modelbenadering toe om te beoordelen onder welke omstandigheden WNV circuleert. De inzichten die voortkomen uit het model dragen volgens de onderzoekers bij aan de preventie en aanpak van WNV in Europa.

Het Westnijlvirus (WNV) is een door muggen overgedragen flavivirus dat een toenemend aantal gevallen van Westnijlkoorts bij mensen en paarden in Europa veroorzaakt. Het virus is al sinds de jaren zestig aanwezig is in het Middellandse Zeegebied en de Balkan. De afgelopen jaren verplaatst het virus zich noordwaarts, met de eerste gevallen bij mensen in Duitsland in 2018 en Nederland in 2020. WNV-transmissie door en -vermeerdering in muggen zijn temperatuurafhankelijk. Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, onderdeel van Wageningen University & Research) pasten een wiskundige modelbenadering toe om de omstandigheden te bepalen waaronder WNV circulatie optreedt. Het onderzoek werd gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Model

“We hebben vijf verschillende Europese regio's gemodelleerd waar eerder WNV-circulatie is waargenomen: Nederland, Duitsland, Spanje, Italië en Griekenland”, vertelt WBVR-onderzoeker Eduardo de Freitas Costa. In het model hielden de onderzoekers rekening met het aandeel muggenbeten op vogels die het virus kunnen overbrengen (of verdunning), het aantal gastheren en vectoren, de lengte van het muggenseizoen en temperatuurgegevens in specifieke Europese regio's waar WNV eerder is waargenomen.

Circulatie

De onderzoekers stelden vast dat het aantal dagen waarop het basisreproductiegetal (R0) hoger is dan 1, de afgelopen 40 jaar in alle vijf de regio's is toegenomen. In Nederland is het aantal dagen dat de R0 boven de 1 ligt 70 procent lager dan in Spanje. De temperaturen in Griekenland, Spanje en Italië maakten circulatie mogelijk bij lage vector-gastheerratio's en bij een hoge verdunning. In Nederland en Duitsland zijn gezien de waargenomen dagtemperatuur lagere verdunning en hogere vector-gastheerratio’s nodig om circulatie te bewerkstelligen.

Introductievenster

Voor Nederland zou een kort introductievenster tussen eind mei en half juni leiden tot detecteerbare uitbraken, zo blijkt uit het model. “Onze bevindingen tonen aan dat het gematigde zeeklimaat van Nederland WNV vooral laat circuleren tijdens warmere zomers, en alleen onder hoge vector-gastheerratio's.”

Preventie

Het modelleren geeft volgens de onderzoekers waardevolle inzichten in de dynamische relatie tussen temperatuur, vectoreigenschappen en WNV-transmissie en biedt handvatten voor een proactieve aanpak van Westnijlkoorts, een opkomende gezondheidsbedreiging in Europa. “Inzicht in het verband tussen temperatuur, eigenschappen van muggen en transmissie van WNV is cruciaal voor het implementeren van monitoring en preventieve maatregelen”, concludeert WBVR-onderzoeker Michel Counotte.