Nieuws

Kruisbesmetting waarschijnlijk oorzaak van vals-positieve Salmonella testresultaten

article_published_on_label
17 november 2021

Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) heeft het optreden van vals-positieve Salmonella testuitslagen bij pluimvee-vermeerderingskoppels onderzocht. Hieruit blijkt dat kruisbesmetting tijdens het bemonsteringsproces door de pluimveehouder de meest waarschijnlijke oorzaak is. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Monitoring van salmonella

Het Salmonella monitoringprogramma (EU Verordening), is erop gericht om besmettingen in pluimvee zo laag mogelijk te houden. Het doel is om te voorkomen dat consumenten besmet raken met Salmonella bacteriën bij de consumptie van eieren en vlees afkomstig van pluimvee. Vermeerderingskoppels worden daarom om de circa 2-3 weken routinematig door de pluimveehouder zelf bemonsterd, om mogelijke besmettingen zo snel mogelijk op te sporen.

Analyse van gegevens uit 2015-2019 geeft aan dat 48% van de routine bemonsteringen (uitgevoerd door de pluimveehouder) die positief werden getest op Salmonella, na herbemonstering en hertest door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) als negatief konden worden bestempeld. Omdat positief-geteste koppels voortijdig moeten worden geslacht, is er alle reden om de mogelijke oorzaken van het optreden van de vals-positieve testresultaten te onderzoeken.

Kruisbesmetting als oorzaak

WBVR zette alle mogelijke factoren op een rijtje die zouden kunnen verklaren waarom positieve Salmonella testresultaten bij eerste bemonstering door de pluimveehouder in de routine monitoring vaak niet kunnen worden bevestigd na herbemonstering en hertesten (verificatieonderzoek) door de NVWA. Projectleider Armin Elbers, werkzaam als epidemioloog bij WBVR: “De kruisbesmetting kan bijvoorbeeld ontstaan doordat de pluimveehouder bij bemonstering overschoentjes gebruikt die door gebrekkige hygiëne al besmet raken met Salmonella bacteriën voordat ze in de stal worden gebruikt. Ook kruisbesmetting van monsters tijdens transport van de voor bemonstering gebruikte overschoenen van het pluimveebedrijf naar het laboratorium en/of kruisbesmetting op het laboratorium worden als mogelijke bronnen beschouwd.”

Secuur uitvoeren routinebemonstering

Als reactie op deze evaluatie heeft het pluimveebedrijfsleven een sterk verbeterd bemonsteringsprotocol ontworpen. Dit protocol is te vinden op de website van Avined. Toepassing van dit verbeterde protocol zou tot een merkbare vermindering van het aantal positieve testen moeten kunnen leiden.

Daarnaast ziet WBVR voldoende aanleiding om in de EU te pleiten voor het opnieuw mogelijk maken van standaard herbemonstering en hertesten van initiële positieve resultaten door de bevoegde veterinaire autoriteiten. Dit omdat er, zelfs als de bemonstering op het pluimveebedrijf sterk zou verbeteren, door kleine foutjes in het hele proces tot en met het testen van de monsters op het laboratorium nog steeds vals-positieve uitslagen kunnen blijven optreden. De huidige bestrijdingsvoorschriften van de EU geven helaas nu geen ruimte voor zo’n herbemonstering en hertest.

Publicatie

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Microorganisms (Engels):