Nieuws

Europees referentielaboratorium bevestigt blauwtongvirus serotype 3

article_published_on_label
15 september 2023

Het blauwtongvirus dat op Nederlandse schapenbedrijven is aangetroffen, werd door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, onderdeel van Wageningen University & Research) getypeerd als hoogstwaarschijnlijk serotype 3. Het Europese referentielaboratorium in Madrid heeft deze typering gisteren bevestigd.

De serotypering is gedaan met Whole Genome Secquencing. “Dankzij deze nieuwe techniek weten we veel eerder dan bij voorgaande blauwtongbesmettingen met welk serotype we te maken hebben”, vertelt Piet van Rijn, senior onderzoeker bij WBVR gespecialiseerd in blauwtong.

Serotype 3 is gerapporteerd in Zuid-Italië, Sicilië en Sardinië. Het lijkt qua pathogeniciteit (ziekmakend vermogen) en verspreidingsniveau vergelijkbaar met wat in 2006/2007 werd gezien bij serotype 8. “Ik vrees dat we de komende tijd nog veel besmettingen tegemoet kunnen zien”, aldus Van Rijn tijdens het blauwtong-webinar dat op 8 september werd gehouden. Het webinar was een gezamenlijk initiatief van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), WBVR en vakblad Het Schaap.

Herkomst serotype

Serotype 3 is het laatst bekende serotype dat Europa is binnengekomen, vermoedelijk vanuit Tunesië naar Italië. Het blauwtongvirus kent meer dan dertig verschillende serotypen die niet of nauwelijks kruisbescherming opwekken. Binnen de vele serotypes, vormt serotype 3 een verwantschapscluster met de serotypen 13 en 16. Volgens Van Rijn is de herkomst van een specifiek serotype van het blauwtongvirus lastig te achterhalen. “In 2006 werden we in Noordwest-Europa geconfronteerd met serotype 8, een type dat tot dan toe niet voorkwam in Europa. Tot op de dag van vandaag is niet duidelijk geworden waar het serotype vandaan kwam.”

Overdracht

Duidelijk is wel dat blauwtong wordt overgedragen door knutten, een klein vliegje van enkele millimeters groot. In vergelijking met de steekmuggen die mensen kennen een veel kleiner insect dat niet direct met het blote oog wordt waargenomen. “Maar ze zijn zeer talrijk”, aldus Van Rijn. In de knutten kan het virus zich vermeerderen, waarna het via de speekselklieren wordt afgegeven aan de vatbare gastheer (herkauwers) op het moment dat de knut bloed opneemt. Eenmaal in de herkauwer kan het virus zich vermeerderen hetgeen uiteindelijk leidt tot het ziektebeeld dat bekend is van blauwtong (o.a. laesies op de tong, puntbloedingen, neusuitvloeiing, oedeem enzovoort).

Alle herkauwers zijn vatbaar voor het blauwtongvirus. Dierenartsen constateren dat de klinische verschijnselen bij schapen op dit moment heftiger zijn dan bij runderen en geiten.

Behandeling

Bij de vorige uitbraak van blauwtong serotype 8 is een vaccin ontwikkeld dat effectief bleek in de strijd tegen de ziekte. Voor serotype 3 is voor zover bekend nog geen vaccin ontwikkeld, aldus Van Rijn. “Zeker niet een vaccin met dood virus zoals we die gebruiken in Noordwest-Europa.” Van Rijn roept het bedrijfsleven op de ontwikkeling van een vaccin snel ter hand te nemen. “De kans dat dit virus uitdooft door een strenge winter is klein. Hoe eerder we de beschikking hebben over een werkend vaccin, hoe sneller we de ziekte een halt kunnen toeroepen”, aldus Van Rijn.