Klassieke varkenspest (KVP)
Klassieke varkenspest (KVP) is een virusziekte bij varkens en wilde zwijnen. De ziekte is zeer besmettelijk en vaak dodelijk voor varkens. Het virus is ongevaarlijk voor mensen. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) verricht onderzoek naar klassieke varkenspest.
Er zijn hoog-, matig- en laag-virulente virusstammen van klassieke varkenspest. De eerstgenoemde maken varkens ernstig ziek en leiden tot hoge sterfte en de laatst genoemde geven weinig verschijnselen en nauwelijks sterfte, of alleen bij jonge biggen. In de varkenshouderij komen overwegend matig-virulente stammen voor.
Tot begin jaren ’70 waren er veel uitbraken in Nederland. Daarna is er systematisch gevaccineerd. Sinds 1997/1998 is Nederland vrij van KVP.
Klassieke varkenspest is een meldingsplichtige ziekte in Nederland. Dit betekent dat verdenkingen van een infectie gemeld moeten worden bij de NVWA.
Klassieke varkenspest infectie
Het klassieke varkenspest (KVP) virus behoort, samen met het bovine virus diarree (BVD) virus en border disease (BD) virus, tot het genus van de pestivirussen, in de familie van de Flaviviridae.
Herkauwers (o.a. runderen en schapen) zijn de natuurlijke gastheren van het bovine virus diarree (BVD) virus en border disease (BD) virus. Varkens kunnen ook geïnfecteerd raken met het BVD en BD virus, maar meestal geeft dit slechts geringe of helemaal geen ziekteverschijnselen. BVD en BD bij varkens wordt dan ook niet actief bestreden.
Ziektebeeld klassieke varkenspest
De incubatietijd varieert van 2-14 dagen, afhankelijk van de virulentie van het virus.
Hoog-virulente stammen geven ernstigste ziekteverschijnselen met de hoogste sterfte, terwijl laag-virulente stammen geen of weinig opvallende verschijnselen geven met nauwelijks sterfte, of alleen sterfte bij de jongste biggen. In het veld komen overwegend matig-virulente stammen voor. Vooral in eerste instantie zijn de verschijnselen daarvan weinig specifiek en zal niet als eerste aan KVP gedacht worden. Uiteindelijk kan, zeker bij de jongere dieren, de sterfte echter fors oplopen en worden de verschijnselen duidelijker. Een eerste voorlopige diagnose kan gesteld worden op basis van klinische verschijnselen.
Symptomen zijn niet te onderscheiden van Afrikaanse varkenspest.
Acute vorm van KVP
Dit is de meest voorkomende vorm. Afhankelijk van de virulentie van het virus zullen de verschillende symptomen meer of minder duidelijk zijn en kunnen bepaalde combinaties van de hieronder genoemde verschijnselen optreden. Ook de leeftijd van het varken speelt een grote rol. Bij jonge dieren zijn de verschijnselen duidelijker. Varkens kunnen in de acute fase of vrij kort daarna sterven. Een deel van de varkens kan de acute vorm overleven, waarna volledig herstel kan optreden. Dit zal vooral gebeuren bij matig- of laag-virulente virussen en/of bij oudere dieren. Soms kan de ziekte dan echter overgaan in de chronische vorm. Mogelijke verschijnselen in de acute vorm:
- koorts
- niet eten
- sloomheid en blijven liggen
- rode huid en/of huidbloedingen
- blauwverkleuring van de lichaamsuiteinden (oren, poten, neus, staart)
- conjunctivitis (ontsteking van de oogslijmvliezen)
- obstipatie gevolgd door diarree
- trillingen op de huid
- wankel in de achterhand, verlammingen van de achterhand
- krampen
- op een hoopje gaan liggen (vooral bij biggen)
- sterfte
Chronische vorm van KVP
Deze vorm ontstaat vanuit de acute vorm, hoewel bij individuele dieren de acute vorm zo onopvallend kan zijn, dat het lijkt alsof ze direct de chronische vorm krijgen. Dieren die de chronische vorm van KVP ontwikkelen, kunnen soms nog maanden in leven blijven, maar zullen continu klinische verschijnselen te zien geven en uiteindelijk sterven. In die hele periode blijven deze dieren ook virus uitscheiden en zijn daardoor een bron van besmetting voor andere dieren. Mogelijke verschijnselen in de chronische vorm:
- sloomheid
- wisselende eetlust
- vermagering en slijten
- wisselende koorts
- langdurige diarree
Congenitale vorm van KVP
Dragende zeugen kunnen het virus via de baarmoeder doorgeven aan de biggen. Afhankelijk van het stadium van de dracht kan resorptie van de vruchten, mummificatie van vruchten, abortus (zeldzaam) of vroeggeboorte optreden. Biggen die ongeveer tussen dag 40 en 80 van de dracht zijn geïnfecteerd, kunnen bovendien levenslang virusdrager en -uitscheider zijn. Mogelijke verschijnselen bij deze biggen:
- trilbiggen
- zwakke biggen
- dode biggen
- slijters
- sterfte binnen enkele dagen tot maanden
Verspreiding klassieke varkenspest
Varkens, inclusief wilde zwijnen, vormen het natuurlijke reservoir van het klassieke varkenspestvirus. In de omgeving kan het virus niet lang overleven. Het virus kan wel lang overleven in varkensvlees (ingevroren of gedroogd) en als varkens dan gevoerd worden met keukenafval is dit een serieuze mogelijkheid voor verspreiding van de ziekte.
Een eerste introductie van het virus in een vrije regio is meestal het gevolg van import van besmette dieren, swill-voedering (keukenafval) of onvoldoende gereinigde vrachtwagens die terugkeren uit besmette gebieden. Via diertransporten, vrachtwagens, menscontacten, e.d. kan de infectie zich vervolgens uitbreiden.
Komt KVP nog in Nederland voor?
Nee, niet meer. Tot begin jaren zeventig waren in Nederland duizend of meer uitbraken per jaar geen uitzondering. Toen kende Nederland nog een relatief kleinschalige, extensieve, veehouderij met veel gemengde bedrijven. Mede door vaccinatie werd de gevolgschade binnen de perken gehouden. Vanaf begin jaren 70 werd er in Nederland systematisch gevaccineerd. De uitbraak van 1997/1998 was de laatste uitbraak in Nederland. Sindsdien is Nederland helemaal gevrijwaard gebleven van KVP.
Waar komt klassieke varkenspest in de wereld voor?
Ook binnen de Europese Unie is klassieke varkenpest al jaren uitgeroeid. De laatste uitbraken bij wilde zwijnen waren in 2015 in Letland. In Rusland komt klassieke varkenspest nog wel voor. De ziekte komt verder voor in grote delen van Azië en Midden- en Zuid-Amerika. Over Afrika is weinig bekend. Alleen in Zuid-Afrika is de ziekte wel eens vastgesteld. Noord-Amerika en Australië zijn vrij van klassieke varkenspest.
Speelt de intensieve veehouderij een rol in de verspreiding?
Klassieke varkenspest is zeker niet iets van de laatste tijd, en ook niet een gevolg van de intensieve veehouderij, zoals vaak gedacht wordt. De intensieve veehouderij en vooral ook de exportpositie van Nederland dragen er wel aan bij dat de schade per uitbraak groter is dan in het verleden.
Stappen bij een mogelijke KVP verdenking
Als de varkenshouder merkt dat er iets aan de hand is met de varkens dan schakelt deze de dierenarts in. In overleg kunnen zij kiezen uit een aantal mogelijke vervolgstappen.
1. Verrichten van sectie op gestorven varkens
Als er sprake is van sterfte, en klassieke varkenspest is nog niet een serieuze mogelijkheid, kan er besloten worden om sectie te laten verrichten door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), of een daarvoor erkende en aangewezen dierenartspraktijk. Op basis van het beeld op de sectietafel kan er eventueel toch een verdenking op klassieke varkenspest ontstaan. Op dat moment zal de uitvoerende patholoog dat bij de NVWA melden als een officiële verdenking.
2. (Early warning) diagnostiek
Alle tonsillen van varkens waarop GD en een aantal aangesloten dierenartsenpraktijken sectie plegen, worden door WBVR onderzocht opKVP en AVP (Afrikaanse varkenspest) middels PCR-diagnostiek. Dit is voor de detectie van een nog onopgemerkte besmetting.
Daarnaast hebben dierenartsen zelf ook de mogelijkheid om laagdrempelig en zonder kosten early warning diagnostiek (uitsluitingsdiagnostiek) voor KVP en AVP te laten uitvoeren bij WBVR. Dit gebeurt met PCR-testen, die bedoeld zijn om het betreffende virus aan te tonen.
Wanneer zet u early warning diagnostiek in?
Klassieke en Afrikaanse varkenspest kunnen zich langdurig en sluimerend manifesteren met vage klinische klachten (koorts, verlies van eetlust/energie, braken, diarree) en verhoogde uitval. Als er op een varkensbedrijf sprake is van (ernstige) ziekte en/of onverwachte/onverklaarbare (verhoogde) uitval, kan de begeleidend dierenarts ervoor kiezen om, naast de reguliere diagnostiek of behandeling, ook monsters te laten onderzoeken op KVP en AVP. Voor deze early warning diagnostiek kan ons opdrachtformulier worden ingevuld en EDTA-bloedmonsters rechtstreeks naar WBVR worden gestuurd. Deze beslissing neemt de dierenarts zelf en hoeft niet overlegd te worden met de NVWA. Het nemen van de monsters heeft geen consequenties voor het bedrijf. Het bedrijf gaat niet op slot én er worden geen laboratoriumkosten in rekening gebracht. De uitslag volgt na 1-3 werkdagen.
3. Wanneer doet u een melding van een verdenking?
Vertrouwt u de situatie niet vanwege de ernst van de klachten en/of durft u niet 1-3 dagen te wachten op de resultaten van de early warning diagnostiek? Is KVP of AVP een reële mogelijkheid? Dan is er sprake van een verdenking en moet direct contact opgenomen worden met de NVWA (Landelijk Meldpunt Dierziekten; 045 - 546 31 88), bekijk ook de NVWA factsheet diagnostiek AVP en KVP. Bij twijfel kan altijd overlegd worden met de NVWA of met een Veekijker-dierenarts (088 - 202 55 55).
Officiële verdenking
Veehouders, dierenartsen en laboratoria moeten een melding doen bij de NVWA zodra er een vermoeden is van de aanwezigheid van ZvA. Dezelfde dag volgt dan een bedrijfsbezoek door het specialistenteam. Dit team bestaat uit de bedrijfseigen dierenarts, een NVWA dierenarts en een varkensdierenarts van Royal GD. Zij nemen monsters die met spoed (ook in het weekend en ‘s avonds) onderzocht worden op ons referentielaboratorium in Lelystad. Het betreffende varkensbedrijf wordt geblokkeerd tot de uitslag bekend én negatief bevonden is. De uitslag volgt binnen 24 uur.
Diagnostiek klassieke varkenspest
Voor een definitieve diagnose zijn altijd laboratoriumtesten noodzakelijk. Binnen Wageningen Bioveterinary Research worden daarvoor de onderstaande testen gebruikt.
1. PCR op organen of bloed
Met de PCR wordt gezocht naar genetisch materiaal van het KVP virus. Dit is een heel gevoelige test waarmee heel weinig virusdeeltjes al kunnen worden aangetoond. Het is ook een snelle test die in enkele uren uitsluitsel kan geven of een varken geïnfecteerd is met het KVP virus of niet.
2. Virusisolatie (VI) uit organen of bloed
Ook met deze test wordt direct het KVP virus aangetoond. Het aanwezige virus in bloed of organen moet zich echter eerst nog vermeerderen op celculturen (en dus infectieus zijn) voordat het aangetoond kan worden met een kleurmethode. Het duurt dan ook minimaal vijf dagen voordat er een uitslag is van een virusisolatie. Deze test wordt gebruikt voor de bevestiging van een eerste positieve PCR en verder alleen om virus in handen te krijgen voor nadere typering en onderzoek.
3. ELISA en virus-neutralisatie-test (VNT) op bloed
Deze testen tonen niet het virus aan, maar de antistoffen die door het varken worden geproduceerd. Deze antistoffen zijn gemiddeld vanaf drie weken na infectie aantoonbaar. De ELISA is een snelle test waarin veel monsters tegelijk onderzocht kunnen worden. Een negatieve uitslag is binnen een of twee dagen bekend. Echter, een positieve uitslag in de ELISA moet gevolgd worden door een tweede ELISA test, ter bevestiging. Als de uitslag hiervan ook positief is (antistoffen aangetoond) dan moet dit nog bevestigd worden door de virus-neutralisatie-test (VNT). Zo nodig kan hiermee ook onderscheid gemaakt worden tussen KVP, BVD (Bovine virus diarree) en BD (Border Disease). Nadeel van de VNT is de bewerkelijkheid en de lange tijdsduur van de test (tenminste vier dagen).
Vaccin klassieke varkenspest
Vanaf begin jaren 70 is er in Nederland systematisch gevaccineerd, met als einddoel het uitroeien van het virus. In 1986 werd binnen de EU een non-vaccinatiebeleid afgesproken. Doel hiervan was de schade door vaccinatiekosten, de ziekte zelf en exportbeperkingen te verminderen.
Noodvaccinaties
Er kunnen noodvaccinaties uitgevoerd worden met markervaccins. Deze vaccins maken het mogelijk om onderscheid te maken tussen gevaccineerde en geïnfecteerde dieren. Nederland heeft plannen om bij een volgende uitbraak deze markervaccins in te zetten als hulpmiddel om de uitbraak te bestrijden.
Voorkomen en bestrijden van klassieke
varkenspest
varkenspest
In de preventie en bestrijding bestaan vier cruciale stappen.
1. Voorkomen van insleep in Nederland
Dit kan door voorzichtig te zijn met mogelijk besmette dieren en producten uit het buitenland. De belangrijkste maatregelen zijn:
- Verbod op swill-voedering
- Reiniging en ontsmetting van veetransportwagens die uit het buitenland terugkeren
- Alleen importeren van levende dieren en vlees vanuit gebieden waar KVP niet voorkomt, ook wanneer het producten voor eigen consumptie en jacht betreft
2. Beperk verder verspreiding in Nederland
Insleep van het virus zal in eerste instantie altijd onopgemerkt gebeuren. In de praktijk blijkt het vaak drie tot negen weken te duren voordat wordt vastgesteld dat het virus het land is binnengekomen. In die fase kan het virus zich ongehinderd verder verspreiden naar andere bedrijven. Om dit zoveel mogelijk te beperken zijn onder alle omstandigheden maatregelen nodig:
- Beperken van het aantal contacten tussen varkensbedrijven. Dit geldt niet alleen voor diercontacten, maar ook voor persoonscontacten en contacten via bijvoorbeeld mest, vrachtwagens en andere materialen.
- Veiliger maken van noodzakelijke contacten door (verplichte) bioveiligheids-maatregelen.
Het virus kan worden geïnactiveerd door hittebehandeling (>60°C), pH’s <3,0 of >11,0 en is goed gevoelig voor de meeste desinfectantia.
3. Spoor een mogelijke besmetting snel op
Om een besmettelijke ziekte als varkenspest in de kiem te smoren, is een snelle opsporing van een eerste nieuwe uitbraak essentieel. Een grote verantwoordelijkheid ligt bij de varkenshouder. Hij zal als eerste verdachte ziekteverschijnselen kunnen waarnemen. Het is essentieel dat dan snel de juiste vervolgstappen ondernomen. Daarvoor bestaan er in Nederland de volgende mogelijkheden:
- Melding van een verdenking aan de NVWA, door een varkenshouder of dierenarts, op basis van ziekteverschijnselen op het bedrijf
- Pathologische bevindingen bij sectie bij onder andere de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en enkele aangewezen dierenartsenpraktijken
- PCR bij WBVR op tonsillen van alle varkens die worden aangeboden voor sectie
- PCR op bloedmonsters die in het kader van groepsmedicatie of aspecifieke verschijnselen worden ingestuurd naar WBVR
4. Bestrijd een uitbraak snel en efficiënt
Daarnaast zijn varkensbedrijven in Nederland die aan meerdere andere bedrijven leveren onderhevig aan een geregeld bloedonderzoek bij de varkens op antistoffen tegen KVP (screening).
Een behandeling van de ziekte is niet mogelijk. Indien zich een uitbraak voordoet, zal de ziekte in eerste instantie bestreden worden met zoösanitaire maatregelen:
- Ruimen van besmette bedrijven, gevolgd door reiniging en ontsmetting
- Tracering van mogelijke contactbedrijven, gevolgd door quarantaine of preventieve ruiming
- Preventieve ruiming van bedrijven in de onmiddellijke nabijheid van besmette bedrijven
- Aanscherping van bioveiligheidsmaatregelen
- Vervoersverboden van varkens en varkensproducten
- Aanscherpen van surveillance in de regio waar de uitbraak plaatsvindt