Contact en FAQ's
Heeft u een vraag over diagnostiek van dierziekten door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR)? Wij helpen u graag verder.
Openingstijden en adres
In het weekend en op nationale feestdagen zijn we gesloten. Er wordt dan niet getest, gerapporteerd en is geen afgifte mogelijk. Ook in deze periode gelden de standaard doorlooptijden in werkdagen.
- Adres: Houtribweg 39 in Lelystad
- Maandag t/m vrijdag monsters afgeven van 8.00 - 17.00 uur
Lees alles over materiaal inzenden
Contact via telefoon of e-mail
Voor vragen over een onderzoek, uitslagen of facturen kunt u zich wenden tot onze afdeling Dispatching Service Unit (DSU) via telefoon of onderstaand formulier.
- Telefoon: 0320-238302
- Maandag t/m vrijdag van 8.00 - 17.00 uur
Als het niet lukt om ons telefonisch te bereiken en uw vraag niet kan wachten tot de volgende werkdag, stuur dan een e-mail of vul het onderstaande formulier in. Omschrijf kort uw vraag, en vermeld uw naam, eventuele bedrijfsnaam en telefoonnummer. We nemen dan zo spoedig mogelijk contact op.
Veelgestelde vragen met antwoorden
Algemeen
Waar staan de letters DSU voor?
DSU staat voor Dispatching and Service Unit. Deze unit verzorgt de ontvangst en registratie van al het onderzoeksmateriaal voor Wageningen Bioveterinary Research.
Wat is mijn klantnummer?
Dit nummer kunt opvragen bij de afdeling DSU per e-mail of telefoon: 0320 238302. Het klantnummer komt ook op de uitslagrapporten te staan.
Hoe verander ik mijn gegevens?
Geef wijzigingen door aan de afdeling DSU per e-mail of telefoon: 0320 238302. Een medewerker zorgt dat de gegevens worden aangepast.
Wat zijn de kosten van het onderzoek?
De kosten van elk onderzoek staan in de tarievenlijst.
Hoe meld ik een verdenking van een dierziekte?
Wanneer u vermoedens heeft van een besmettelijke dierziekte, neem dan contact op met het landelijk telefoonnummer voor dierziekten: 045-5463188. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar.
Inzendformulieren
Hoe kom ik aan opdrachtformulieren?
Bekijk onze opdrachtformulieren. Als u het formulier niet kunt downloaden, neem dan contact op met de afdeling DSU per e-mail of telefoon: 0320 238302.
Welk formulier gebruik ik voor de verzending van monsters?
De opdrachtformulieren zijn onderverdeeld naar diersoorten. Als u monsters heeft waarvoor geen apart formulier is, gebruikt u het algemene formulier. Indien een gewenst onderzoek niet voorkomt op het formulier kan dit er door de inzender zelf bijgeplaatst worden.
Wat vul ik in bij: Uw kenmerk van inzending?
Vul hier uw eigen omschrijving in. De door u ingevoerde omschrijving komt ook op de uitslag en de factuur te staan. U kunt dan gemakkelijk uw inzending herkennen. Dit is met name handig als u vaker materiaal naar ons stuurt.
Verzending onderzoeksmateriaal
Wat voor onderzoeksmateriaal stuur ik op?
Zoek dit op in de tarievenlijst. Twijfelt u over wat u moet insturen? Neem dan contact op met de afdeling DSU per e-mail of telefoon: 0320 238302.
Hoe verpak ik het onderzoeksmateriaal (monsters)?
Diagnostische monsters verpakt u volgens verpakkingsinstructie P650, paginanummers 136 en 137 (voor infectieuze monsters is dit P620). Deze instructie kunt u krijgen via TNT, KNMvD en websites zoals www.bvfplatform.nl. Voor verpakkingsmateriaal kunt u terecht bij TNT of andere leveranciers van verpakkingsmateriaal, zoals Transposafe, Minigrip, etc.
Hoe stuur ik CEM-monsters in?
CEM-swabs levert u gekoeld binnen 36 uur na monstername af bij ons. Op vrijdag kunnen CEM-swabs tot uiterlijk 14.00 uur worden aangeleverd bij DSU. Swabs die op vrijdag later worden aangeleverd kunnen niet meer in onderzoek worden genomen. De verpakkingseisen zijn verder gelijk aan de verpakkingseisen van overige monsters.
Waar stuur ik de monsters naartoe?
U kunt monsters afleveren, opsturen of gebruik maken van onze snelle ophaalservice. Bekijk de pagina materiaal inzenden.
Onderzoeksuitslagen
Wat betekent doorlooptijd?
Doorlooptijd is de tijd in werkdagen die ligt tussen het moment van ontvangst van onderzoeksmateriaal bij Wageningen Bioveterinary Research tot het moment dat de uitslag wordt verzonden. Elk soort test kent een eigen doorlooptijd. Als u verschillende soorten onderzoeken tegelijkertijd aanvraagt, geldt de langste doorlooptijd voor de gehele inzending.
Wanneer is de uitslag van mijn inzending bekend?
Wij verzenden de uitslag binnen de voor de test geldende doorlooptijd. De doorlooptijden staan vermeld in de tarievenlijst. Via MijnBVR kunt u de status van uw onderzoek volgen. Hierin wordt ook aangegeven wat de verwachtte datum van rapportage is.
Hoe ontvang ik mijn uitslagen?
U kunt zelf aangeven hoe u de uitslag wilt ontvangen: per e-mail of per post. U geeft uw voorkeur door aan de afdeling DSU, via telefoon: 0320 23830 of e-mail. Houd er wel rekening mee dat de uitslag per post enkele dagen onderweg kan zijn. Als u in de toekomst de uitslag anders wilt ontvangen, dan neemt u daarvoor weer contact op met ons.
Zijn deeluitslagen mogelijk?
Het is bij sommige onderzoeken mogelijk om deeluitslagen te ontvangen. Neem contact op met DSU om na te vragen voor welke onderzoeken deeluitslagen mogelijk zijn.Via MijnBVR zijn ook de beschikbare deelrapporten in te zien en te downloaden.
Wie ontvangt uitslag?
Gaat de uitslag ook naar de eigenaar (UBN)? De uitslag gaat uitsluitend naar degene die het onderzoeksmateriaal inzendt; dit is meestal de dierenarts. Uitzonderingen hierop dienen in overleg met de afdeling DSU te worden vastgelegd.
Wat doe ik als de door mij ingevulde gegevens op het inzendformulier op het uitslagrapport niet juist zijn vermeld?
Neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling DSU per e-mail of telefoon: 0320 238302.
Hoe lang na ontvangst van het uitslagrapport kunnen er nog correcties van inzendgegevens plaatsvinden?
Binnen een maand na ontvangst van het rapport kunnen er nog correcties van de inzendgegevens worden aangebracht in de uitslagen als deze niet juist zijn weergegeven. Het is dus van het grootste belang dat u de gegevens op de uitslag na ontvangst direct controleert.
Ik ben de uitslag kwijt, kan ik een kopie krijgen?
U kunt hiervoor contact opnemen met de afdeling DSU. Via MijnBVR zijn de uitslagrapporten te downloaden.
Kan ik de uitslag ook in het Engels ontvangen?
Als u op het opdrachtformulier rechtsboven, het vakje "Uitslag" in het Engels i.p.v. Nederlands aankruist, ontvangt u de uitslag in het Engels.
Rabiësonderzoek: titerbepaling hond/kat
Wat moet ik doen als u met mijn dier naar het buitenland ga?
Dat is afhankelijk van de wetten van het land waarnaar u dieren uitvoert. Het beste kunt u contact opnemen met (de ambassade of consulaat van) het land waar de dieren uiteindelijk naar toe gaan om de voorwaarden voor import en export op te vragen (ambassade startpagina.nl).
Verandert de Brexit iets voor het meenemen van mijn huisdier?
De regels voor het meenemen van een hond of kat naar het Verenigd Koninkrijk en andersom zijn niet gewijzigd. Naast een rabiësvaccinatie is mogelijk ook een bloedtest nodig die aantoont dat er na vaccinatie antistoffen zijn gevormd.
Via het formulier titerbepaling vraagt u deze test bij ons aan.
Lees meer over de regels van de Britse overheid (Engels).
Hoe stuur ik materiaal voor rabiësserologie op vanuit het buitenland?
Voor rabiësserologie kunt u het beste alleen het serum (vloeistof van het bloed) naar ons opsturen. Het serum verpakt u als diagnostisch monster (verpakkingsinstructie P650, paginanummer 137) De meeste koeriers, zoals TNT, UPS, DHL, Fedex, zijn van de verpakkingseisen op de hoogte en kunnen u verder helpen.
Welk formulier gebruik ik voor rabiës-onderzoek?
Kijk op de pagina Diagnostiek: hond en kat voor het insturen van materiaal voor rabiësserologie.
Wat wordt bedoeld met de monsteridentiteit?
Dit zijn de identiteitgegevens van het dier. U vermeldt bij de monster-identiteit dus het chipnummer of de tattoocode van het dier. Eén van beide codes moet in het dierenpaspoort staan.
Hoeveel onderzoeksmateriaal stuur ik op?
Per dier is minimaal 1 ml serum of 3 ml serumbloed nodig.
Wat zijn de kosten van het rabiës-serologie?
U vindt de prijzen terug in de tarievenlijst.
Wanneer is mijn huisdier na vaccinatie voldoende beschermd?
Na vaccinatie moet de referentiewaarde groter zijn dan 0,5 IU/ml (≥ 0,5 IU/ml). IU staat voor International Units oftewel Internationale Eenheden.
Wat is de referentiewaarde?
Met de referentiewaarde wordt de mate van bescherming tegen rabiës uitgedrukt. Met de serologietest stelt WBVR deze waarde vast en drukt deze uit in de ‘titer’. Afhankelijk van het land van import moet de referentiewaarde groter zijn dan of gelijk zijn aan 0,5 IU/ml (≥ 0,5 IU/ml). IU staat voor International Units oftewel Internationale Eenheden. De referentiewaarde staat in het dierenpaspoort, op de pagina waar de dierenarts de uitslag van het onderzoek invult.
Mogelijke oorzaken voor een te lage rabiës titer
- Als de vaccinatie niet herhaald wordt, daalt de titer langzaam. Mocht de titer nu na jaren van voldoende hoog, te laag zijn geworden dan is het aan te raden uw huisdier opnieuw te vaccineren. De fabrikant geeft aan dat honden en katten eenmaal per 3 jaar gevaccineerd dienen te worden. Advies: herhalen vaccinatie.
- De vaccinatie is niet goed uitgevoerd. Het kan zijn dat het vaccin niet goed opgelost is geweest of dat bijvoorbeeld niet alle vloeistof goed onder de huid is gespoten. In dat geval kan uw dier te weinig weerstand opbouwen tegen rabiës en vinden we dus een te lage titer. Advies: herhalen vaccinatie.
- Het vaccin heeft minder goed gewerkt. Er worden altijd grote hoeveelheden vaccin geproduceerd. Het kan zijn dat er een batch tussen zit die minder goed is of dat het vaccin op een onjuiste manier bewaard is. In beide gevallen is het vaccin minder werkzaam en bouwt het dier onvoldoende weerstand op tegen rabiës. Advies: herhalen vaccinatie.
- Uw huisdier maakte op het moment van vaccinatie een infectie door. Als uw huisdier ziek is op het moment dat het gevaccineerd wordt dan kan het zijn dat er minder weerstand wordt opgebouwd tegen rabiës. Advies: herhalen vaccinatie.
- Uw huisdier was nog te jong toen het gevaccineerd werd. Uw huisdier dient minimaal 3 maanden oud te zijn voordat het gevaccineerd kan worden tegen rabiës. Bij jonge dieren worden antilichamen via de moedermelk opgenomen. Als er nog veel van deze antilichamen in het bloed van het jonge dier aanwezig zijn dan reageert hij/zij niet voldoende op de vaccinatie. Advies: herhalen vaccinatie.
- De test is te kort na de vaccinatie uitgevoerd. Als er te kort na de vaccinatie bloed bij uw huisdier wordt afgenomen voor de titerbepaling kan het zo zijn dat uw huisdier niet voldoende de tijd gehad om op de vaccinatie te reageren. Er moet minimaal 3 weken zitten tussen vaccinatie en de bloedafname voor de titerbepalingstest. Advies: herhalen van de test als deze binnen 3 weken na vaccinatie is uitgevoerd anders vaccinatie herhalen.
In bijna alle gevallen dat er een te lage titer gevonden wordt, is het aan te raden uw huisdier (opnieuw) te laten vaccineren. U kunt dan 3 weken na de vaccinatie opnieuw bloed laten testen op rabiës titer.
Is de door WBVR uitgevoerde test een geldige test?
Wageningen Bioveterinary Research voert de FAVN-test uit volgens een voorgeschreven OIE-richtlijn. Wij zijn hiertoe officieel erkend door de EU. De Raad van Accreditatie ISO17025 heeft de door Wageningen Bioveterinary Research uitgevoerde test geaccrediteerd.
Wat betekent de uitslag Monster Is Toxisch (MIT)?
U krijgt deze uitslag als in het ingezonden onderzoeksmateriaal toxische stoffen zitten, die schadelijk zijn voor de celkweek nodig om de test uit te voeren. Hierdoor gaan de cellen in kweek voortijdig dood en is de test niet af te lezen en volgt de uitslag MIT. Toxische reacties kunnen optreden als gevolg van vaccinaties die het dier eerder heeft ondergaan. In een dergelijke situatie laat een nieuw genomen monster vaak helaas opnieuw een toxische reactie zien. Een andere oorzaak van een toxische reactie kan een slechte kwaliteit van het monster zijn (hemolytisch, lipemisch, niet koel bewaard, te oud). In een dergelijk geval kan met een nieuw, kwalitatief goed monster veelal wel een goede test worden uitgevoerd. Soms helpt het door bloed van uw dier te laten tappen als het nuchter is.
Is één keer vaccineren voldoende?
In de meeste gevallen is één keer vaccineren niet voldoende. Bij een éénmalige vaccinatie is de bescherming tegen rabiës op z’n hoogst na 4 tot 6 weken en daalt daarna meestal weer. Na meerdere keren vaccineren (2x - >3x) blijft de beschermingsfactor ook gedurende langere tijd voldoende.
Kan ik elk vaccin tegen rabiës gebruiken?
Er zijn verschillende vaccins op de markt. Vraag uw dierenarts om advies hierover.
Rabiësonderzoek: vleermuizen inzenden
Een dode vleermuis kan je voor onderzoek inzenden. Het is heel belangrijk dat je de vleermuis niet aanraakt met je blote handen.
Bekijk de instructies: