Nieuws
Entomoloog Marcel Dicke met pensioen: “Insecten zijn écht fantastische dieren”
Een broodje sprinkhaan of krekel-saté. Volgens hoogleraar entomologie Marcel Dicke van Wageningen University & Research zullen gerechten met insecten in de toekomst vaker op ons menu staan als duurzaam alternatief voor vlees. “Als we meer insecten eten en ook hun uitwerpselen gebruiken als meststof, dragen we bij aan het behoud van biodiversiteit en voedselzekerheid”, zegt hij. Op 28 november gaat Dicke, na ruim 42 jaar, met pensioen.
Wist je dat we jaarlijks ongemerkt zo’n 500 gram insecten binnenkrijgen? Vermalen insectenresten zitten in bewerkte voedingsmiddelen zoals pindakaas en tomatensoep. Maar volgens Dicke heeft het bewust eten van insecten veel voordelen: “Ze zijn gezond en zitten boordevol eiwitten en mineralen. Insecten bieden dan ook een oplossing voor de groeiende wereldbevolking die duurzamere dierlijke eiwitten nodig heeft. De huidige productiemethoden zijn veelal niet duurzaam en ontoereikend. In de eerste plaats eten we in Europa en Noord-Amerika veel meer dierlijke eiwitten dan goed is voor onszelf en voor onze planeet. Zo wordt ongeveer 70% van alle landbouwgrond nu gebruikt voor vleesproductie, met name voor veevoer. Dat is inefficiënt en draagt flink bij aan klimaatverandering.”
De productie van insecten als bron van dierlijke eiwitten is daarentegen veel duurzamer. Insecten hebben slechts een fractie van de ruimte en grondstoffen nodig vergeleken met vee, zoals runderen en varkens. Vliegenlarven kunnen bijvoorbeeld groeien op reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie. Bovendien stoot insectenproductie veel minder broeikasgassen uit per kg product dan vlees. Ook hun afval is waardevol. “De uitwerpselen en vervellingshuidjes van insecten bevatten veel stikstof en verbeteren de bodemkwaliteit”, legt Dicke uit. “Ze stimuleren de microbiële samenstelling van de bodem, bevorderen plantengroei en bestuiving en maken planten weerbaarder tegen ziekten en plagen. Door insecten te kweken als eiwitbron kunnen we ons voedselsysteem verduurzamen via een circulaire aanpak.” Volgens Dicke biedt dit perspectief voor een wereld waarin duurzaamheid en voedselzekerheid hand in hand gaan.
Insecten zijn onmisbaar
Marcel Dicke groeide op aan de rand van Rotterdam, waar hij als kind de natuur introk op zoek naar planten en dieren. Zijn interesse in biologie werd op school gewekt en tijdens zijn studie aan de universiteit groeide zijn fascinatie voor insecten en hun rol in ecosystemen. “Insecten zijn echt overal”, zegt Dicke. “Ze vormen het grootste deel van de biodiversiteit op aarde. Ze bestuiven bloemen, ruimen biologische afvalstromen op en tachtig procent van de vogels eet insecten.” Enthousiast vervolgt hij: “Neem sluipwespen, insecten die veel ingezet worden voor duurzame gewasbescherming. De vrouwtjes leggen eitjes in of op plaaginsecten. De larven die uit die eitjes komen, eten plaaginsecten op. En weet je wat zo fascinerend is? Het vrouwtje kan zelf bepalen of ze een zoon of dochter krijgt.Een bevrucht eitje wordt een dochter, terwijl een onbevrucht eitje zich tot een zoon ontwikkelt.”
Van afkeer naar acceptatie
Niet iedereen deelt Dickes enthousiasme over insecten. Vooral het idee om ze te eten, stuit vaak op weerstand. “Nederlanders zijn niet gewend aan insecten op hun bord”, zegt hij. “Toch is dat eigenlijk vreemd, want nog niet zo lang geleden waren insecten ook hier een onderdeel van het dieet. In Frankrijk en Duitsland stond bijvoorbeeld tot halverwege de negentiende eeuw meikeversoep op het menu, die qua smaak doet denken aan kreeftensoep. Tegenwoordig vinden veel mensen het idee onprettig, maar gefrituurde libellenlarven met munt smaakt bijvoorbeeld echt heerlijk.”
Om insecten een serieuze rol te laten spelen in de voedselketen is meer nodig dan alleen een gedragsverandering van de consument. Het landbouwsysteem moet ook anders worden ingericht. Volgens Dicke is er nog veel onderzoek nodig op dit gebied. “Zo is het nog een jonge industrie. En de kostprijs van insecten voor diervoeder ligt nu op hetzelfde niveau als vismeel, maar is hoger dan die van soja. Innovaties en schaalvergroting kunnen de kostprijs verlagen.”
Een scenariostudie die Dicke uitvoerde met Chinese onderzoekers laat zien dat het vervangen van soja door insecten als eiwitbron de voedselproductie van een groot land als China klimaatneutraal kan maken. “Daarnaast spelen politieke factoren een belangrijke rol, zoals de toelating van insecten als voeding”, legt hij uit. “De Europese voedselveiligheidsorganisatie EFSA heeft inmiddels meelwormen en krekels goedgekeurd voor menselijke consumptie. Ik ben blij dat er op dat vlak meer ruimte komt, maar er is nog een lange weg te gaan.”
Om de samenleving enthousiast te maken over het eten van insecten, is er meer onderzoek nodig naar allerlei aspecten, stelt Dicke. Bij Wageningen University & Research werken onderzoekers uit verschillende vakgebieden daarom samen. Er zijn veel factoren om rekening mee te houden: duurzaamheid, gezondheid, dierenwelzijn (van zowel landbouwhuisdieren als insecten), economische haalbaarheid en natuurlijk smaak. “Al die aspecten moeten samenkomen om een goed beeld te krijgen van hoe we insecten kunnen gebruiken in een duurzame voedselketen.” De ontwikkelingen gaan snel, merkt Dicke. “Je ziet misschien nog geen hele insecten in de supermarkt liggen, maar ze kunnen ook verwerkt worden in voedingsproducten. Dat is misschien wel de beste manier om mensen ermee vertrouwd te maken.”
Planten roepen om hulp
Na zijn studie aan de Universiteit Leiden verhuisde Marcel Dicke naar Wageningen om onderzoek te doen naar de chemische ecologie: de rol van geurstoffen in interacties tussen mijten en planten. Tijdens zijn promotieonderzoek deed hij een baanbrekende ontdekking: planten ‘roepen om hulp' als ze worden aangevreten door plantenetende spintmijten. Bonenplanten scheiden dan een complex geurmengsel af dat roofmijten aantrekt – de natuurlijke vijanden van spintmijten. Dicke was de eerste onderzoeker die deze bevinding publiceerde, maar de reacties uit de wetenschappelijke wereld waren aanvankelijk sceptisch. “Men dacht dat planten dat helemaal niet konden”, herinnert hij zich. Dicke liet zich hierdoor niet uit het veld slaan. “Ik bleef vragen van collega-wetenschappers beantwoorden en nieuwe experimenten uitvoeren. De resultaten waren duidelijk: planten kunnen wél om hulp roepen. Dat proces, waarbij ik steeds opnieuw vragen kreeg en die beantwoordde met onderzoek heeft mij gescherpt als wetenschapper. Als mensen ergens niet in geloven, zet ik juist een tandje bij om te laten zien wat mogelijk is.”
Marcel Dicke kijkt met dankbaarheid terug op zijn carrière, waarin hij met veel mensen op een vruchtbare manier heeft samengewerkt. “Juist samenwerking vormt de basis van goede wetenschap”, benadrukt hij. Maar liefst 22 jaar lang gaf hij leiding aan het Laboratorium voor Entomologie in Wageningen. Een hoogtepunt was het ontvangen van de prestigieuze Spinozapremie in 2007 voor zijn onderzoek naar de interactie tussen planten en insecten. “Sindsdien wordt er toch wel anders naar me gekeken. Die erkenning is eervol, maar voor mij is het belangrijker om mijn kennis over te dragen aan een jongere generatie onderzoekers.”
Kennis delen en verwondering overbrengen
Ook na zijn pensionering blijft Dicke daarom colleges geven. “Ik wil mijn enthousiasme en verwondering delen. Als ik studenten een foto laat zien van de zwarte soldaatvlieg, dan wijs ik hen op de prachtige kleurpatronen in de ogen. Ik hoop hen zo te interesseren voor dit mooie en belangrijke vak.” Dicke sluit af met een belangrijke boodschap voor de volgende generatie onderzoekers. “Volg je passie. Dat is belangrijk, zeker in deze gepolariseerde tijd, waarin de wetenschap onder druk staat door bijvoorbeeld de dreiging van bezuinigingen. Blijf geloven in de toekomst en blijf je inzetten. Laat je niet ontmoedigen door mensen die zeggen dat iets onmogelijk is. Nelson Mandela zei het prachtig: Alles lijkt onmogelijk, totdat het is gedaan.”
Insecten en kunst
Om studenten te inspireren, organiseert Marcel Dicke samen met hoogleraar tropische entomologie Arnold van Huis (WUR), de lezingenserie ‘Insecten en maatschappij’. Op 8 januari 2025 start een nieuwe editie, waarin onder andere de rol van insecten in de kunst centraal staat. Geïnspireerd door Arnold ging Marcel op zoek naar insecten in schilderijen en beeldhouwwerken. “Insecten zijn overal, ook in kunst”, zegt hij. Een bijzondere ontdekking deed hij in het schilderij ‘Het luchten van de gevangenen’ van Vincent van Gogh. Het schilderij toont een troosteloze binnenplaats waar gevangenen met gebogen hoofd in een cirkel lopen. Eén gevangene, die Van Gogh zelf lijkt te zijn, kijkt je aan. Maar wie verder kijkt, ziet twee koolwitjes die boven de scène fladderen. Zij ontsnappen aan deze troosteloosheid en vliegen – als symbool voor de ziel - de vrijheid tegemoet.”