Nieuws

Wetenschapper Paul Struik neemt afscheid: Een loopbaan lang leren over hoe gewassen groeien

article_published_on_label
23 november 2023

‘In het buitenland vragen ze wel eens welk gewas ik onderzoek’, zegt hoogleraar gewasfysiologie Paul Struik. De vraag is typerend in zijn vakgebied, maar voor hem niet relevant. ‘Ik zou me niet tot één gewas kunnen beperken.’ Dat deed hij dus ook niet, hij onderzocht in zijn loopbaan zeker zestig soorten gewassen, van rijst in China, tot aardappels in Afrika. Na 37 jaar hoogleraarschap gaat gewasfysioloog Paul Struik met emeritaat.

Zo bestudeerde hij het proces van fotosynthese in verschillende gewassen. Dit proces, waarmee planten uit zonlicht energie halen om te groeien, kan misschien efficiënter. Dat lijkt gunstig voor de opbrengst, maar daar komen ook processen op het niveau van het gewas bij kijken. ‘Je zou denken dat een plant zo veel en zo lang mogelijk grote, groene bladeren nodig heeft om licht op te vangen’, legt Struik uit. ‘Maar uit ons onderzoek met rijst blijkt dat dit niet altijd zo werkt. Bladeren maken en groen houden kost namelijk ook energie voor de rijstplant, wat ten koste gaat van het vullen van de rijstkorrels.’ Bovendien lijken gewassen met minder bladgroen het licht beter te verdelen over het bladerdek.

Aardappels telen uit knol en zaad

Van alle gewassen die Struik onderzocht, heeft de aardappel zijn speciale aandacht gehad. Zo hielp hij aardappelboeren in Afrika om hun pootgoed te verbeteren. Anders dan in Nederland, ontbreekt daar een centraal controlesysteem dat de kwaliteit van pootaardappelen bewaakt. Boeren selecteren na de oogst zelf welke aardappelen het volgende seizoen de grond in gaan. ‘Dat systeem is enorm gevoelig voor ziektes’, weet Struik. Hij ontwikkelde met collega’s een methode waarmee boeren hun aardappelplanten tijdens het seizoen in de gaten houden. ‘Zij kunnen dan de beste pootaardappelen bewaren voor het volgende seizoen.’

De toekomst van de aardappelteelt lijkt er echter compleet anders uit te zien. Struik bracht hier dit jaar een boek over uit: Impact of hybrid potato. Innovatief genetisch onderzoek legde namelijk de basis voor een nieuwe manier van veredelen van aardappelen die je uit zaad kunt kweken. Vroeger leverde deze techniek grote problemen op, maar door één bepaald gen is dat verholpen. En dan heeft deze vorm van veredelen en telen met behulp van zaad grote voordelen. ‘Veredelen gaat sneller en kan leiden tot nieuwe varianten die beter bestand zijn tegen ziektes of extremer weer’, vertelt Struik. ‘Straks kopen boeren misschien geen pootgoed meer, maar zaden of kleine plantjes die uit zaad zijn gekweekt.’

5 weetjes over de aardappel

Aardappel schillen
  1. Er zijn meer dan 5000 rassen van de aardappelplant en daarnaast ook nog een groot aantal wilde variante soorten.
  2. Sommige aardappelrassen bloeien heel uitbundig en ruiken naar hyacint.
  3. Je kunt aardappelrassen herkennen aan de kiempjes die uit de knollen groeien, als die in het licht worden bewaard.
  4. In veel landen rond de evenaar wordt de aardappel per kalenderjaar in verschillende seizoenen geteeld. Korte kiemrust is daar dus een gewenste eigenschap.
  5. Virussen gaan via de knol over van de ene generatie op de volgende, maar niet alle knollen van een zieke plant zijn in gelijke mate met het virus besmet.

‘Commotie hoort erbij’

Zijn werk staat midden in de praktijk van de agrarische sector. Hij kijkt glimlachend terug op de momenten dat zijn onderzoeksresultaten of opinies tot commotie leidden. Nu gebeurt dat wel eens op sociale media, vroeger op andere manieren. ‘Toen ik begon in de jaren tachtig was het ook een roerige tijd. Akkerbouwers vreesden voor hun bestaan en stonden ook toen met trekkers op de snelweg, herinnert Struik zich. Hij zat toen in allerlei landbouwraden en het onderzoek was ook meer ‘politiek gestuurd’, zoals hij het zelf noemt.

Een keer trof hij boze boeren en vertegenwoordigers van fabrikanten bij een lezing over onderzoek naar de gevolgen van een bepaald gewasbeschermingsmiddel. ‘Ze vroegen bijna om aanpassing van de resultaten. Dat kon natuurlijk niet.’ De volgende dag kreeg hij bezoek van een journalist die een rapport probeerde te “lenen” van zijn bureau, terwijl het pas twee dagen later openbaar mocht worden. Dat plan mislukte, maar liet wel zien hoe gewild de uitkomsten van het onderzoek van Struik soms waren. Toch haalt hij zijn schouders op over de commotie van toen en nu. ‘Als je een knuppel in het hoenderhok gooit, dan kun je verwachten dat de kippen opvliegen.’

Van molecuul naar boer

Struik hoopt dat veel van zijn werk uiteindelijk de weg naar de praktijk zal vinden. Veredelaars die eerst niets moesten weten van aardappelen uit zaad, werken daar zelf nu ook aan. Veel van de nieuwe kennis over rijst is verzameld in samenwerking met bedrijven die daar brood in zien. ‘Ik verwacht dat onderzoekers nog veel meer moleculaire en andere kennis omzetten naar iets waar de boer mee vooruit kan. Dat is de toekomst.’

Donderdag 23 november spreekt Paul Struik zijn afscheidsrede uit aan Wageningen University & Research. De aardappel en tientallen andere gewassen spelen een hoofdrol in zijn verhaal.

Loopbaan van Paul Struik

Paul Struik