Landbouwbodems, emissiereductie lachgas en verhoging koolstofvastlegging
(BO-59-002 en BO-59-102) - Doelstelling van deze sector is om de broeikasgasemissies in de sector landbouw en landgebruik maximaal te verminderen. De algemene doelstellingen zoals geformuleerd in KIA is een (reductie van 49% in 2030 en 80% tot 95% in 2050) worden daarbij ook voor deze sector gehanteerd.Het doel is om de emissie van lachgas (N2O) uit de bodem te beperken. Lachgas is een sterk broeikasgas; de Global Warming Potential (GWP) van N2O is 265 hoger dan die van CO2 op een tijdschaal van 100 jaar (IPCC 2013). De concentratie van N2O is echter veel lager (ongeveer een factor 1000) dan CO2, waardoor het totale broeikaseffect van CO2 groter is (64% van het broeikasgaseffect) dan van N2O (6% van totaal).
Het is belangrijk om meer inzicht te hebben in de effecten van organische stof in landbouwgronden op N2O-emissie, omdat N2O-emissie de effectiviteit van koolstofopslag als mitigatieoptie kan verlagen of op langere termijn mogelijk zelfs teniet doen. Twee mechanismen spelen hierbij een rol: i) gemakkelijke afbreekbare organische stof is een energiebron voor denitrificerende (lachgas producerende) bacteriƫn en ii) afbraak van organische stof leidt tot verhoogde zuurstofconsumptie en daardoor kan de N2O-productie bij nitrificatie en denitrificatie toenemen. Sommige organische meststoffen, met name dierlijke mest, bevatten gemakkelijk afbreekbare organische stof die tijdelijk kan leiden tot een hoge N2O-emissie. Nederlandse landbouwgronden hebben een relatief hoog gehalte aan organische stof ten opzichte van veel andere landen, door de hoge toediening van dierlijke mest en de hoge gewasopbrengsten. Het is niet bekend wat het effect is van extra toevoer van organische stof aan landbouwgronden in Nederland op N2O-emissie.