Project

Instrumentarium voor het berekenen van case-specifieke effectiviteit van uiteenlopende veevoer-additieven en vet-su

Verminderen van methaanemissies is van essentieel belang om de snelheid van opwarming van de aarde af te remmen. Verlagen van methaanemissies is onderdeel van diverse internationale afspraken, waaronder de Global Methane Pledge. De melkveehouderijsector draagt in belangrijke mate bij aan methaanemissie in Nederland. Het project omvat vierjarig strategisch  onderzoek waarbij de mode-of-action van enterisch methaan reducerende additieven en vetbronnen bij melkvee gemodelleerd wordt, zodat deze opgenomen kunnen worden in Nederlandse protocollen voor de  emissieregistratie van broeikasgassen.

Verminderen van methaanemissies is van essentieel belang om de snelheid van opwarming van de aarde af te remmen. Verlagen van methaanemissies is onderdeel van diverse internationale afspraken, waaronder de Global Methane Pledge. De melkveehouderijsector draagt in belangrijke mate bij aan
methaanemissie in Nederland. Het project omvat vierjarig strategisch  onderzoek waarbij de mode-of-action van enterisch methaan reducerende additieven en vetbronnen bij melkvee gemodelleerd wordt, zodat deze opgenomen kunnen worden in Nederlandse protocollen voor de  emissieregistratie van broeikasgassen. Deze additieven en vetbronnen zijn aantoonbaar effectief maar er is sprake van verschillende categorieën additieven met ieder een eigen mode-of- action waarbij de waterstofkinetiek in de pens een sleutelrol speelt. Te onderscheiden zijn:

  1. De zogeheten elektronacceptoren die waterstof (als substraat voor methanogenen) wegvangen in de pens.
  2. De remmers van methanogenen die een voor methanogenen uniek enzym remmen maar niet de overige pens microbiota.
  3. Een scala aan natuurlijke plant extracten die het fermentatieprofiel in de pens doen verschuiven.
  4. Toegevoegd vet of vetzuren die inert zijn voor fermentatie en daarmee niet direct bijdragen aan fermentatie van substraat maar die wel het fermentatieprofiel kunnen doen verschuiven.

Voor het duiden van verschillen in waargenomen effectiviteit van deze maatregelen, en van hun eventueel gecombineerde inzet, is het noodzakelijk de interactie met het rantsoen en de voedingsomstandigheden te kennen. Het doel van dit project is om een reeds bestaand model dat ingezet wordt in de Nederlandse Emissie Registratie (als Tier 3 voor het schatten van enterisch methaan uit melkvee en eveneens voor de stikstof vertering t.b.v. het schatten van ammoniakemissie) te upgraden naar een niveau waarbij het gebruikt kan worden voor de inzet van additieven. Tevens is het doel om al vanaf het eerste jaar inzichten en modelmatige analyses te vertalen in  bruikbare termen of rekenregels voor de sector en overheid, en om aan te geven voor welke voer- en dier-factoren een invloed op de effectiviteit verwacht moet worden. Dit is van belang voor zowel nationale registratie van emissie van methaan, als voor registratie van emissies op bedrijfsniveau.


Het doel is eveneens om te verkennen in hoeverre de inzet van additieven en vet sommeerbaar is of juist interacteren. Dit is van grote betekenis voor een brede implementatie in de praktijk. Naast het modelmatige werk en de vertaling daarvan naar de methodieken die in de praktijk gebruikt worden, is experimenteel werk in het project opgenomen waarvoor onderzoeksgegevens ontbreken (het combineren van maatregelen).

    Publicaties