Project

Naar preventie van bacterieziekten in de pootaardappelteelt door vermeerdering van kennis over infectiebronnen en transmissieroutes

Nederland is de grootste leverancier van gecertificeerde pootaardappelen in de wereld en exporteert jaarlijks ca. 700.000 ton. Zwartbenigheid, veroorzaakt door bacteriën uit de groep van soft rot Pectobacteriaceae (SRP) wordt gezien als één van de belangrijkste ziekten van pootaardappelen.

De teelt begint met SRP-vrije miniknollen, maar dit PB1 gewas kan ongedacht al tijdens het groeiseizoen vóór loofvernietiging zwaar besmet raken.  Potentiële infectiebronnen verantwoordelijk voor initiële infectie en transmissieroutes zijn gedeeltelijk vanuit de literatuur bekend of in eerdere onderzoeksprojecten geïdentificeerd.

In dit project wordt het relatieve belang van deze bronnen (naburige aardappelgewassen, grond, onkruiden, regenwater) en de transmissieroutes (insecten) van SRP onderzocht. Hierbij worden moleculaire methoden gebruikt, gebaseerd op metagenomica, om betrouwbaar de identiteit van de ziekteverwekker en de herkomst van de besmettingen vast te kunnen stellen. SRP kunnen ook door de mens verspreid worden tijdens pootgoed selectie, waarbij virus- en bacteriezieke planten tijdens de teelt worden verwijderd.

In experimenteel onderzoek met een merkerstam van Pectobacterium brasiliense, de dominante veroorzaker van bacterieziek, worden zieke planten al dan niet geselecteerd en de mate van verspreiding van de bacterie binnen het gewas onderzocht, zowel naar loof als naar knol. Verder wordt in experimenten met een merkerstam onderzocht wat de minimale afstand moet zijn tussen een PB1 gewas en andere (aardappel)gewassen, en welke buffergewassen het beste als ‘isolatie’ tussen de aardappelgewassen geteeld kunnen worden om de kans op besmettingen te reduceren. Hiervoor wordt experimenteel onderzoek uitgevoerd, maar worden ook data uit de praktijk verzameld en geanalyseerd. De nieuwe kennis wordt benut voor het opstellen van teeltadviezen waarmee het risico op initiële infecties van het aardappelgewas met SRP kan worden beperkt. 

Publicaties