Project

Aanpak internationaal t.a.v. landelijke doelen VHR

Momenteel worden landelijke afspraken rondom de Vogel en Habitatrichtlijnen (VHR) geactualiseerd. Hieruit vloeit de behoefte om meer te weten over hoe andere Europese landen nationale en regionale doelstellingen hebben bepaald in relatie tot de VHR.

In dit project wordt onderzoek gedaan naar welke referentiewaarden en principes voor het vaststellen van een gunstige staat van instanthouding (gsvi) van plant- en diersoorten worden gebruikt bij het bepalen van nationale/regionale doelstellingen in Europese landen. Aan de hand van gesprekken met vertegenwoordigers op het gebied van landelijk natuurbeleid worden antwoorden gezocht op de volgende vragen:

Hoofdsvraag: “Hoe wordt in andere Europese landen een gunstige staat/gunstige referentiewaarde volgens de VHR, vertaald in landelijke doelstellingen?”

Deelvragen: 

  • Wat wordt in diverse Europese landen als een gunstige staat van instandhouding gedefinieerd?
  • Worden VHR waarden een op een overgenomen, of wordt daar onderscheid in gemaakt? En bij onderscheid: in welke gevallen en met welke onderbouwing?
  • Hoe wordt deze definitie bepaald (met welke kwalitatieve/kwantitatieve principes) en op welk niveau (regionaal/nationaal)?
  • Welke argumenten worden hierbij betrokken?

Deze verkenning wordt gedaan in opdracht van het Ministerie van LNV.

Publicaties