Dossier

Zoönosen

Dieren kunnen ziekteverwekkers, zoals het coronavirus, vogelgriep of Q-koorts, overbrengen op mensen. Deze infectieziekten worden zoönosen genoemd. Wageningen University & Research (WUR) zet in op een One Health aanpak om zoönosen te bestrijden. Hierbij werken wetenschappers uit verschillende domeinen samen, zoals uit de dier- en humane gezondheid, ecologie, en gedragswetenschappen.

Wat is een zoönose?

Een zoönose is een infectieziekte die van dier op mens kan overgaan. Zo kwam ebola oorspronkelijk van apen en kan de mens ook ziek worden van een haas met hazenpest. De ziekteverwekker (pathogeen) kan een bacterie, virus, parasiet, of een schimmel zijn. Ook kan het een omgevouwen eiwit in het lichaam (prion) zijn, zoals bij gekkekoeienziekte. Er zijn ongeveer 150 zoönosen wereldwijd bekend, denk aan tuberculose, hondsdolheid en hepatitis E. Dieren hoeven niet ziek te worden van zoönosen waar mensen wel ziek van worden, dat is bijvoorbeeld het geval bij het hepatitis E virus, dat bij varkens zonder veel ziekteverschijnselen verloopt.

Hoe kunnen mensen met een zoönose besmet raken?

Besmettingsroutes van zoönosen zijn erg uiteenlopend. Ziekteverwekkers kunnen bijvoorbeeld worden overgedragen via de lucht, omgeving, direct contact, zwemmen in besmet water, een beet van een dier of besmette ontlasting. Een veelvoorkomende oorzaak is ook voedselinfectie via dierlijke producten, zoals bij salmonella. Een zoönose kan ook via een tussengastheer worden overdragen, Lyme heerst bij wilde dieren en komt via teken terecht bij de mens. Dat noemen we ‘vector borne’, of vector-overdraagbaar. Andersom kan het trouwens ook: een ziekte die de mens overdraagt op een dier heet een anthropozoönose.

Hoe voorkomen we zoönosen?

Van groot belang zijn:

  1. De opsporing van ziekteverwekkers bij dieren
  2. Het tegengaan van verspreiding bij dieren en naar de mens
  3. Het voorkomen en verminderen van besmetting van dierlijke producten

In de meeste gevallen zijn maatregelen gericht op het voorkomen dat ziekten overgaan van dier naar mens.

Moeten we ons opmaken voor een nieuwe epidemie of pandemie met dierlijke oorsprong?

Het eerlijke antwoord is ja. Het merendeel van nieuwe ziekten die bij mensen worden ontdekt is afkomstig van dieren. Bevolkingsgroei, globalisering en klimaatverandering creëren een wereld waarin ziektes zich sneller kunnen verspreiden. Tropische virusziekten zijn wereldwijd in opmars en bedreigen mens en dier. Denk aan Zika, Riftdalkoorts en Westnijlkoorts. Maar dat betekent niet dat we er niets tegen kunnen doen. We moeten zorgen dat we goed voorbereid zijn. En dat we er actief voor zorgen dat de kans op het overdragen van pathogenen tussen diersoorten, en naar mensen, zo klein mogelijk is. Dat kan bijvoorbeeld door te zorgen dat ecosystemen niet verstoord worden, dat de dieren die we houden gezond zijn, en dat er op de juiste plaatsen gemonitord wordt.

Hoe werkt WUR aan het bestrijden van zoönosen?

Onze wetenschappers proberen dierinfectieziekten met de potentie om op mensen over te springen te voorkomen en de impact ervan te beperken. We kunnen aan de preventiekant zorgen dat dieren minder ziek worden en áls ze ziek worden, ze dat minder snel aan elkaar en aan de mens overdragen. We brengen risico’s in kaart en richten ons op vroege detectie van dierziekten. Ook zetten we in op snelle diagnostiek en brengen we advies uit om verspreiding in te dammen door effectieve en sociaal geaccepteerde maatregelen. Wanneer een dierziekte zich toch weet te verspreiden onder mensen, draagt ons onderzoek bij om de gevolgen te beperken. Dat kan bijvoorbeeld door te vaccineren, zowel bij dieren als bij mensen.

Wat is een One Health aanpak?

Vraagstukken rondom zoönosen kunnen niet met één simpele oplossing worden aangepakt. Alleen veterinaire kennis of alleen kennis van de humane gezondheid is bijvoorbeeld niet voldoende. One Health is de gezamenlijke inspanning van verschillende disciplines met aandacht voor nationaal en internationaal beleid, onderzoek en toepassingen. Wageningse experts vanuit diverse disciplines werken met elkaar samen en met andere wetenschappers binnen en buiten Nederland. We streven naar internationale samenwerking waarin we onderzoek en surveillance wereldwijd snel koppelen, besmettingsgevallen monitoren en kennis met elkaar delen. Global One Health, want infectieziekten houden immers ook geen rekening met landsgrenzen.