Nieuws
Zadencollectie als back-up voor populaties bomen en struiken
Sinds dit jaar werkt het CGN-cluster Genetische Bronnen Bomen aan een back-up zadencollectie van bomen en struiken in Nederland, die naast de veldcollectie in het Roggebotzand helpt om de genetische diversiteit van bomen en struiken veilig te stellen voor de toekomst. Uit de eerste populaties heidebrem en es is al materiaal verzameld.
Genetische diversiteit van bomen en struiken is van groot belang voor toekomstbestendige bossen. Helaas staan de oorspronkelijke genetische bronnen in Nederland onder druk. Naar schatting is slechts 3 tot 5% van de huidige bomen en struiken afkomstig van de oorspronkelijke Nederlandse populaties. Om deze bronnen van genetische diversiteit veilig te stellen, heeft Nederland een veldcollectie in het Roggebotzand met plantmateriaal uit heel Nederland. De populaties worden hier als levende bomen of struiken in stand gehouden.
Voor sommige soorten is deze levende collectie echter niet geschikt, bijvoorbeeld omdat ze niet goed groeien op de locatie van de genenbank. Andere worden bedreigd door ziektes, waardoor ook verlies van materiaal dreigt. Daarom legt het CGN in de komende jaren een zadencollectie aan van de meest kwetsbare boom- en struiksoorten. Deze collectie dient als een garantie tegen verlies van genetisch materiaal in de veldcollectie en wilde populaties (in situ). Als materiaal verloren dreigt te gaan, kan het zaadmateriaal gebruikt worden voor herstel en herintroductie van populaties.
Eerste bremzaden ingezameld
Het project is net begonnen en het eerste jaar staat in teken van kennisopbouw, maar ook het aanleggen van de eerste collecties. De focus ligt in eerste instantie op soorten die niet in de veldcollectie kunnen worden opgenomen in verband met ziekte of omdat de locatie Roggebotzand als standplaats ongeschikt is. Voor de vier heidebremsoorten (Genista) die in Nederland voorkomen, geldt het laatste. Drie soorten zijn zeldzaam; de Duitse brem (Genista germanica) komt zelfs op slechts één locatie voor in Nederland.
De eerste inzamelmissies hebben al plaatsgevonden: de Duitse brem is in augustus ingezameld en enkele populaties van de verfbrem (Genista tinctoria) in de duinen zijn ook veiliggesteld. Daarnaast is de impact van essentaksterfte op de gewone es (Fraxinus excelsior) dusdanig groot, dat de noodzaak voor een back-up in de vorm van zaadopslag hoog is. Ook van de gewone es worden dit jaar in oktober nog zaden geoogst.
Selectie van populaties
Veel soorten bomen en struiken lijken wijdverspreid in ons land, maar schijn bedriegt soms. In het verleden is veel nieuwe aanplant gedaan met plantmateriaal afkomstig uit andere delen van Europa en de rest van de wereld. Voor dergelijke soorten worden voor de zadencollecties populaties geselecteerd op basis van inventarisatiedata van autochtone bomen en struiken, de Atlas groen erfgoed en oude boskaarten. Sommige struiksoorten zijn minder aangeplant en zijn niet meegenomen in de inventarisaties. Hiervoor worden populaties geselecteerd op basis van historische en actuele verspreidingsgegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).
Veel boom- en struiksoorten kunnen langdurig worden opgeslagen bij -20°C, zoals voor land- en tuinbouwgewassen gebruikelijk is. Niet alle boomzaden zijn echter even gemakkelijk op te slaan. Sommige soorten, zoals wilgen, hebben zaden die niet tegen uitdroging kunnen of een zeer korte levensduur hebben, waardoor het niet mogelijk is om deze te drogen en in te vriezen voor de lange termijn. Voor deze soorten gaat het CGN in de toekomst de mogelijkheden voor cryopreservatie onderzoeken.
Foto's: Seppe de Mits, CGN.