Nieuws
Verwantschap en inteelt geanalyseerd in de Nederlandse Fjordenpopulatie
De inteelttoename in de Nederlandse Fjordenpopulatie is nu niet alarmerend, maar waakzaamheid is nodig om dit ook zo te houden. De inteelttoename is nu onder de 0.5% per generatie. Een inteelttoename tussen 0.5% en 1% vraagt om strenge monitoring en een inteelttoename >1% vereist dat terugdringen van de inteelt met prioriteit wordt aangepakt.
De verwachte inteelttoename wordt bepaald door de verwantschap van de ouders, en de toename in verwantschap in de Fjorden ligt momenteel boven de 1%. Daarom is het advies om maatregelen te nemen om de toename in verwantschap te beperken. Dit is de conclusie van een stamboekanalyse die is uitgevoerd door studente Marjorie Byrne van Wageningen University & Research, Animal Breeding and Genomics, onder leiding van onderzoekers Harmen Doekes en Jack Windig.
Verwantschap en inteelt: theorie en de huidige toestand in de Fjordenpopulatie
Om een populatie genetisch gezond te houden, wordt aanbevolen de inteelttoename onder de 1% per generatie (of nog liever onder de 0.5% per generatie) te houden. Sinds ~1995 is de gemiddelde inteelt nauwelijks toegenomen, en de inteelttoename (geschat voor periodes van 10 jaar) is vrijwel continu onder de 0.5% per generatie geweest (Tabel 1). Dit kan (deels) worden verklaard door de geïmplementeerde regel dat een hengst niet gepaard mag worden met een merrie als ze gemeenschappelijke voorouders in de eerste 3 voorouderlijke generaties hebben.
Uit computersimulaties blijkt dat een dergelijke maatregel zeer effectief is om inteelt op de korte termijn te beperken. Echter, op de langere termijn neemt de inteelt weer sneller toe, omdat deze methode geen effect heeft op verwantschapstoename. In de Fjordenpopulatie zien we nu dan ook dat de gemiddelde verwantschap toeneemt met meer dan 1% (!) per generatie. Een toename van de inteelt ligt dan ook in de lijn der verwachting. Daarom is het advies om maatregelen te nemen om deze toename in verwantschap op populatieniveau te beperken, naast de huidige beperkingen op paringsniveau.
Tabel 1.
Inteelt- en verwantschapstoename per generatie voor periodes van 10 jaar.
Periode | Inteelt-toename (%) | Verwantschaps-toename (%) |
1950-1960 | -0.20 | -0.65 |
1961-1970 | 0.48 | 1.48 |
1971-1980 | 0.53 | 0.35 |
1981-1990 | 0.48 | 0.37 |
1991-2000 | 0.26 | -0.52 |
2001-2010 | -0.33 | 0.55 |
2010-2019 | 0.36 | 1.04 |
Hoe kan de toename in verwantschap worden beperkt?
Eén optie om de toename in verwantschap (en daarmee de inteelttoename in de toekomst) te beperken, is een dekbeperking waarbij er een maximum aantal dekkingen per hengst wordt afgesproken. Echter, wanneer een hengst die aan zijn taks zit gelijk vervangen wordt door zijn zoon, broer of andere nauwe verwant, dan neemt de inteelt alsnog snel toe. Een alternatieve strategie is “mean kinship selection”, waarbij de gemiddelde verwantschap van elke fokkandidaat met alle andere fokkandidaten wordt berekend en de kandidaten met een hoge gemiddelde verwantschap worden uitgesloten van de fok. Dit is één van de meest effectieve methoden om de toename in verwantschap te beperken; deze methode wordt reeds toegepast bij verschillende hondenrassen, en ook bij het Friese paard worden gemiddelde verwantschappen gepubliceerd om fokkers te ondersteunen in fokkerijbeslissingen.
Al met al is het verstandig om maatregelen te nemen om de toename in verwantschap op populatieniveau binnen de Fjordenpopulatie te beperken. Hierdoor kan de (toekomstige) inteelttoename worden beperkt en kunnen ingrijpende maatregelen worden voorkomen.
De data voor deze studie zijn verstrekt door het Nederlands Fjordenpaarden Stamboek.