Nieuws
Update 5: Tien vragen over het Gaza-protest op de campus
In navolging van het protest aan de UvA, verscheen twee weken geleden ook in Wageningen een tentenkamp. Wij legden rector Carolien Kroeze daarover tien veel gestelde vragen voor.
1. Ineens stonden ze daar, een stuk of 15 pop-up tentjes op de veelgebruikte brug tussen Orion en Forum. Lastig?
Nee en ja. Wij hebben de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel. Het is heel goed dat jonge mensen de ruimte nemen om hun mening te laten horen. Tegelijkertijd was het in het begin natuurlijk best even spannend. We hadden net gezien hoe in Amsterdam de protesten uit de hand liepen. Daar ben ik van geschrokken. En dan staan er ineens ook in Wageningen tentjes.
Gelukkig werd snel duidelijk dat veruit de meeste actievoerders daadwerkelijk studenten en medewerkers van ons zijn. Zij hebben hun eisen aan ons voorgelegd en wij hebben onze huisregels rond protest aan hen duidelijk gemaakt. Dan moet je denken aan dat onderwijs, onderzoek en waardecreatie door moeten blijven kunnen gaan, het kampement niet groter mag worden, dat het veilig moet blijven, enzovoorts.
2. Je spreekt regelmatig met de actievoerders. Hoe verlopen die gesprekken en waar gaan ze in de kern over?
Inmiddels hebben we denk ik een keer of 12 met elkaar om tafel gezeten. De gesprekken zijn bijna zonder uitzondering constructief en in goede sfeer. Onder de actievoerders zijn studenten en medewerkers. En er zijn vaak ook een paar ‘getuigen’ bij. Dat zijn actievoerders die meeluisteren, notities maken, maar geen inhoudelijke inbreng hebben.
De meeste gesprekken draaien in de kern om het beter begrijpen van elkaars standpunt. Wat bedoelen zij met het verbreken van institutionele banden? Waarom vinden wij dat niet de juiste weg? Welke gevolgen zouden diverse opties hebben voor het dagelijks werk binnen WUR? Die verkenningen helpen ons ook om de toepassing van onze samenwerkingsprincipes verder te doordenken.
3. Hebben de actievoerders niet gewoon een punt? Het geweld in Gaza is niet meer proportioneel.
We zijn het over veel zaken eens. We zijn het erover eens dat de humanitaire situatie in Gaza verschrikkelijk is. Dat snapt iedereen. Geweld, vernietiging, hulptransporten die Gaza überhaupt niet bereiken of eenmaal daar ten prooi vallen aan bendes: het is simpelweg niet te bevatten en daar moet een einde aan komen.
Maar op fundamentele punten over de rol die de universiteit als instituut daarbij heeft verschillen we van inzicht. Ik hecht aan de universiteit als onafhankelijk kennisinstituut, waar plaats en ruimte is voor open en vrij debat. En ik hecht erg aan academische vrijheid voor onze individuele medewerkers.
De actievoerders willen institutionele relaties verbreken, maar tegelijkertijd individuele samenwerking voort kunnen zetten. Ik geloof niet dat dat kan en de weg voorwaarts is, om een paar redenen:
- Om te beginnen is het niet de rol van een universiteit als instituut om iets te vinden van een geopolitiek conflict. Dat is écht niet onze opdracht. Wij moeten kennis genereren, zodat de mensen die er wel iets van moeten vinden de goede beslissingen nemen. Ik begrijp overigens goed dat studenten en collega’s iets willen doen, of bij willen dragen aan oplossingen van maatschappelijke problemen. Daar is alle ruimte voor; als individu, of als collectief. En juist om die ruimte te bewaren is het belangrijk dat het instituut zich niet uitspreekt.
- Daarnaast; de vrijheid van wetenschap vind ik erg belangrijk. Prijs je gelukkig dat wij als universiteitsbestuur niet zeggen: met dit instituut moet je per se samenwerken, met dat instituut misschien en met dat instituut mag dat niet.
- Daarbij, we hebben samenwerkingsprincipes. Dát is het kader waarbinnen een wetenschapper zélf zijn of haar moreel en ethisch kompas aan het werk moet zetten over welk project wel en niet door de beugel kan. Die morele afweging hoort echt in eerste instantie bij de individuele wetenschapper en die wil ik ook daar laten.
- Dat staat allemaal nog los van alle praktische hobbels: onder lopende projecten liggen contracten die je zult moeten verbreken, terwijl we juist een betrouwbare partner willen zijn. Er zijn financiële risico’s mee gemoeid, medewerkers voor aangenomen, enzovoorts.
4. Zijn mensenlevens in Gaza niet belangrijker dan een samenwerking met een Israëlische universiteit?
Dan impliceer je dat het stoppen van de samenwerking mensenlevens zou sparen. Het spijt mij, maar dat betwijfel ik sterk. Er zijn binnen de Israëlische universiteiten ook veel critici van de Israëlische regering. Ik zou de stelling wel aandurven dat we meer impact hebben, juist door wél met hen in contact te blijven.
5. Hoe ziet de samenwerking met Israëlische kennisinstellingen er eigenlijk in de praktijk uit?
We hebben met 1 universiteit een uitwisselingsprogramma. Maar uiteraard gaan er nu geen Nederlandse studenten die kant op. Verder gaat het vooral om samenwerking in Europese consortia waarbij er ook lang niet altijd direct contact is tussen de Wageningse en Israëlische collega. Ter illustratie: er is 1 project waaraan 158 internationale instellingen deelnemen. Is dat nog een institutionele band tussen WUR en Israël? Daar kan je over twisten.
6. Je hebt al veel met de actievoerders gesproken er loopt 24 uur per dag beveiliging rond. Is die inzet niet wat buitenproportioneel?
Ik hecht eraan om te zeggen dat de beveiliging er ook is voor de actievoerders. Er is een aantal keer ’s nachts ongewenst bezoek geweest dat de beveiliging heeft weggestuurd. Dus buitenproportioneel zou ik het niet willen noemen. Kennelijk is het nodig.
Je hebt gelijk dat het protest veel tijd kost. Niet alleen van mij, maar ook van mijn ondersteunende staf en het facilitair bedrijf. Ook zij maken werkdagen van soms 12 of 15 uur. Het gaat dus ook ten koste van ander belangrijk werk. Tegelijkertijd, het zijn studenten en medewerkers uit de WUR-gemeenschap en ze maken zich oprecht zorgen over de situatie in Gaza. Ik vind het belangrijk om hun ideeën serieus te nemen en te verkennen wat dat voor WUR zou betekenen.
7. Komt er ook een moment waarop je moet concluderen dat verder praten geen zin heeft?
Ik sta altijd open voor gesprek met alle studenten en medewerkers. Het is mijn diepe overtuiging dat met elkaar in gesprek blijven de beste manier is om uit moeilijke situaties te komen. Dat is ook een reden waarom ik vind dat we in gesprek moeten blijven met onze academische collega's in conflictgebieden.
In de gesprekken met de demonstranten proberen we elkaar beter te begrijpen. We zoeken naar verbinding en naar waar we het over eens zijn. Maar er kan een moment komen dat we moeten constateren dat we op bepaalde punten niet dichter bij elkaar komen. Dat zullen we op dat moment onder ogen moeten zien.
Ik spreek overigens niet alleen met studenten op de brug, maar ook met anderen, waaronder een vertegenwoordiging van Joodse studenten en medewerkers. Dat zijn zeer indringende gesprekken. Zij vertellen mij over wat de demonstraties met hen doen, en welke emoties dat oproept. Er zijn er bij die niet meer naar de campus komen. Ik vind dat verdrietig en zeer onwenselijk. Ik wens dat we een open en veilige campus zijn voor al onze studenten en medewerkers. Dat zijn ook gesprekken die ik wil voeren met de overlegorganen die we al (democratisch gekozen) hebben: de medezeggenschaporganen van medewerkers en de student council.
8. Actievoerders vrezen dat WUR de politie op enig moment op ze af stuurt. Is dat waar? Heeft WUR de politie onder een knop zitten?
Allereerst werkt het natuurlijk niet zo in onze democratische rechtstaat. De burgemeester gaat over de openbare orde en veiligheid in de hele gemeente Wageningen, inclusief de campus. Wij doen aangifte bij de politie als we denken dat er grenzen worden overschreden. De burgemeester, politiechef en officier van justitie beslissen uiteindelijk of er wel of niet wordt ingegrepen.
Ten tweede denk ik dat politie-inzet alleen iets doet voor de situatie op de campus voor de korte termijn. Soms kan het niet anders, maar ik zou liever de relatie met de actievoerders niet op het spel zetten. Het lijkt mij inmiddels evident dat wij er alles aan doen om politie-ingrijpen te voorkomen. De huisregels voor protesten zijn al een aantal keer met voeten getreden. Denk aan de blokkade van het F&A Next congres waarbij 300 internationale gasten de toegang urenlang belemmerd werd. Of aan het roepen van leuzen waar het woord nazi in voorkomt op een manier die zeer kwetsend is voor onze joodse studenten en medewerkers. Of een sit-in met megafoon in onderwijs- en kantoorgebouwen.
Toch proberen wij in die situaties andere oplossingen te vinden dan de politie te bellen. Kortom, we bekijken van dag tot dag wat nodig is en proberen via het gesprek tot een uitkomst te komen, en zo lang mogelijk niet te escaleren.
9. Wat vond je het meest lastig, de afgelopen weken?
Ik denk dat dit antwoord voor elke bestuurder in elke situatie hetzelfde is: het wegen van de dilemma’s die je gepresenteerd worden. Daar ben je namelijk voor aangesteld. Van relatief klein: mogen de actievoerders blijven overnachten, ondanks dat dat tegen de huisregels ingaat? Tot heel groot: Hoe kunnen we als wetenschappelijke instelling van betekenis zijn voor de wereld, ook in conflictgebieden? Hoe gaan we om met veranderende omstandigheden in lopende projecten? Je luistert naar je omgeving, wikt en weegt, het houdt je dag en nacht bezig, je overlegt en op een gegeven moment neem je een besluit waarvan je gelooft dat dat het beste is.
10. Wat is de meest ideale oplossing wat WUR betreft om de actievoerders van de brug te krijgen?
Ik heb vanaf het begin tegen ze gezegd: ik zou het mooi vinden als wij kunnen laten zien hoe dit protest op de Wageningse manier, vreedzaam kan verlopen en tot een gedragen conclusie kan worden gebracht. De actievoerders hebben hun punt gemaakt. We hebben constructieve gesprekken gehad. Die leidden ertoe dat we onderzoekers gaan helpen om zelf afgewogen morele en ethische beslissingen te nemen rond samenwerking. Daar beginnen we nog voor de zomer mee. Dat is tastbaar resultaat. Ik zou het dan in de Wageningse traditie vinden passen als de actievoerders op eigen initiatief het kamp opruimen.