Nieuws

Stikstofexcretie Koeien & Kansen 2022 stabiel

article_published_on_label
16 juni 2023

De bedrijfsspecifieke stikstofexcretie op de Koeien & Kansen-bedrijven komt in 2022 uit op 14,9 kg N per 1000 kg melk. Dit is vrijwel gelijk aan de excretie per 1000 kg melk in 2021. Het ligt daarmee wel 3% lager dan de forfaitaire norm in 2022. De gemiddelde bedrijfsspecifieke excretie van fosfaat was 20% lager dan de forfaitaire norm. Bij toepassen van de bedrijfsspecifieke berekening (BEX en KringloopWijzer) bespaarden de Koeien & Kansen-bedrijven gemiddeld ruim 300 ton mestafvoer per bedrijf.

Voordeel stikstofexcretie

Met de BEX (ook onderdeel van de KringloopWijzer) kan een melkveebedrijf aantonen of ze in werkelijkheid minder stikstof en fosfaat produceren dan de wettelijke forfaitaire excretienormen. Figuur 1 laat zien dat de Koeien en Kansen-bedrijven in 2022 gemiddeld 3% minder stikstof produceerden dan forfaitair wanneer ze BEX gebruiken. In 2021 was BEX-excretie 4% lager dan forfaitair. Het resultaat van 2022 wijkt daarmee niet veel af van 2021. Ook op bedrijfsniveau werd gemiddeld op de Koeien en Kansen-bedrijven ongeveer evenveel stikstof geproduceerd als in 2021. In 2022 waren er 12 bedrijven die via de BEX benadering een lagere stikstofexcretie realiseerden. Bedrijf 9 behaalde via de BEX benadering zelfs een 15% lagere excretie. Dit bedrijf met Jersey koeien haalde met een gemidded RE-gehalte van 152 gram RE per kg droge stof in het rantsoen een stikstofefficiëntie van 28,3%. Dit is fors hoger dan het gemiddelde van 27,1% op de Koeien en Kansen-bedrijven. De hoge stikstofefficiëntie op bedrijf 9 wordt onder andere behaald met hoge VEM-gehalten van graskuil, maïs en natte bijproducten.

Op 3 bedrijven is de stikstofexcretie met BEX hoger dan forfaitair. Op het biologische bedrijf 10 is de BEX excretie 19% hoger dan forfaitair. Dit bedrijf voert heel veel vers gras, weinig graskuil en krachtvoer en geen mais. Omdat alle mest op het bedrijf kan worden geplaatst is het verlagen van de excretie geen doel. In 2022 golden voor biologische bedrijven nog afzonderlijke, vaste excretienormen en konden biologische bedrijven niet meedoen met BEX. In 2023 veranderen de regels en kunnen biologische bedrijven wel meedoen met BEX of kiezen voor excretienormen die afhankelijk zijn van melkproductie en ureumgehalte. Het biologische bedrijf 10 realiseert overigens een lage mestproductie per hectare zodat mestafvoer, mèt of zonder de BEX werkwijze, op dit bedrijf niet nodig is. Op dit bedrijf wordt alleen zelf geproduceerde dierlijke mest gebruikt die bijna volledig als weidemest op het land komt. Omdat hierbij weinig ammoniak ontstaat, wordt bijna alle stikstof in de mest via de bodem weer benut voor de eiwitvorming in het weidegras.

Op bedrijf 5 is de BEX-excretie gelijk aan de forfaitaire excretie van stikstof. Het maakt voor dit bedrijf, voor stikstof, niet uit of de mestafvoer via BEX bepaald wordt of via forfaitaire normen.

Figuur 1: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke stikstofexcretie ten opzichte van forfaitaire stikstofexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)
Figuur 1: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke stikstofexcretie ten opzichte van forfaitaire stikstofexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)

*Bedrijf 10 heeft een biologische bedrijfsvoering en hiervoor golden tot en met 2022 sectorale excretienormen. Vanaf 2023 is de systematiek voor biologisch gelijk aan gangbaar en gelden melkproductie afhankelijke forfaitaire normen of kan gekozen worden voor de BEX-systematiek.

Stikstofexcretie per 1000 kg melk gelijk aan 2021

Figuur 2: Gemiddelde BEX excretie stikstof Koeien en Kansen 2019-2022 (kg N per 1000 kg melk)
Figuur 2: Gemiddelde BEX excretie stikstof Koeien en Kansen 2019-2022 (kg N per 1000 kg melk)
De stikstofexcretie per 1000 kg melk komt in 2022 uit op ongeveer 14,9 kg N per 1000 kg melk. Figuur 2 laat dit zien. Hiermee is de gemiddelde stikstofexcretie per 1000 kg melk op de Koeien en Kansen-bedrijven gelijk aan het resultaat in 2021. Ten opzichte van 2021 verandert de gemiddelde melkproductie per koe op de Koeien en Kansen-bedrijven nauwelijks (is met gemiddeld 8990 kg melk per koe 37 kg melk per koe hoger dan in 2021) en ook het RE-gehalte in het rantsoen blijft gelijk op 153 gram RE per kg ds.

Iets lagere fosfaatexcretie

Figuur 3 laat zien dat de gemiddelde bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie in 2022 20% lager was dan de forfaitaire norm. In 2021 was het verschil 19%. Gemiddeld daalde deze dus met 1% in 2022. Alle Koeien en Kansen-bedrijven realiseerden een lagere bedrijfsspecifieke (BEX) fosfaatexcretie dan de forfaitaire norm. Bedrijf 6 produceert op basis van BEX 31% minder fosfaat dan het forfait. Opvallend op dit bedrijf is het lage P-gehalte van snijmaïs (1,4 gram P per kg ds). Daarnaast voert dit bedrijf ook meer maïs dan de Koeien en Kansen-bedrijven gemiddeld doen. Het aandeel maïs in het rantsoen ligt met 25,7% op bedrijf 6 ruim boven het gemiddelde van Koeien en Kansen (19,9% maïs in rantsoen).

Figuur 3: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie ten opzichte van forfaitaire fosfaatexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)
Figuur 3: Procentueel verschil bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie ten opzichte van forfaitaire fosfaatexcretie voor Koeien & Kansen-bedrijven (lagere bedrijfsspecifieke excretie uitgedrukt als positieve waarde)

*Bedrijf 10 heeft een biologische bedrijfsvoering en hiervoor golden tot en met 2022 sectorale excretienormen.

Minder mestafvoer bij BEX

Omdat de Koeien & Kansen-bedrijven bij gebruik van BEX (onderdeel van de KringloopWijzer) gemiddeld minder stikstof en fosfaat produceren dan forfaitair, kunnen ze besparen op mestafvoer bij toepassen van BEX. In 2022 was deze besparing gemiddeld ruim 300 ton per bedrijf. Figuur 4 laat dit zien. 13 bedrijven hoeven met BEX in 2022 minder mest af te voeren dan wanneer ze de forfaitaire normen toepassen. Alleen bedrijf 8 moet bij toepassen van BEX meer mest afvoeren. Biologisch bedrijf 10 en bedrijf 7 met een lage intensiteit (12.600 kg melk per ha) hoeven zowel bij toepassen van BEX als de forfaitaire excretienormen helemaal geen mest af te voeren in 2022.

Figuur 4: Verplichte mestafvoer op Koeien & Kansen-bedrijven in 2022 bij toepassen forfaitaire productienormen en bij bedrijfsspecifieke berekening excretie met KringloopWijzer (weergave in tonnen mest bij een standaardgehalte van 4 kg N per ton en 1.5 kg P2O5 per ton).
Figuur 4: Verplichte mestafvoer op Koeien & Kansen-bedrijven in 2022 bij toepassen forfaitaire productienormen en bij bedrijfsspecifieke berekening excretie met KringloopWijzer (weergave in tonnen mest bij een standaardgehalte van 4 kg N per ton en 1.5 kg P2O5 per ton).

Overigens deden alle Koeien & Kansen-bedrijven mee met de BES-pilot in 2022. Hierdoor kan de werkelijke plaatsingsruimte voor stikstof uit dierlijke mest en daarmee de mestafvoer afwijken van de in dit artikel genoemde hoeveelheden. Daarnaast kan de werkelijke mestafvoer afwijken van hoeveelheid die in dit artikel zijn weergeven door werkelijke gehalten te gebruiken in plaats van forfaitaire.