Nieuws

POPULAR-onderzoek toont relatie tussen bewoners en de staat

article_published_on_label
28 mei 2024

Onlangs ontving universitair hoofddocent en onderzoeker Martijn Koster een prestigieuze Consolidator Grant van 2 miljoen euro van de European Research Council. Hiermee kan hij de komende 5 jaar aan de slag met project POPULAR: Politics of the Periphery in Urban Latin America: Reconceptualising Politics from the Margins. Huisvesting vormt de concrete invalshoek voor een studie naar de relatie tussen de staat en bewoners van lage inkomenswijken.

In het project werkt Koster samen met een onderzoeksteam van 3 PhD's en 2 Postdocs. Hun antropologisch onderzoek moet het begrip van politiek en de staat in Latijns-Amerika vergroten. Ze gebruiken vergelijkende etnografische methoden in drie steden: Medellín (Colombia), Santiago de Cuba (Cuba) en Recife (Brazilië), waar huisvesting en stedelijke ontwikkeling urgente kwesties zijn. Martijn Koster legt uit wat ze gaan doen.

Waar kijken jullie naar?

Ons uitgangspunt is de relatie tussen bewoners en staat, in het bijzonder bij huisvesting. Overheden moeten zorgen voor genoeg betaalbare woningen, van voldoende kwaliteit. In de praktijk lukt dat vaak niet. Dat merk je vooral bij lage-inkomensgroepen in steden, waar het huisvestingsprobleem het meest urgent is. Dat de overheid niet slaagt in deze basistaak, heeft impact op de relatie tussen bewoners en de staat. Wij zijn geïnteresseerd in die relatie. Wat doet het met jouw verhouding tot een overheid als die faalt bij fundamentele verplichtingen? Wat doet dat met vertrouwen, nu en in de toekomst?

Waarom deze steden in Latijns-Amerika?

Latijns-Amerika heeft van oudsher veel ongelijkheid. We hebben drie steden gekozen omdat het interessante cases zijn om te vergelijken. Medellín heeft een neoliberaal huisvestingsbeleid. Aan het andere uiterste heb je Santiago in Cuba met een socialistisch bestuur. Recife zit ertussenin met een neoliberaal huisvestingsbeleid én een lang verleden van sociale bewegingen.

In het project kijken we naar drie domeinen. Het eerste domein is bestuur of governance. Wat gebeurt daar allemaal in de interactie tussen bewoners en de overheid? Het tweede domein is verkiezingspolitiek, dat in Latijns-Amerika meer nadruk krijgt dan hier in Europa. Denk aan lokale politici die voor de gemeenteraadsverkiezingen allerlei beloften doen rondom huisvesting. Het derde domein is activisme, wanneer bewoners in protest komen om hun wensen en hun ideeën kenbaar te maken.

Hoe gaan jullie de relatie onderzoeken?

We focussen op hoe bewoners de rol van de staat zien en welke termen zij gebruiken wanneer ze het hebben over politiek en hun interacties met de overheid. In de antropologie heet dit het emic perspectief. Emic staat voor het perspectief van binnenuit, hoe iemand iets zelf ervaart vanuit het eigen referentiekader.

Om dit perspectief te onderzoeken, maken we niet alleen gebruik van interviews, maar ook van participerende observatie: veel aanwezig zijn, hele dagen met mensen doorbrengen en meedoen. Dit is een goede manier om informatie naar boven te krijgen die verder gaat dan sociaal of politiek wenselijke antwoorden. Mensen laten niet direct het achterste van hun tong zien, maar ze vinden het vaak wel prettig om hun verhaal te vertellen als je er de tijd voor neemt om naar ze te luisteren.

Wat verwacht je uit het onderzoek?

Ons project richt zich in de eerste plaats op een manier van kijken die beter recht doet aan de werkelijke situatie. Welke behoeften zijn er en hoe kunnen overheden daar beter in voorzien? De relatie tussen bewoners en overheid is altijd ambigu en paradoxaal. Aan de ene kant is er enorm wantrouwen en de overtuiging ‘Het zal niet voor mij zijn, want het is nooit voor mij’, en aan de andere kant is er een sprankje hoop. Bij een nieuwe verkiezingskandidaat denken mensen toch weer dat die persoon het kan veranderen. Beide ideeën zijn tegelijkertijd aanwezig. Mensen wantrouwen de overheid én willen hoop kunnen vastpakken.

Dit houdt overheden ook een spiegel voor. Als zij hun fundamentele zorgplicht niet nakomen, groeit het wantrouwen. Wat voor samenleving krijg je als mensen de overheid niet vertrouwen? Vaak gaan mensen er niet eens actief tegenin, maar worden ze onverschillig. Wat zijn de gevolgen van dergelijke onverschilligheid? In Nederland, maar ook in Latijns-Amerika zie je dat toenemend wantrouwen in de overheid onzekerheid voedt, stress vergroot en polarisatie voedt.

Waar komt deze interesse bij jou vandaan?

Dat begon met mijn promotieonderzoek over participatief budgetteren in Brazilië. We hebben allerlei theorieën en modellen voor participatie, maar in een arme wijk in Recife gaat het heel anders. Je merkt bijvoorbeeld dat sommige mensen niet naar een vergadering komen om hun mening te geven, maar omdat ze aan het eind gratis frisdrank en een snack krijgen. Of omdat het gezellig is, anderhalf uur bijpraten met je buren.

Mensen doen dit niet omdat ze niet beter weten, maar omdat het betekenis voor ze heeft. Ambtenaren snappen dat vaak niet. Ze balen bijvoorbeeld omdat ze eerst moeten uitleggen hoe democratie en participatie werken. Het wakkerde mijn interesse verder aan: hoe zien mensen dit soort dingen? Waarom gaan ze toch naar de vergaderingen, terwijl ze zeggen geen geloof te hebben in de overheid? Dat heeft me altijd gefascineerd.

Wat trekt je aan in Latijns-Amerika?

Latijns-Amerika is interessant, omdat democratische projecten en experimenten verder gaan dan in Europa. Een burgerbegroting waarbij bewoners mogen stemmen over waar het geld in de wijk naartoe gaat: dat soort experimenten hebben we in Europa minder. Dat vind ik fascinerend aan die regio. Het geloof in maakbaarheid, ondanks het grote wantrouwen.

Tegelijkertijd heeft Latijns-Amerika ook grote ongelijkheid, wat zich vertaalt in het beeld dat mensen hebben van de politiek. Toch raken studies over politiek in Latijns-Amerika ook een punt van hoop. Er is enorm veel wanhoop maar daardoorheen is er ook altijd een laag van hoop dat het op een dag beter wordt.

Over Martijn Koster

Martijn Koster is Universitair Hoofddocent bij Sociologie van Ontwikkeling en Verandering. Zijn onderzoek bevindt zich op het snijvlak van politieke antropologie en kritische ontwikkelingsstudies. Centraal in zijn werk staat het perspectief van gemarginaliseerde groepen, met een focus op het versterken van hun stemmen en ambities. Zijn project POPULAR sluit aan bij het WUR SSG thema van verantwoordelijke en inclusieve transformatie in een ongelijke wereld.