Ook hartpatiënt heeft baat bij volgen algemene voedingsrichtlijnen

Mensen die een hartinfarct hebben gehad, doen er goed aan om gezonder te eten met meer groente, fruit en volkorenproducten, en zo min mogelijk rood en bewerkt vlees, suikerhoudende frisdranken en zout. Die voedingsadviezen gelden voor iedereen, maar nu blijkt dat ook hartpatiënten daarmee veel gezondheidswinst behalen. Ze verlagen daarmee de kans op een tweede hartinfarct. Ook voldoende beweging en vitamine D zijn gunstig voor hun gezondheid, zo blijkt uit het onderzoek van Cruijsen onder 4800 hartpatiënten.

Aandacht artsen

Betekent het dan dat er geen extra aandacht nodig is voor het dieet van hartpatiënten? Zeker wel, vindt de promovendus. Lang niet alle Nederlanders eten volgens de algemene voedingsrichtlijnen, dus moet medisch personeel daar extra op sturen bij mensen die een hartinfarct hebben gehad. “Artsen hebben het druk en hebben niet altijd de tijd om met een patiënt in gesprek te gaan over diens leefstijl”, zegt Cruijsen. Toch zou ze graag zien dat daar meer aandacht voor komt. “Ze kunnen zo’n persoon dan doorsturen naar een diëtiste die helpt om een gezonder voedingsplan op te stellen.”

Dat kan mogelijk heel wat levens redden. In 2021 waren er in Nederland ongeveer 1,7 miljoen mensen met hart- en vaatziekten. Vanwege de goede medische zorg die mensenlevens red tijdens of na een infarct, loopt dat aantal steeds verder op. Maar die mensen hebben verkalking van een kransslagader – waardoor het eerste infarct ontstond. Daardoor lopen zijn meer kans op nog een hartinfarct. Uit de berekeningen van Cruijsen blijkt dat als de kwart patiënten met het slechtste voedingspatroon hun dieet flink verbeteren, er de eerste tien jaar ruim 30 duizend sterfgevallen voorkomen kunnen worden.

Lichamelijke activiteit

Ook onthulde de studie dat mensen met hart- en vaatziekten die regelmatig bewegen of sporten tot wel vijftig procent minder kans hebben op een hartinfarct dan mensen die vrijwel niet bewegen. Dat verschil was al merkbaar bij lichte activiteit, zoals wandelen of fietsen. Ook daar raadt Cruijsen de richtlijnen van de gezondheidsraad aan: beweeg twintig minuten per dag. Doe je dat buiten in de zon, dan maakt je lichaam bovendien vitamine D aan, wat ook voordelig bleek voor hartpatiënten. “Ook hier heeft gezondheidsadvies dus baat: vrouwen vanaf de vijftig en mannen vanaf de zeventig zouden dagelijks een vitamine-D-supplement moeten nemen”, aldus de promovendus.

Cruijsen voerde het onderzoek uit met artsen van het UMC Utrecht. Ze bestudeerde 4800 hartpatiënten na een hartinfarct tot het moment van overlijden, gemiddeld veertien jaar. Drie jaar na hun ziekenhuisopname maten onderzoekers de bloedwaarden van de patiënten en ondervroegen ze hen over hun eetgewoontes. Nadeel is wel dat ze dat slechts één keer deden en de promovendus dus werkte met één meetpunt. “We weten dus niet of de mensen hun eetpatroon of leefstijl daarna hebben aangepast en hoe”, vertelt de promovendus.