Nieuws
Nieuw rapport: jaarlijks update voor plastics in Nederlandse stormvogels gepubliceerd
Het jaarlijkse rapport over plastic in stormvogels van de Nederlandse kust is gepubliceerd met nieuwe gegevens voor het jaar 2020. De hoeveelheid plastic in magen van stormvogels neemt verder af en volgt daarmee de trend van de afgelopen jaren.
Twintig jaar internationaal stormvogelonderzoek
Terwijl in Nederland stormvogels al sinds 1980 op plastics onderzocht werden, begon in 2002 een programma (‘Save the North Sea’) waarin alle Noordzeelanden deelnamen en plastics in stormvogels langs hun kusten rapporteerden. Nu, 20 jaar later, is het Noordzee-brede stormvogel monitoring programma voorbeeld voor vele landen en internationale groepen om plastics in de zee te monitoren.
In 2020 zijn in Nederland door trouwe vrijwilligers 18 dode stormvogels verzameld. Daarvan waren 14 magen intact en dus geschikt voor dit onderzoek. De aantallen aanspoelende vogels kunnen per jaar sterk verschillen, en 14 vogels is een te klein aantal voor een betrouwbaar gemiddelde. Vandaar dat we als maat voor de ‘recente situatie’ altijd kijken naar de gemiddeldes over de afgelopen vijf jaar.
Over de 5-jaar periode 2016-2020 hebben we de gegevens van 139 magen, die gemiddeld per vogel 22,5 stukjes plastic met een gewicht van 0,21 g bevatten. Van de stormvogels had 93% plastic in de maag, en 39% kwam boven de 0,1 g plastic uit. De lange termijn doelstelling van de overheid streeft naar minder dan 10% boven de 0,1 g. Het is duidelijk dat we nog steeds ver verwijderd zijn van het beoogde doel en dat er nog veel moet veranderen. De gegevens tonen wel over zowel de lange als de korte termijn een geleidelijke, statistisch significante afname, die vermoedelijk te danken is aan de grote aandacht in pers en maatschappij voor zwerfvuil in zee en de gevolgen daarvan op verschillende zeedieren.
Tijden veranderen
Met ingang van dit jaar zijn er verschillende dingen gewijzigd. Oprichter van het stormvogelproject, Jan van Franeker is op 1 januari 2021 met pensioen gegaan. Zijn opvolgster, Susanne Kühn heeft alle taken overgenomen. Jan blijft ook na zijn pensionering nauw betrokken bij het project, helpt waar nodig en besteed zijn vrije tijd aan het publiceren van lang gekoesterde datareeksen, waarvoor eerder geen tijd beschikbaar was.
Een andere grote verandering is de benoeming van het lange termijndoel. In 2002 werd door het OSPAR verdrag (het ‘Verdrag ter bescherming van het zeemilieu in de noordoost Atlantische Oceaan’) vastgelegd, dat landen rond de Noordzee moeten streven naar een ecologische doelstelling (of in het Engels ‘Ecological Quality Objective’, EcoQO). Voor zwerfvuil werd de stormvogel als indicatorsoort gebruikt met het doel, dat minder dan 10% van de vogels meer dan 0,1 gram plastic in hun maag hebben. Dit doel is nu herbenoemd naar de Engelse term ‘Fulmar Threshold Value’ (Fulmar-TV). Inhoudelijk is de doelstelling wel hetzelfde gebleven. Die term wordt dan ook doorgaans in het nu gepubliceerde rapport gebruikt.
Vanaf dit jaar wordt niet alleen plastic in de magen van stormvogels gerapporteerd, maar ook paraffine-achtige stoffen. Paraffine is een industrieel geproduceerde wasachtige stof, die met schepen vervoerd wordt. Soms komt dit materiaal (bijvoorbeeld tijdens het schoonmaken) in zee terecht en kan dan door onder andere stormvogels worden ingeslikt. In de meest recente periode van 2016-2020 hadden 19% van de stormvogels dit materiaal in hun maag.
Een kijkje nemen van plastic in stormvogels
Sinds een paar jaren maken de onderzoekers korte fotoverslagen van het plastic in stormvogels, daardoor kan iedere vinder van een dode stormvogel zien, wat zijn of haar vogel in de maag had. Voor de vogels uit 2020 kan het rapport worden gedownload.