Nieuws

Menstruatie en mensenrechten

article_published_on_label
6 december 2024

Dr. Inga Winkler van de leerstoelgroep Recht heeft een ERC Consolidator Grant gekregen voor haar project PERIODS ‘Mensenrechten in de menstruatiebeweging’. Het project onderzoekt hoe activisten en maatschappelijke organisaties menstruatie beter op de maatschappelijke agenda krijgen. Met deze beurs kan ze vijf jaar lang onderzoek doen met een budget van twee miljoen euro.

Winkler: “Ik vind het heel mooi om aan dit project te werken en samen te werken met geweldige partners. Menstruatie is lang verzwegen en genegeerd.Hetheeft een stigma en de gevolgen daarvan voor de samenleving zijn enorm. Onderzoek naar menstruatie heeft lang in het verdomhoekje gezeten en daarom is de erkenning door de European Research Council een enorme stimulans - voor mezelf en voor menstruatie als onderzoeksgebied.”

Winkler gaat een internationale studie uitvoeren met sociale bewegingen in India, Zuid-Afrika, de Verenigde Staten en Oost-Europa om diepgaande inzichten te krijgen in hun ervaringen en acties.

Waarom is onderzoek naar menstruatie nodig?

Winkler: “Het stigma op menstruatie heeft ingrijpende gevolgen voor het recht van vrouwen op onderwijs, werk, gezondheid, lichamelijke integriteit en deelname aan het sociale, culturele en openbare leven. Vrouwen krijgen te maken met barrières in de samenleving die voortkomen uit de manier waarop mannen en vrouwen worden behandeld. Denk aan situaties waarbij waar vrouwen minder verdienen, als minder capabel worden gezien en - vooral als ze menstrueren - worden gezien als hysterisch, te emotioneel en ongeschikt om beslissingen te nemen.

Dit beeld is wel aan het veranderen, in de afgelopen tien jaar is er steeds meer aandacht gekomen voor menstruatie. We hebben nu een menstruatie-emoji, een documentaire over menstruatie heeft een Oscar gewonnen en we zien veel liefdadigheidsinitiatieven om menstruatieproducten te verspreiden.’

Wat moet er gebeuren?

Winkler:' Deze initiatieven zijn geweldig. Er is echter een 'maar'. Veel van deze inspanningen blijven oppervlakkig, ze laten het stigma rond menstruatie intact en genderongelijkheid onaangeroerd. Er zijn genoeg acties rond menstruatieproducten. Het dient als pleister, een donzig laagje katoen en cellulose dat dient om de vloed op te vangen, maar tegelijkertijd geven deze acties de boodschap dat het de verantwoordelijkheid is van menstruerenden om hun vloed te beheersen, te verbergen, privé te houden. Als menstrueerders wordt ons nog steeds verteld dat we ons rommelige, lekkende lichaam onder controle moeten houden.

En zolang we ons bijna uitsluitend richten op materiële oplossingen, erkennen we niet de sociaal-culturele constructies, genderstereotypen, vrouwonvriendelijke houding en de macht die menstruatiestigma's over ons leven hebben.

In mijn project zal ik onderzoeken of en hoe sociale bewegingen deze meer onzichtbare en ontastbare zaken adresseren en aanpakken. Ik zal me richten op die onderdelen van de menstruatiebeweging die meestal niet de voorpagina's halen maar vaak in de marge blijven.

Ik heb bijvoorbeeld samengewerkt met de Safai Karmachari Andolan, de Dalit-beweging van opruimers in India die zich aan de 'onderkant' van het kastensysteem bevinden. Zij lijden onder vormen van onderdrukking op basis van geslacht, kaste, beroep, familiestatus, leeftijd en andere factoren. Deze beweging heeft geweldig werk verricht door groepen vrouwen bij elkaar te brengen en menstruele rechtvaardigheid te gebruiken als uitgangspunt om genderrelaties te bespreken en te veranderen.

Ik hoop dat dit onderzoek bijdraagt aan maatschappelijke verandering. Wat we uiteindelijk moeten bereiken is een samenleving waarin niemand wordt achtergesteld alleen omdat zij menstrueert’.

Dr. Inga Winkler's onderzoeksagenda bevindt zich op het snijvlak van mensenrechten, volksgezondheid en genderrechtvaardigheid. Ze is co-redacteur van het toonaangevende Handbook of Critical Menstruation Studies en co-voorzitter van een permanent seminar over menstruatie en samenleving aan Columbia University. Voordat Inga bij Wageningen kwam, werkte ze aan de faculteit van de Central European University in Wenen en aan Columbia University in New York City. Eerder deed ze uitgebreide beleidservaring op als juridisch adviseur van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten op het gebied van water en sanitaire voorzieningen.