Nieuws

Lessen uit COVID leerzaam om duurzaam en gezond eetgedrag te stimuleren

article_published_on_label
15 juni 2021

COVID-19 heeft het eetgedrag van groepen Nederlanders doen omslaan naar gezonder en duurzamer of juist ongezonder eten. Dit komt naar voren in een studie van Wageningen University & Research in opdracht van het ministerie van LNV. De studie kijkt naar de impact van de coronapandemie op voedselkeuzegedrag van Nederlanders tijdens de pandemie. Het merendeel van de mensen laat een vergelijkbaar patroon zien, maar vooral jongeren, mensen met overgewicht en kwetsbare mensen zijn anders gaan eten.

De studie heeft negen Nederlandse onderzoeken en 23 Europese wetenschappelijke artikelen over corona en eetgedrag onder de loep genomen en de resultaten daaruit gebundeld. De onderzoekers hebben daarnaast gekeken wat we van de crisis kunnen leren om duurzame en gezonde eetgewoonten te laten beklijven.

Jongeren gingen ongezonder eten

Het merendeel van de mensen laat geen veranderingen zien ten tijde van de Corona crisis, maar er komen wel  een aantal opvallende verschuivingen aan het licht. Zo eten sommige groepen meer groente en fruit en juist minder snacks en alcohol. Ook worden er meer streek- en seizoensproducten gekocht en wordt er minder voedsel weggegooid. Tegelijkertijd zijn er ook groepen die juist ongezonder zijn gaan eten en drinken: meer snacks, vaker afhalen of laten bezorgen, meer alcohol.  Opvallend: de verschuivingen – positief en negatief – zijn vooral zichtbaar bij jongeren, mensen met overgewicht en mensen met een slechte mentale gezondheid. Bij ouderen is dit veel minder het geval. Al met al is zo’n 22 procent van de Nederlanders door de pandemie gezonder gaan eten, terwijl 12 procent juist ongezonder is gaan eten. “Deze veranderingen lijken op het eerste gezicht niet zo schokkend”, aldus Marleen Onwezen, onderzoeker van Wageningen Economic Research, “maar verschuivingen in voedselpatronen op deze schaal komen eigenlijk nooit voor.”

Meer motivatie, meer mogelijkheden

Volgens Onwezen zijn er verschillende verklaringen voor de veranderingen in eetpatroon: “Sommige mensen zijn door de pandemie juist gemotiveerd geraakt om gezonder te gaan eten. Daarbij spelen factoren als gezondheid, het verbeteren van het immuunsysteem en willen afvallen een rol. Ook duurzaamheidsmotieven spelen een rol, zoals de voorkeur voor meer Nederlandse producten. Daarnaast hebben mensen doordat ze meer thuis zijn ook meer mogelijkheden om bijvoorbeeld langer in de keuken te staan. Tegelijkertijd blijken kwetsbare groepen minder weerbaar en kunnen stress, angst en verveling ongezond eten juist stimuleren. Bij mensen die de nieuwe werkelijkheid beter weten te accepteren, zie je juist vaak een gezonder eetpatroon ontstaan.”

Intrinsieke motivatie

De veranderingen in eetpatroon tijdens COVID-19 bieden volgens Onwezen kansen: “Normaal gesproken kunnen mensen hun voedselgedrag heel moeilijk veranderen, maar door COVID-19 gaan veel mensen bewuster met voedsel om en hechten zij meer waarde aan gezondheid en duurzaamheid. Door die intrinsieke motivatie maken zij meer en vaker bewustere keuzes die ook op de lange termijn standhouden. Acties om mensen gemotiveerd te houden, helpen daarbij, zoals rolmodellen die via social media te volgen zijn. De communicatie over COVID heeft ertoe dat sommige mensen zich bewust werden van het belang om gezonder te leven. Zo was dagelijks in het nieuws dat mensen met obesitas vatbaarder leken voor het virus. Die manier van communiceren kan ook zonder een pandemie gebruikt worden om mensen de urgentie van een gezond eetpatroon te laten ervaren.

Nieuwe gewoonten door meer thuis zijn

Door de pandemie eten mensen vaker thuis, wat tot nieuwe gewoonten heeft geleid: langer koken, meer seizoens groente eten, woensdag de kliekjes uit de vriezer opmaken.  “Door self nudging kunnen mensen zichzelf subtiel blijven stimuleren om van de gezonde keuze ook de makkelijke keuze te maken”, stelt Marleen Onwezen. “Ongezonde snacks kun je bijvoorbeeld in de bovenste keukenkastjes of in een kastje met een slot opbergen. Of je kunt de auto een stukje verder parkeren, zodat je sneller de fiets neemt om boodschappen te doen.”

Om te voorkomen dat kwetsbare mensen terugvallen in ongezond voedselkeuzegedrag, hebben zij ondersteuning nodig, stelt Onwezen: “Het helpt als zij leren beter om te gaan met de crisis, bijvoorbeeld doordat zij ook positieve kanten gaan zien of doordat zij leren de situatie te nemen zoals die is.”

COVID-19 biedt dus een scala aan aangrijpingspunten om gezond en duurzaam voedselkeuzegedrag blijvend te stimuleren en om ongezonde en niet-duurzame keuzes juist te ontmoedigen. Onwezen: “Hoewel we verrast werden door COVID, hoeven we ons niet te laten verrassen door de verleidingen die na de pandemie op ons afkomen. De impact van COVID ons onze voedselkeuzes levert inzichten op waarmee we de transitie naar een gezond en duurzaam eetpatroon juist kunnen versnellen.”