Nieuws

In 2023 infectieziekte belangrijkste doodsoorzaak gestrande bruinvissen

article_published_on_label
15 mei 2024

Jaarlijks wordt door de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht in samenwerking met Wageningen Marine Research onderzoek gedaan naar de doodsoorzaak van gestrande bruinvissen. In 2023 zijn 47 bruinvissen onderzocht. Bijna een derde deel van de onderzochte dieren bleek te zijn gestorven aan de gevolgen van infectieziekten. Andere doodsoorzaken waren onder andere bijvangst, trauma en voedseltekort.

Jaarlijks doodsoorzaak gestrande bruinvissen onderzocht

In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt jaarlijks de doodsoorzaak onderzocht van gestrande bruinvissen. Dit onderzoek wordt gedaan door de afdeling Pathologie van het departement Biomolecular Health Sciences van de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht in samenwerking met Wageningen Marine Research. Dit gebeurt in het kader van de ‘Overeenkomst inzake de instandhouding van kleine walvisachtigen in de Oostzee, de Noordoostelijke Atlantische Oceaan, de Ierse en de Noordzee (ASCOBANS)’, die sinds 1991 van kracht is. Eén van de hoofddoelen van het onderzoek is om te achterhalen hoeveel bruinvissen door menselijk toedoen zijn gestorven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij bijvangst: bruinvissen die zijn overleden doordat ze verstrikt zijn geraakt in visnetten.

In 2023 minder bruinvissen gestrand

In 2023 zijn er in totaal 325 bruinvissen gestrand. Hiervan zijn er 47 op de snijtafel beland voor onderzoek. Het aantal strandingen is minder dan in de afgelopen jaren. Omdat dit al aan het eind van de winter duidelijk was, is besloten minder streng om te gaan met de criteria voor versheid. Meestal worden alleen zeer verse tot verse dieren onderzocht. Dit jaar werden er naast 30 zeer verse tot verse dieren ook 17 minder verse dieren onderzocht.

Een derde deel overleden door infectieziekte

Van de 47 onderzochte dieren bleken er vijftien overleden te zijn aan de gevolgen van een infectieziekte. Tien bruinvissen door bijvangst, vijf door trauma, vijf door voedseltekort en vier door een aanval door een grijze zeehond. De doodsoorzaak van vier bruinvissen vielen niet in een van de standaardcategorieën en werden ingedeeld in de categorie ‘overig’. Twee pasgeboren bruinvissen zijn gestorven aan de gevolgen van moeilijkheden tijdens de geboorte. Tenslotte kon van twee bruinvissen de doodsoorzaak niet worden vastgesteld.

Minder slachtoffers door aanval grijze zeehond

Opmerkelijk is dat in 2023 bij de onderzochte bruinvissen er weinig slachtoffers waren van een aanval door een grijze zeehond. Het is niet duidelijk of dat komt door veranderingen in de verspreiding van grijze zeehonden ten opzichte van de verspreiding van bruinvissen in kustwateren.

Het percentage bijvangst is juist hoger dan in voorgaande jaren. Dit komt waarschijnlijk doordat er dit jaar ook minder verse dieren werden onderzocht. Bijvangst gebeurt vaak verder op zee, waardoor dieren dus een langere ‘aandrijftijd’ hebben voordat ze stranden. De dieren verkeren daardoor automatisch vaker in verdere staat van ontbinding.

Lees meer in dit dossier