Nieuws
Het effect van natuurherstelmaatregelen op vaatplanten, dagvlinders en broedvogels
In natuurgebieden worden regelmatig natuurherstelmaatregelen uitgevoerd. Er is bij beleidsmakers en beheerders behoefte aan meer inzicht in de effectiviteit van deze herstelmaatregelen. In het kader van de Derde Lerende Evaluatie van het Natuurpact is in beeld gebracht wat bekend is over de effecten van natuurherstelmaatregelen op drie soortgroepen: vaatplanten, dagvlinders en broedvogels. Hieruit blijkt dat de omvorming van landbouwgrond naar nieuwe natuur een positief effect heeft op deze soortgroepen. Voor natuurherstelmaatregelen in bestaande natuur is het beeld wisselender: deze maatregelen laten niet altijd de gewenste toename zien in soortenrijkdom of aantallen per soort. Monitoring van natuurherstelmaatregelen, vooral op de langere termijn (meer dan 10 jaar), is essentieel om te bepalen welke maatregelen het beste werken.
In 2013 hebben het Rijk en de provincies bestuurlijke afspraken in het Natuurpact vastgelegd. Ze hebben daarbij onder andere afgesproken een netwerk van natuurgebieden af te ronden in 2027: het Natuurnetwerk Nederland. Provincies zullen daarvoor het bestaande netwerk vergroten door 80.000 hectare nieuwe natuur in te richten en maatregelen te laten treffen om de natuurkwaliteit in dit netwerk te behouden en te verbeteren. Zo willen ze een robuust netwerk maken dat tegen een stootje kan. Veel provincies hebben echter nog geen goed overzicht van de gebieden waar systeemherstel het meest kansrijk is.
Langetermijnmonitoring herstelmaatregelen essentieel
Het is belangrijk om herstelmaatregelen goed te monitoren, om de langetermijneffecten van maatregelen in het verleden te bepalen en te bepalen welke maatregelen nu het meest effectief zijn. Veel van het uitgevoerde onderzoek naar het effect van natuurherstelmaatregelen is echter relatief kort (één tot vijf jaar). Slechts enkele studies kijken naar de effecten van natuurherstelmaatregelen op langere termijn (bijvoorbeeld na twintig jaar). Om erachter te komen of herstelmaatregelen ook tot een blijvend natuurherstel leiden, is meer kennis nodig over het langetermijneffect van natuurherstelmaatregelen en een beter landelijk beeld van de effecten van natuurherstelmaatregelen.
Nieuwe methode voor monitoring
In dit onderzoek is een hiervoor kansrijke nieuwe methode toegepast, waarin met luchtfoto’s en verspreidingsdata van vaatplanten, vlinders en broedvogels een inschatting wordt gemaakt van de langetermijneffecten in gebieden waar wel of geen maatregelen zijn uitgevoerd. Vogels, dagvlinders en vaatplanten worden van alle soortgroepen het meest waargenomen, maar ook het meest gebruikt in het Nederlandse natuurbeleid. Ze zijn bovendien representatief voor de schaalniveaus landschap (vogels), vegetatiestructuur (dagvlinders) en standplaats (vaatplanten). In dit onderzoek is daarom gekeken naar wat bekend is van het effect van natuurherstelmaatregelen op deze soortgroepen.