Nieuws

De toekomst van echte melk zonder koeien

article_published_on_label
9 september 2022

“Misschien kunnen we ooit op een dak middenin de stad eiwitten produceren”, zegt Julia Keppler van het Laboratorium van Levensmiddelenproceskunde. Dit lab bestudeert melkeiwitten die zijn gemaakt door cellen in plaats van koeien. De komende vier jaar zet ze met haar collega’s grote stappen op dit nieuwe pad in de eiwittransitie.

Producten met nieuwe eiwitten zijn nog niet zo populair als vlees en zuivel. Het lijkt erop dat veel mensen pas nieuwe eiwitten eten als ze vergelijkbaar zijn met hun dierlijke tegenhangers. De smaak en structuur moeten concurreren met die van een biefstuk of een glas melk. Ondertussen kijken onderzoekers ook of dergelijke nieuwe eiwitten voedzaam en gezond zijn. De productie moet tot slot ook schaalbaar zijn en winstgevend voor de voedingsmiddelenindustrie. Waarschijnlijk komt de eiwittransitie pas echt op gang als aan al deze voorwaarden wordt voldaan.

WUR-onderzoekers werken op allerlei manieren aan de eiwittransitie. Zo zijn bonen, eendenkroos en andere plantaardige eiwitten al jaren onderwerp van studie. In de toekomst belanden dit soort vleesvervangers misschien steeds vaker op ons bord. Kanshebbers genoeg, maar toch zijn ze niet de enige optie als vervanger van dierlijke eiwitten.

Cel als melkfabriek

Wie weet, zijn andere nieuwe eiwitten straks helemaal niet meer te onderscheiden van echte dierlijke eiwitten. Melk van dit soort eiwitten lijkt niet op plantaardige melk, maar meer op echte koemelk. Een nieuwe WUR-studie richt zich op deze manier melk te maken, met cellen als melkfabriekjes. “Ik denk dat deze cellulaire melk een goede toevoeging zou zijn op de eiwitmarkt, alleen het is nog amper onderzocht”, zegt Keppler. “En toch denk ik dat dit soort eiwitten veel potentie hebben, zeker omdat het aannemelijk is dat er minder land voor nodig zal zijn om dit te produceren.”

Op zoek naar kansen

De komende vier jaar gaat WUR met Maastricht Universiteit en Utrecht Universiteit uitvinden welke kansen de cellulaire melkfabriek biedt. Ook start-ups die deze eiwitten al maken, zijn betrokken bij het onderzoek. Het consortium onderzoekt drie manieren om cellulaire eiwitten te maken. “Ten eerste gebruiken we cellijnen die echte melk maken, net als cellen in koeienuiers”, begint Keppler. “Daarnaast hebben we genetisch gemodificeerde bacteriën die een bepaald melkeiwit produceren. De derde onderzoekslijn gebruikt bacteriële eiwitten, zonder eerst genetische modificatie toe te passen.”

Mix van eiwitten en ander celmateriaal

Keppler en haar collega’s gaan precies na welke eiwitten de bacteriën maken. Vooral voor de derde onderzoekslijn is dat interessant. Zijn dat echte melkeiwitten of hebben ze een andere structuur? Hoeveel ander celmateriaal is er aanwezig en welke eigenschappen heeft het mengsel? Kun je dat andere celmateriaal gebruiken voor een lekker en gezond melkproduct of blijft er altijd wat over? Op deze vragen hoopt Keppler de antwoorden te vinden.

De volgende stap is om de voedingsmiddelenindustrie te laten zien wat mogelijk is. “Als we geen specifieke eiwitten hoeven te isoleren, dan is dit waarschijnlijk de meest duurzame en winstgevende optie voor de industrie. Maar we moeten er ook zeker van zijn dat de melk voldoet aan de eisen voor de veiligheid en de wettelijke kaders. Daarom werken we ook samen met experts op deze gebieden.”

Beter voor het klimaat

De eiwittransitie draait voornamelijk om duurzaamheid. De gedachte achter de transitie is immers om de uitstoot van broeikasgassen door koeien terug te dringen en zo klimaatverandering tegen te gaan. “Als we dierlijke eiwitten vervangen door cellulaire alternatieven, dan vermindert dat de ecologische voetafdruk van de zuivelindustrie. We weten alleen nog niet hoeveel. Eerst moeten we het proces efficiënter maken en opschalen. Dan is de potentie enorm”, verwacht Keppler. “We moeten nog veel onderzoek doen om deze stappen te zetten. Dit is pas het begin.”