Nieuws

De toekomst van algenbloei in meren wereldwijd ligt in onze handen

article_published_on_label
29 oktober 2024

Hoe ziet de toekomst van onze meren eruit - helder water of algenbloei? Nieuw onderzoek heeft voor het eerst algenbloei wereldwijd in kaart gebracht, onder verschillende sociaaleconomische en klimaatscenario’s. Het onderzoek, uitgevoerd door Wageningen University & Research en NIOO-KNAW, geeft nieuwe inzichten in hoe ecosystemen kunnen veranderen en welke rol wij daarbij spelen.

Meren leveren essentiële ecosysteemdiensten zoals voedselproductie, watervoorziening en klimaatregeling. Deze diensten zijn direct gekoppeld aan de gezondheid van de ecosystemen. Eutrofe meren, meren die een overmaat aan voedingsstoffen hebben, worden vaker gedomineerd door algenbloei. Deze bloei kan schadelijk zijn voor planten die in het meer groeien (macrofyten) en dieren die op de bodem van het meer leven (benthische gemeenschappen). Algenbloei vermindert het vermogen van het meer om vitale ecosysteemdiensten te ondersteunen.

Toekomstscenario's

Het model van het team toont aan dat recent 56% van de meren wereldwijd onder de eutrofiëringsdrempel lagen, terwijl 44% erboven lagen. Deze situatie kan verslechteren afhankelijk van onze keuzes in maatschappelijke activiteiten die door klimaatverandering worden beïnvloed.

In een toekomst met veel fossiele brandstoffen, zal 91% van de meren meer algenbloei krijgen door vervuiling van menselijke activiteiten. In een toekomst met meer milieuacties, zoals technologische vooruitgang, betere afvalwaterzuivering en minder vleesconsumptie, zal 63% van de meren minder algenbloei hebben. Deze veranderingen komen vooral door verschuivingen in vervuiling. Klimaatverandering zal waarschijnlijk ook de algenbloei verergeren, wat het moeilijker maakt om de waterkwaliteit te behouden.

Nieuw modelleringssysteem

Deze nieuwe inzichten kwamen door een nieuw modelleringssysteem dat een waterkwaliteitsmodel (MARINA) koppelde aan een ecosysteemmodel voor meren (PCLake+). Dit was de eerste poging op wereldschaal en biedt mogelijkheden om de reactie van meren op activiteiten beter te bestuderen en oplossingen voor wereldwijde veranderingen te onderzoeken.

De auteurs benadrukken het belang van effectiever beleid voor het beheer van meren dat aangepast is aan klimaatverandering, en de vervuiling door voedingsstoffen uit stroomgebieden te verminderen. Samenwerking is belangrijk bij dergelijk interdisciplinair onderzoek om nieuwe kennis te produceren en anderen te inspireren om actie te ondernemen.

Figuren: Verwachte veranderingen in de Trofische Staat Index voor chlorofyl-a (TSI-Chla) voor meren in 2050 vergeleken met 2010. c) Verandering in TSI-Chla in het fossiele brandstoffen scenario voor 2050. d) Verandering in TSI-Chla in het duurzame ontwikkeling scenario voor 2050. (aangepast van Figuur 2 in het artikel)
Figuren: Verwachte veranderingen in de Trofische Staat Index voor chlorofyl-a (TSI-Chla) voor meren in 2050 vergeleken met 2010. c) Verandering in TSI-Chla in het fossiele brandstoffen scenario voor 2050. d) Verandering in TSI-Chla in het duurzame ontwikkeling scenario voor 2050. (aangepast van Figuur 2 in het artikel)