category_news

“De overstap op duurzame energie gaat ons landschap opnieuw transformeren”

article_published_on_label
7 oktober 2024

Als persoonlijk hoogleraar Post-Carbon Landscape Design hoopt Sven Stremke de noodzaak van duurzame landschapsarchitectuur aan zijn studenten en collega’s over te brengen. “Onze landschappen gaan meeveranderen met de mitigatie van klimaatverandering en overstap op duurzame energie.”

De landschappen die we ontwerpen, inrichten en gebruiken, gaan veranderen, en dat heeft alles te maken met het afscheid van fossiele energie. Hoogleraar Sven Stremke, die op 11 oktober zijn inaugurele rede uitspreekt, wil dat de landschapsarchitectuur bij gaat dragen aan een CO2-neutrale samenleving. “Nederland is al door vier energietransities heengegaan. Hout en veen hebben afgedaan als warmtebronnen. Wind- en watermolens zijn in onbruik geraakt. En nu proberen we fossiele brandstoffen achter ons te laten. Elke transities heeft het landschap veranderd. De overstap naar schone energie gaat onze omgeving opnieuw transformeren.”

Als persoonlijk hoogleraar Post-Carbon Landscape Design, bij de leerstoelgroep Landschapsarchitectuur, wil Stremke zowel in de collegezaal als aan de teken- en beleidstafel deze verandering mogelijk maken. “Ik wil landschapsarchitecten opleiden voor wie duurzaamheid een centrale, sturende waarde is. En ik wil dat landschapsarchitecten vanaf het begin een stem krijgen in het gesprek over klimaatmitigatie en het opwekken van schone energie. Nog te vaak worden we pas achteraf ingeschakeld om de klimaatimpact op een gebied te verzachten, nadat de significante aspecten van een project al zijn uitgedacht.”

Van esthetisch naar klimaat-positief

Om zijn inaugurele rede interessant en toegankelijk te maken voor zijn studenten, pakt Stremke het iets anders aan dan zijn collega’s misschien gewend zijn. “De landschapsarchitectuurstudenten kiezen tijdens hun studie een onderwerp om zich in te verdiepen. Ik hoop dat een speelsere, lossere lezing hen kan verleiden om zich te richten op klimaat neutraal, of zelfs klimaat-positief ontwerp. Daarom schrijf ik mijn rede niet uit. Ik ga eigenlijk meer een soort lezing geven, bijna een college.”

ForestVoltaics een ontwerp-onderzoeksproject van Sam van der Oetelaar en professor Stremke. De zonnecellen stijgen met de groeiende bomen mee en creëren op die manier een gunstig microklimaat in zanderige regio's als de Veluwe.
ForestVoltaics een ontwerp-onderzoeksproject van Sam van der Oetelaar en professor Stremke. De zonnecellen stijgen met de groeiende bomen mee en creëren op die manier een gunstig microklimaat in zanderige regio's als de Veluwe.

Het vakgebied waarin Stremke zijn studenten opleidt, legt nog altijd de nadruk op esthetiek. Als duurzaamheid al een factor is, wordt die volgens Stremke nog niet ver genoeg doorgerekend. “Als ik op een excursie mijn studenten twee parkbankjes laat zien, geven veel van hen nog steeds de voorkeur aan het meest aantrekkelijke model, in plaats van ook duurzaam materiaalgebruik mee te nemen. Tegelijkertijd is het nog steeds moeilijk om aan betrouwbare gegevens te komen over de duurzaamheid van ontwerpkeuzes. Het gaat veel verder dan alleen productieprocessen of grondstoffen. Onderhoud moet bijvoorbeeld ook duurzaam kunnen worden uitgevoerd.”

Post-carbon landscape design

In zijn inaugurele lezing wil Stremke dieper ingaan op het onderscheid tussen koolstofbronnen en -afvoeren, in het Engels ‘carbon sources’ and ‘carbon sinks’. “Een afvoer onttrekt meer koolstofdioxide aan de atmosfeer dan dat die eraan toevoegt. Een bron is precies tegenovergesteld.” Dit onderscheid moet landschapsarchitecten helpen klimaatneutrale, of zelfs klimaat-positieve landschappen te ontwerpen.

Om de duurzaamheidsuitdagingen van landschapsarchitecten te illustreren, wijst Stremke op golfbanen. “Bomen, gras, en vijvers, wat kan daar nu mis mee zijn? Het ontbreekt ten eerste aan biodiversiteit, dat is evident, maar problematischer is het onderhoud. Om al dat gras groen te houden, is veel water, energie, en meststof nodig. Alle drie bronnen van emissies.” Stremke trekt het nog iets breder en haalt de groene reputatie van planten in het algemeen aan. “Planten gelden als carbon sinks, maar intensieve kweekprocessen, transport en beheer stoten op de korte termijn veel koolstofdioxide uit. Planten onttrekken wel CO2 aan de lucht, maar niet altijd genoeg om daarvoor te compenseren. Onder de streep zijn het vaak sources in plaats van sinks.”

Het ForestVoltaics-systeem kan op interessante manieren gecombineerd worden met productiebossen, waarbij de zonnepanelen elke tien jaar rouleren.
Het ForestVoltaics-systeem kan op interessante manieren gecombineerd worden met productiebossen, waarbij de zonnepanelen elke tien jaar rouleren.

Om het onderscheid tussen bron en afvoer effectief te maken, is data nodig. “Daar hebben we in de landschapsarchitectuur behoefte aan. Een systeemgerichte benadering, waar Wageningen University & Research om bekend staat, die verder kijkt dan de aanleg van een ontwerp.” Niet alleen Stremke's nieuwe studenten worden opgeleid om zo’n aanpak te hanteren. Stremke organiseerde ook bijscholing voor ervaren ontwerpers die meer willen leren over post-carbon design. “Dat is erg belangrijk. De projecten die deze collega’s ontwerpen, gaan nog decennia mee, of langer.”

Energietransitie verandert het landschap

Bij de aanleg van energielandschappen in de openbare ruimte ontbreekt het landschapsarchitecten soms nog aan invloed. “Een veld zonnepanelen, bijvoorbeeld. Overdreven gezegd worden ontwerpers nu soms pas aangehaakt als de locatie en omvang van een park al bepaald zijn, om uit te zoeken waar nog een rij bomen geplant mag worden.” Als landschapsarchitecten vanaf het begin betrokken worden, kunnen ze helpen om juist alle opties voor het opwekken van hernieuwbare energie te overwegen en emissies effectiever compenseren.

“Om bij het voorbeeld van een veld zonnepanelen te blijven. Een tijd lang werden zonnepanelen voornamelijk langs autowegen aangelegd, omdat daar ook vaak elektriciteitsleidingen lopen. De opgewekte energie kan zo meteen afgevoerd worden via dit netwerk,” legt Stremke uit. “Dat is handig, maar heeft ook invloed op de beeldvorming. Wie met de auto door Nederland rijdt, kan zomaar het idee krijgen dat het land vol staat met zonnepanelen. Terwijl het er nog veel meer moeten worden om tegemoet te komen aan Europese energiedoeleinden.”

Beeldvorming behoort tot de unieke uitdaging die de energietransitie met zich meebrengt voor landschapsarchitecten. “Onze overstap op duurzame energie gaat niet geleidelijk, zoals in het veen- of zelfs het olie en gastijdperk. Deze keer zal een deel van het Nederlandse cultuurlandschap in korte tijd sterk veranderen, en dat kan controversieel zijn. Landschapsarchitecten kunnen een essentiële bijdrage leveren aan de kwaliteit van deze transformatie, daarvan ben ik overtuigd.”