Nieuws
De juiste boom op de juiste plek, voor gezond Nederlands bos
Bomen planten, een goed idee met een simpele uitvoering — toch? Dat valt soms tegen. De juiste boom kiezen voor de juiste plaats is nog niet zo makkelijk, zelfs voor bosbeheerders. Daarom leveren onderzoekers van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland de kennis voor een actuele Rassenlijst Bomen.
Het Rijk en de provincies hebben een afspraak: in 2030 moet er 37.000 hectare bos bij zijn gekomen, ofwel zo’n 155 miljoen bomen en struiken. Dat lijkt eenvoudig, maar is het niet. ‘Je kunt op allerlei plekken en op allerlei manieren bomen en struiken aanplanten, maar als je een bos wilt dat toekomstbestendig is, moet je dat wel bewust doen,’ vertelt dr. ir. Joukje Buiteveld, Hoofd Genetische Bronnen Bomen bij het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). Het GCN doet onderzoek voor de Raad voor plantenrassen, die verantwoordelijk is voor de Rassenlijst Bomen. Die lijst helpt bosbeheerders om de juiste keuzes te maken bij het aanplanten van nieuw bos.
- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan
Gezonde, goed aangepaste bomen
Bewust aanplanten betekent: de juiste boom op de juiste plek. ‘De juiste boom is niet alleen van het juiste soort. Het gaat ook om herkomst,’ vertelt Buiteveld. De bomen en het bos waarvan het zaad afkomstig is voor de aanplant, dat is de “herkomst”. Door hun herkomst zijn ook bomen binnen een soort dus niet hetzelfde. Het CGN onderzoekt de eigenschappen van bos op verschillende groeiplaatsen. ‘We kijken naar de groei, naar de houtkwaliteit, en ook naar het slagingspercentage van nieuwe aanplant.’ De Rassenlijst Bomen wordt jaarlijks geactualiseerd.
‘De Rassenlijst is een soort keuzehulp. We willen beheerders helpen om herkomsten te kiezen met eigenschappen die passen bij het doel dat ze proberen te bereiken. Voor bossen waarvan een deel ook bestemd is voor productie, doet houtkwaliteit ertoe. Als het gaat om natuurbehoud, kunnen beheerders voor oorspronkelijke herkomsten kiezen. Ook mag nieuw bos niet gemakkelijk ziek worden en in veel gevallen willen beheerders bomen die goed zijn aangepast aan het Nederlandse klimaat.’
Groen voor de toekomst
Het wetenschappelijk onderzoek van het CGN waarborgt kwaliteit, maar onderzoek naar bomen kost veel tijd. De onderzoekers volgen hun testpercelen zo'n twintig jaar. ‘De herkomsten die zo’n proces ondergaan, staan als “getest” in de lijst.’ Andere bomen worden onderzocht waar ze groeien om te kijken of ze een geschikte bron zijn. Voor oude bossen, die min of meer natuurlijk in Nederland zijn gegroeid, geldt hun aanwezigheid zelf als een kwaliteit. Al zegt Buiteveld er meteen bij dat dit geen garantie is voor de toekomst. Toch laat het in ieder geval zien dat de bomen zich tot nu toe hebben weten aan te passen.
Met het oog op bijvoorbeeld klimaatverandering is het nodig om nog veel meer te leren over het aanpassingsvermogen van bomen. ‘Op dit moment doen we proeven met zoete kersen en wintereiken uit andere delen van Europa. Dat zijn bomen uit bijvoorbeeld Noord-Frankrijk, een gebied met een klimaat waar Nederland in de toekomst mee te maken kan krijgen.’ Die herkomsten vergelijken de onderzoekers met Nederlandse bomen. ‘Het is een uitdaging: nu al de bomen aan te planten die in het klimaat van de toekomst ook zullen overleven. Daar zou ik graag nog veel meer onderzoek naar doen.’