Nieuws
Consumptie staat centraal op Global Food Security Conference
Op 9 april vindt in Leuven de vijfde editie van de Global Food Security Conference plaats. Zo’n 500 onderzoekers uit 65 landen praten hier over voedselzekerheid en voedselsystemen. Martin van Ittersum, hoogleraar Plantaardige productiesystemen van Wageningen University & Research (WUR), is medeorganisator van dit congres en houdt de openingsrede. Hij voorziet dat voedselconsumptie centraal staat.
Op de eerste edities van dit congres in de afgelopen tien jaar was er nog relatief veel aandacht voor de productie van voedsel, zegt Van Ittersum. Onderzoekers gaven presentaties hoe boeren de opbrengsten konden verhogen op een duurzame manier. Maar de afgelopen jaren is de aandacht verschoven van productie naar consumptie. Een deel van de wereldbevolking heeft te maken met voedseltekorten en ondervoeding, maar een ander deel eet teveel en/of te eenzijdig en kampt met obesitas. In beide gevallen zoeken onderzoekers naar manieren om de voedselkwaliteit en gezondheid te verbeteren en het milieu te ontzien. Omdat hier niet alleen consumptie en voedselaanbod een rol spelen, maar ook de productie, handel en wetgeving, spreken de onderzoekers daarom steeds meer over voedselsystemen. ‘We moeten de naam van het congres misschien aanpassen naar Global Food Systems Conference.’
Afrika
Van Ittersum gaat op het congres in op de grote trends in voedselzekerheid en op de voedselsystemen in Afrika en Europa. ‘De meeste Afrikaanse landen hebben, door de groei van de bevolking en toenemende vraag, een hogere opbrengst nodig op het bestaande areaal. Dat betekent intensivering. Mijn onderzoeksgroep doet onderzoek naar hoe boeren hun productie op duurzame wijze kunnen verhogen op het huidige areaal. Dat onderzoek geeft aan wat de bijdrage kan zijn van bijvoorbeeld betere zaden, meer kunstmest of beter bodembeheer. De grote vraag is: hoeveel rek zit er nog in de productiecapaciteit van Afrikaanse boeren? Kan Afrika zichzelf voeden?’ Aan de hand van een actualisatie van eerder onderzoek gaat Van Ittersum een minder pessimistisch beeld schetsen van de voedselsituatie in Afrika beneden de Sahara.
Europa
In Europa spelen er geheel andere issues. De intensieve voedselsystemen lopen tegen de milieugrenzen aan en moeten juist extensiveren, terwijl de vraag naar voedsel in Europa afneemt en moet veranderen vanwege demografie en gezondheid. Van Ittersum ziet drie opgaven in Europa. Ten eerste moet het dieet van de Europeanen veranderen, met minder dierlijk en meer plantaardig. Ten tweede liggen er goede mogelijkheden voor het sluiten van kringlopen door anders met import en export van voedsel en veevoer om te gaan. En de derde opgave is vermindering van reststromen en voedselverspilling.
Dieet
Van deze drie opgaven heeft verandering van dieet de meest impact. Dat blijkt uit onderzoek van WUR-promovendus Ben van Selm, zegt de hoogleraar. ‘Als we de vleesconsumptie halveren en een meer plantaardig dieet volgen, dan dalen de emissies van stikstof en broeikasgassen met tientallen procenten en hebben we aanzienlijk minder land nodig voor onze voedselproductie.’ Aan zo’n transitie zitten plus- en minpunten, zegt Van Ittersum. ‘Op korte termijn betekent dit een afname van inkomens en werkgelegenheid in de landbouw, maar op langere termijn zullen de milieu- en gezondheidskosten afnemen.’
Consumentengedrag
De grote vraag hier is: hoe stuur je het consumentengedrag naar een gezond en duurzaam dieet? ‘Gaan we eetgedrag beïnvloeden via de prijzen – dus heffingen en premies - , via bewustwording of via wet- en regelgeving? Deze vraag speelt vooral in Europa; in landen buiten Europa is er nog niet veel expliciet beleid om consumptiegedrag te sturen.’ Dit vraagstuk zal zeker aan bod komen op de vierde dag van het congres, tijdens de science-policy day. Dat gaan wetenschappers, beleidsmakers en industrie onder andere praten over hoe je consumptiegedrag kunt sturen.