Nieuws

13,7 miljoen per jaar voor WUR uit sectorplanmiddelen ministerie OCW

article_published_on_label
14 april 2023

Minister Dijkgraaf van OCW heeft deze week besloten om de middelen die in het regeerakkoord voor sectorplannen gereserveerd zijn, definitief toe te kennen aan de universiteiten. Het geld dat voor Wageningen University & Research (WUR) bestemd is, komt uit de sectorplannen Bèta en Techniek. Voor WUR komt er 13,7 miljoen per jaar beschikbaar voor fundamenteel onderzoek in het domein van aard- en milieuwetenschappen, biologie en de technische wetenschappen. De sectorplannen lopen tot en met 2028.

Bedoeling is dat het budget daarna onderdeel van de eerste geldstroom wordt. Daarnaast participeert WUR voor 1.1 miljoen per jaar uit eigen middelen in het sectorplan Sociale Wetenschappen, op basis waarvan de WUR haar positie in het landelijke sociaal-wetenschappelijke onderzoek kan versterken.

Rust en ruimte voor de wetenschap

De investering in de sectorplannen betekent specifiek voor WUR dat er in totaal zo’n 75 – 80 posities ingevuld kunnen worden; vooral wetenschappelijke posities op verschillende niveaus, maar ook is er ruimte om technici aan te stellen. Het gaat daarbij om groei van de omvang van de staf. Dit sluit aan bij de ambitie van de minister Dijkgraaf van OCW om meer ‘rust en ruimte’ in het wetenschappelijk onderzoek te brengen.

Universiteiten hebben op basis van zogenaamde sectorbeelden het afgelopen jaar plannen ontwikkeld waarin is uitgewerkt hoe hun sector versterkt kan worden. De agrotechnologie en de ontwerpende ingenieurswetenschappen zijn twee disciplines die in het sectorplan Techniek een plek hebben gekregen.

Samenwerking verder vorm geven

Karin Schroen, persoonlijk hoogleraar Food Proces Engineering, is trekker van de Wageningse bijdrage in het sectorplan Techniek: ”Wij zijn heel blij met het resultaat voor de technische wetenschappen,” vertelt zij. “De investering stelt ons in staat om technisch onderwijs en wetenschappen binnen het WUR-domein te versterken, en om onze samenwerking met de overige TU’s en de RUG in technisch onderzoek verder vorm te geven.”

Schroen ziet daarnaast dat er een grote stimulans gegeven kan worden aan het ‘Wageningse domein’.

“De groepen die deelnemen zullen zich richten op voeding in de breedste zin van het woord. Dan moet je denken aan productie op het land, maar ook het maken van duurzame levensmiddelen en welk effect dat heeft op mensen. Hierdoor vliegen we dit breder aan dan puur vanuit de techniek. Er zal veel aandacht zijn voor een multi- en interdisciplinaire aanpak. Want die is nodig om sociale impact te realiseren, dus dat de samenleving ook echt iets merkt van onze wetenschap.”

Sectorplannen

De middelen voor sectorplannen zijn afkomstig uit het Coalitieakkoord. Sectorplannen zijn vooral bedoeld om slimme samenwerking tussen universiteiten te stimuleren én om ‘rust en ruimte’ te creëren via verlaging van de werkdruk en meer vaste contracten.

Belangrijk bij sectorplannen is dat ze door de disciplines zelf opgesteld worden in de vorm van zogenaamde domein- en sectorbeelden. Voor de huidige sectorplannen heeft het kabinet in totaal 200 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld.