Nieuws
Succesvolle bescherming van biodiversiteit vereist adequate indicatoren voor vervuiling door pesticiden en nutriënten
Wereldwijd worden een miljoen dier- en plantensoorten met uitsterven bedreigd. Een van de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies is vervuiling van de natuur door voedingsstoffen en chemische bestrijdingsmiddelen. Landbouweconoom Niklas Möhring: "De lidstaten van de Verenigde Naties hebben wereldwijde doelen gesteld om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen. Om vervuiling te verminderen en biodiversiteit te beschermen hebben onderzoekers en beleidsmakers adequate indicatoren nodig waarmee ze de voortgang kunnen meten. In ons rapport belichten we er een aantal." Het artikel 'Successful implementation of global targets to reduce nutrient and pesticide pollution requires suitable indicators' is gepubliceerd in Nature Ecology & Evolution."
Leven op aarde is niet mogelijk zonder biodiversiteit. Het samenspel van plant-, dier- en ecosystemen vormt de basis voor een gezonde leefomgeving, duurzame voedselproductie en het tegengaan van klimaatverandering. Natuurherstel is daarom cruciaal. Nederland heeft zich daarom gecommitteerd aan een akkoord dat eind 2022 tijdens de VN-biodiversiteitstop is aangenomen, het Global Biodiversity Framework (GBF). "De doelen van het akkoord zijn ambitieus", legt Niklas Möhring uit. "Tegen 2030 moeten het stikstof- en fosforoverschot dat verloren gaat in het milieu en het totale pesticiderisico zijn gehalveerd. Om dit te bereiken hebben we goede indicatoren nodig die beleidsmakers, onderzoekers en natuurorganisaties kunnen gebruiken als leidraad voor hun acties om de vervuiling te verminderen en de biodiversiteit te beschermen."
Bronnen van vervuiling door voedingsstoffen
De voorgestelde indicatoren voor nutriënten in de tekst van het GBF zijn volgens Möhring ontoereikend en over de methodologie voor pesticiden bestaat nog geen overeenstemming. Daarom stak hij met collega's van universiteiten van over de hele wereld, waaronder Wageningen University & Research, de koppen bij elkaar. In hun rapport belichten ze een aantal relevante indicatoren die het monitoringkader van het GBF zouden kunnen versterken. "Voor nutriëntenvervuiling is de huidige indicator de Index of Coastal Eutrophication Potential. Dit is een gevestigde indicator, maar heeft een beperkte focus op de verhoudingen tussen de stikstof-, fosfor- en siliciumbelasting van rivieren. Hierdoor is hij minder relevant voor het bredere probleem van de effecten van stikstof- en fosforvervuiling op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Bovendien is het een indicator van effecten en niet van bronnen van nutriëntenverontreiniging. Terwijl er goede aanwijzingen zijn dat indicatoren van nutriëntenbronnen veel effectiever zijn voor het informeren en implementeren van beleid om de vervuiling te verminderen."
Vervuiling door pesticiden
De onderzoekers adviseren ook over indicatoren voor vervuiling door pesticiden, waarvoor nog geen overeengekomen methodologie bestaat. "Het is belangrijk om na te denken over de risico's die pesticiden hebben voor de biodiversiteit. We moeten niet kijken naar de toegepaste massa pesticiden. Want bepaalde planten- en diersoorten, zoals bijen, lopen een groot risico door zeer giftige pesticiden, zelfs als mensen ze in kleine hoeveelheden gebruiken."
Afvalwater en verbranding van fossiele brandstoffen
De onderzoekers pleiten voor een gezamenlijke aanpak van pesticiden- en nutriëntenvervuiling, waarbij naar alle bronnen wordt gekeken. Naast de landbouw zijn dat bijvoorbeeld afvalwater en de verbranding van fossiele brandstoffen voor de vervuiling met nutriënten. "Het is bekend dat verliezen in het milieu de biodiversiteit beïnvloeden, ongeacht de bron", legt Möhring uit. "Het is ook belangrijk dat we mondiale doelen aanpassen aan de nationale en geografische context. Kijk naar China en Nederland, landen met grote stikstofoverschotten uit de landbouw. Deze landen hebben volop mogelijkheden om deze verliezen te verminderen, met landspecifieke trajecten. Terwijl andere landen, bijvoorbeeld in Afrika, de stikstofinput bijna moeten verdrievoudigen om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Hoeveel minder stikstof er in het milieu terecht mag komen, moet dus worden afgestemd op de regio."
Volgens de onderzoekers is het mogelijk om de reductiedoelstellingen te halen met behoud van voedselzekerheid. "Belangrijk is dat we niet hoeven te stoppen met plaagbestrijding en het leveren van voedingsstoffen aan planten. Maar we moeten aanpassingen in gewasbeheer en het gebruik van nieuwe technologieën vinden en implementeren, in combinatie met veranderingen in diëten, het verminderen van voedselverspilling en het recyclen van voedingsstoffen. We moeten ook kijken naar andere benaderingen zoals nieuwe pesticidevrije productiesystemen. Deze transformatie zal slagen als we bruggen bouwen tussen onderzoekers van verschillende disciplines, beleidsmakers, boeren en andere belanghebbenden in de voedselwaardeketen.”