Hoe ‘voedselzeker’ is Nederland?

‘Het is onze essentiële taak om voedselzekerheid te beschermen in harmonie met de natuur’, zei Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, in haar ‘Staat van de Unie’ afgelopen september. We horen het woord ‘voedselzekerheid’ steeds vaker vallen. Na de Russische inval in Oekraïne dreigden er tekorten, met lege schappen in de supermarkt tot gevolg. Maar hoe voedsel(on)zeker zijn we hier in Nederland eigenlijk? WUR-bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara schrijft hierover op verzoek van Financieel Dagblad een bijdrage voor die krant van 18 december 2023.

Al 10 jaar geleden is onderzocht wat er kan gebeuren als de import en export van voedsel plots is afgesloten. Wat bleek: Nederland kan zijn eigen bevolking gezonde voeding blijven bieden, maar moet zich dan wel aanpassen. Zowel in wat we eten, als in wat we produceren. Gezien vanuit wat de eigen bevolking nodig heeft, produceren we nu bijvoorbeeld weinig graan, fruit en oliegewassen en juist veel aardappelen en dierlijke producten. Dat kunnen we aanpassen, maar dat kost tijd. Ik beperk me hierbij overigens tot essentiële voeding en laat koffie, thee, avocado’s en dergelijke buiten beschouwing.

Voor een realistische en aantrekkelijke kijk op voedselzekerheid kunnen we ons beter niet achter de dijken terugtrekken.

Zijn we dan helemaal ‘voedselzeker’ als Nederland? Nee, want we zijn voor meststoffen als fosfaat en kali afhankelijk van import. Dit halen we voornamelijk uit Marokko en (Wit-)Rusland. En de recente prijsstijgingen van ons voedsel, die grotendeels komen door hogere energiekosten, laten zien hoe afhankelijk we zijn van betaalbare energie.

Europese schaal

Maar voor een realistische en aantrekkelijke kijk op voedselzekerheid kunnen we ons beter niet achter de dijken terugtrekken. Beter kijken we naar Nederland als onderdeel van een robuuste Europese Unie. Voedselzekerheid staat daar al op de agenda. Vanuit Europa bezien hoeven we minder drastisch in onze voeding in te grijpen om als Nederlanders gezond te kunnen blijven eten. We missen wat oliën, vetten en tropische producten, maar er is nu al voldoende graan en fruit. Op Europese schaal kunnen we bovendien beter gebruikmaken van productie op plaatsen waar bodem en/of klimaat daarvoor het beste geschikt zijn. Zo kunnen we onze polders en de vruchtbare chernozem-bodem in Centraal en Oost-Europa optimaal benutten voor akkerbouw. En armere bodems voor extensievere (vee)teelt.

Oogst van graan

Kunnen we er dan gerust op zijn dat onze voedselzekerheid is gegarandeerd? Helaas niet. De grote voedselcrises van de laatste decennia zijn eigenlijk bijna volledig te wijten aan conflicten.Honger, of de dreiging daarmee, wordt vaak ingezet als drukmiddel. Dat zien we nu in Oekraïne, Gaza en Soedan. Politieke stabiliteit is wereldwijd dus het beste instrument tegen voedselonzekerheid.

Bovenal zijn er ontwikkelingen als klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Deze lijken misschien minder acuut, maar vormen de werkelijke bedreiging van de beschikbaarheid van voedsel. Terecht benoemt Von der Leyen dus de noodzaak van ‘harmonie met de natuur’ voor de voedselzekerheid.

Afgelopen jaar zijn graan- en olijfoogsten in Spanje en Portugal deels mislukt door extreme droogte, en mislukte in Noord-Italië juist oogsten door overstromingen. De Britten vrezen dit jaar aardappelen uit Egypte te moeten importeren voor hun kerstdiner. Nou is te veel of te weinig regen van alle tijden, maar de frequentie en intensiteit zijn dat niet. En de grootste verliezers zijn overal ter wereld, zoals altijd, de kwetsbare groepen.

De helft van de calorieën die we wereldwijd binnenkrijgen is afkomstig van maar 3 gewassen.

Het veranderende klimaat zorgt ook voor het verlies aan soorten: biodiversiteitsverlies. We denken daarbij al snel aan de ijsbeer, maar voor onze voedselzekerheid is het verlies van de brede diversiteit binnen voedselgewassen een groter probleem. Nu is de helft van de calorieën die we wereldwijd binnenkrijgen afkomstig van maar 3 gewassen (tarwe, rijst en mais). Afgelopen zomer legde India, ’s werelds grootste exporteur van rijst, een deel van de export aan banden vanwege tegenvallende oogsten door extreem weer. Dit gaan we in de toekomst vaker zien.

Aardappeloogst

Klimaatrobuuste gewassen

We hebben dus gewassen nodig die bestand zijn tegen droogte, hitte, verzilting, maar ook tegen nieuwe plagen en ziekten. Daarvoor hebben we juist alle mogelijke diversiteit nodig. Omdat rijst zo klimaatgevoelig is, zet India nu bijvoorbeeld vol in op het meer klimaatrobuuste gewas gierst als alternatief.

Terug naar Nederland. We horen hier vaak ‘zonder boer geen voer’, een waarheid als een koe. Maar voor langjarige voedselzekerheid moet de landbouw veranderen. We moeten snel aan de slag met toekomstbestendige voedselproductie die klimaat en biodiversiteit niet belast. Nieuwe technieken, nieuwe gewassen, en vooral nieuw denken over duurzame landbouw en voedselbeleid is nodig.

Hoe groter de regio waarin we dit nieuwe denken en doen voor elkaar krijgen, hoe robuuster onze voedselvoorziening wordt. Met Europese samenwerking krijgen we betaalbaarder, gezonder én gevarieerder voedsel. En als we mondiaal denken, kunnen we een echt eerlijk systeem ontwerpen, met daardoor ook grotere stabiliteit.

‘Voedsel is het goud van de 21ste eeuw’, zeggen ze wel eens. Maar als we sturen op duurzame, gezonde en betaalbare voeding, hoeven we daarvoor geen goudprijs te vragen, alleen een eerlijke prijs.