Longread
Ethiopië’s transformatie naar een marktgestuurde zaaizaadsector
De Ethiopische zaaizaadsector transformeert naar een pluralistische en meer marktgedreven sector. Ethiopische zaadbedrijven verhogen de productie en kwaliteit, terwijl Nederlandse bedrijven de markt betreden met hoogwaardige groentezaden. Het maakt deel uit van een transitie, ondersteund door het Wageningen Centre for Development Innovation (WCDI).
WCDI werkt samen met publieke en private partners in Ethiopië om een private zaaizaadsector te ontwikkelen. Het Ethiopian Netherlands Seed Partnership (ENSP) verbetert de beschikbaarheid en kwaliteit van het zaaizaad. Tienduizenden boeren krijgen inmiddels demonstraties en trainingen hoe ze hun oogsten kunnen verbeteren.
Resilience, een adviesbureau voor de agribusiness, richt zich in het project op de ondersteuning van tien Ethiopische zaaizaadbedrijven. Die zijn in de afgelopen vijftien jaar ontstaan, tijdens de liberalisatie van de agrarische economie. Tot die tijd leverde de Ethiopische overheid bijna alle zaaizaad aan de boeren via publieke zaadbedrijven. Deze semi-overheidsinstellingen stemden hun productie niet goed af op de vraag, wat leidde tot tekorten aan gewild zaaizaad en zaad van wisselende kwaliteit. Als gevolg gebruikten veel Ethiopische boeren een deel van de oogst om een jaar later in te zaaien en waren de opbrengsten vaak laag. Zo bedraagt de gemiddelde aardappelopbrengst in Ethiopië minder dan 10 ton per hectare, tegen 21 ton per hectare wereldwijd.
Zo’n vijftien jaar geleden adviseerden WUR en de Nederlandse ambassade in Addis Abeba de Ethiopische overheid om lokale zaaizaadbedrijven te stimuleren. Dat leidde tot het project Integrated Seed Sector Development (ISSD). Nu die lokale bedrijven er zijn, heeft Resilience de opdracht gekregen om de zaaizaadproductie bij tien zaaizaadbedrijven in vier jaar tijd te verdubbelen.
Beoordeling
Resilience heeft een checklist gemaakt om de tien bedrijven te beoordelen op zestien aspecten van een goed zaaizaadbedrijf, vertelt directeur Joep van den Broek. Daarbij wordt beoordeeld of het zaad op de juiste manier wordt geproduceerd en schoongemaakt, maar ook om het management – zijn de boekhouding en marketing in orde? Verder beoordeelt Resilience of het relatiemanagement met leveranciers en afnemers goed geregeld is en of de bedrijven voldoende geld hebben, zodat ze de vermeerdering van zaad bij boeren kunnen voorfinancieren.
‘We leggen alle aspecten van de bedrijven langs deze meetlat’, zegt Van den Broek. ‘En dan kijken we per bedrijf hoe we de drie of vier zwakste punten kunnen aanpakken.’ Een gemeenschappelijk probleem van alle zaaizaadbedrijven is hun gebrekkige toegang tot leningen. Daarom heeft Resilience nu een financieel product ontwikkeld zodat Ethiopische banken krediet geven aan de zaadbedrijven en het ENSP-project borg staat.
Het project loopt nu twee jaar en zaaizaadproductie is inmiddels 30% hoger, vertelt Van den Broek. De bedrijven hebben nog twee jaar de tijd om de zaaizaadproductie te verdubbelen en hij denkt dat ze deze target gaat halen.
Basiszaad
Nu nog krijgen de tien zaaizaadbedrijven het basiszaad van de onderzoeksinstituten van de Ethiopische overheid. Dat basiszaad vermeerderen ze dan op hun bedrijf of bij boeren waarmee ze samenwerken. Een nieuwe ontwikkeling is dat de lokale zaaizaadbedrijven zelf rassen mogen registreren en zaaizaad uit het buitenland mogen importeren. Binnenkort gaan drie van de tien bedrijven rassen importeren en uittesten in veldproeven. ‘Dit is een taai en moeizaam proces’, zegt Van den Broek, ‘omdat de publieke sector grip wil houden op de import, het testen en registreren van nieuwe rassen.’
De Ethiopische bedrijven leveren zaaizaad voor de belangrijkste traditionele gewassen in Ethiopië. Dat zijn vooral granen zoals tarwe, gerst en de lokale specialiteit teff, maar ook peulvruchten en oliehoudende zaden, zoals sesamzaad. Het zaaizaad voor deze gewassen loopt nog steeds voornamelijk via coöperaties in Ethiopië.
Groenten
Daarnaast is de teelt van aardappels en groenten in opkomst in Ethiopië. En bij deze teelten komen de Nederlandse zaaizaadbedrijven in beeld, ook al omdat de Ethiopische onderzoeksinstituten nauwelijks groentezaden veredelen. Zeven Nederlandse zaaizaadbedrijven participeren in ENSP. Vijf bedrijven leveren groentezaden, twee bedrijven zijn aardappelveredelaars.
Enza Zaden is een van de deelnemers aan ENSP. Het veredelingsbedrijf uit Enkhuizen levert hybride zaden in Ethiopië, met name van tomaat, peper en ui. Hybride zaden zijn hoogproductieve zaden, die zich niet effectief via bestuiving kunnen voortplanten. Voor hoge opbrengsten moeten de boeren dus elk jaar nieuw hybride zaad kopen.
Toch doet Enza Zaden meer dan alleen de verkoop van zaden. Net als de andere bedrijven traint het bedrijf duizenden boeren in het ENSP-project hoe ze met hybride zaden moeten telen. Boeren leren hoe en wanneer ze de groenten moeten zaaien en welk gewasmanagement en bodembeheer nodig is om een goede oogst te halen. Hybride zaden zijn relatief duur, zegt projectleider Kingsley Ngwa Muyo van Enza Zaden; daarom moeten de boeren alles uit de kast halen voor een goede oogst. ‘Er is veel ontwikkeling nodig voordat boeren het potentieel van onze zaden begrijpen.’
De trainingen worden vaak verzorgd door Ethiopische afgestudeerden die een betaalde stage lopen bij Enza Zaden. De boeren die de training met succes doorlopen, kunnen ‘lead farmers’ worden, zegt Muyo. Ze mogen de hybride zaden verder verhandelen onder Ethiopische boeren.
Registratie
Vooralsnog kiest Enza Zaden er niet voor om zaad te gaan produceren in Ethiopië. Dat doet Nunhems Zaden, het groenteveredelingsbedrijf van BASF, wel. Nunhems importeert ouderlijnen van groentevariëteiten in Ethiopië, die via gecontroleerde bestuiving op haar geavanceerde boerderij worden gecombineerd tot hybride zaden en vervolgens terug naar Nederland worden geëxporteerd. Daarnaast verkoopt Nunhems, via een lokale distributeur, groentezaden op de Ethiopische markt. Dan gaat het met name om hybride rassen van tomaat, peper, ui, wortel en watermeloen. Nunhems wil deze lijst verder uitbreiden; daarom lopen er nu aanvullende registratieproeven in Ethiopië.
Tijdens deze proeven moet blijken of de te registreren rassen geschikt zijn voor het Ethiopische klimaat en een goede opbrengst geven, zegt Ben Depraetere, directeur van Nunhems Ethiopië. De hybride zaden van Nunhems kunnen in potentie drie keer zoveel opbrengen dan de zaden die de meeste Ethiopische boeren gebruiken, maar dan moeten alle teeltomstandigheden kloppen. Om dat te bereiken verzorgt Nunhems samen met de lokale distributeur en ontwikkelingsorganisatie SNV farmer field schools.
Tests
Op advies van WUR staat de Ethiopische Landbouwautoriteit nu door haar geselecteerde bedrijven toe om de tests zelf uit te voeren onder het toeziend oog van de autoriteit, waardoor de procedure sneller en goedkoper wordt. Depraetere waardeert deze hervorming en ziet het als een stap in de goede richting.
Daarnaast opereren er twee Nederlandse veredelingsbedrijven in Ethiopië die zaadvaste rassen leveren. Dit is zaad dat zich via bestuiving kan voortplanten, zodat het zaad meerdere jaren door boeren kan worden geteeld. Bakker Brothers levert oudere zaadvaste groenterassen in Ethiopië en introduceert nieuwe hybride zaden. EASI Seeds heeft soortgelijke plannen. Een interessant kenmerk van EASI Seeds is dat het jongeren inzet bij de distributie van zaden naar boerengemeenschappen. Het bedrijf leidt daarom jongeren op om lokale verkopers van kwaliteitszaden en andere landbouwinputs te worden.
Levendig
Omdat de lokale en Nederlandse bedrijven verschillende producten en strategieën hebben, leidt dit tot een levendige zaaizaadsector in opbouw, en dat is precies het doel van ENSP, zegt Gareth Borman, projectleider bij WUR. Dat zien we ook terug bij de twee aardappelveredelaars die actief zijn in Ethiopië onder de vlag van ENSP. HZPC is een grote Nederlandse aardappelveredelaar die pootaardappelen importeert in Ethiopië, terwijl Solynta een kleiner biotechnologiebedrijf is, gespecialiseerd in aardappelzaadveredeling. Ook deze bedrijven werken samen met Ethiopische boeren, onderzoekers en toezichthouders aan vermeerderingstechnieken en de introductie van nieuwe technologie. De Ethiopische zaaizaadmarkt is nog in opbouw, maar heeft veel groeipotentieel voor bedrijven. De vraag naar lokaal geproduceerd zaad van de traditionele voedselgewassen is groter dan het aanbod en de totale import van groentezaden in Ethiopië is in slechts vijf jaar gegroeid van praktisch nul naar 12 miljoen euro. Maar de groei wordt belemmerd door een tekort aan buitenlandse valuta, zegt Borman. In Ethiopië moeten de lokale distributeurs de import het zaaizaad betalen in buitenlandse valuta en daarvoor aankloppen bij hun bank. Ethiopië heeft een quotasysteem waaraan de schaarse dollars en euro’s worden besteed. Doordat Ethiopië een zwakke exportpositie heeft en de overheid veel uitgaven doet in vreemde valuta, is er een tekort aan buitenlandse valuta in de land- en tuinbouw.
Capaciteitsopbouw
WCDI heeft altijd benadrukt dat het project zowel de bedrijven als de overheid moet versterken. Het adviseerde de Ethiopische regering daarom om de Ethiopische Zadenwet te herzien, zegt programmamanager Mohammed Hassena van ENSP in Addis Abeba. Hierdoor zijn er nu drie typen zaadregistratie die beter aansluiten bij de verschillende gewassen. Bovendien adviseerde het project om een onafhankelijke autoriteit op te richten, buiten het ministerie van Landbouw, die zich richt op rassenregistratie en bescherming van plantenrassen. Volgens Mohammed vormen deze juridische hervormingen de basis van de private zaaizaadsector.
Een ander voorbeeld is dat ENSP de ontwikkeling van laboratoriumcapaciteit voor het screenen van zaden op schadelijke virussen in Ethiopië mede bekostigde. Het tomaten- en peperzaad dat bedrijven als Nunhems in Ethiopië produceren, moet virusvrij zijn voordat het wordt geëxporteerd naar de wereldmarkt, zegt Depraetere. Tot nu toe stuurde Nunhems daarom voorafgaand aan de export zaadmonsters naar Nederland voor viruscontrole. Onder de vlag van ENSP zijn inmiddels Ethiopische medewerkers van het National Agricultural Biotechnology Research Center opgeleid om deze virustests uit te voeren. ENSP betaalde de training en Nunhems leverde de apparatuur, zodat Ethiopië de capaciteit hiervoor lokaal opbouwt.
Maar ENSP heeft meer voorbeelden van capaciteitsopbouw in Ethiopië, zegt Mohammed. ‘We ondersteunen twee universiteiten, in Haramaya en Bahir Dar, met curriculumontwikkeling en MSc-opleidingen in plantenveredeling. Daarbij willen we dat deze studenten niet alleen worden opgeleid in de technische aspecten van zaadproductie, maar ook in marktontwikkeling en juridische kwesties. Bovendien stimuleren we stages van studenten bij zaadbedrijven, zodat we getalenteerde jongeren naar de zaaizaadsector trekken.’
Architect
Gestaag transformeert de zaaizaadsector zo naar een levendige, pluralistische en marktgerichte sector. Volgens Van den Broek is WUR de architect van deze ontwikkeling. ‘Het Wageningen Centre for Development Innovation beschikt over een zaaizaadteam van wereldklasse dat een integrale visie op de Ethiopische zaadsector heeft ontwikkeld. Dit team levert niet alleen veel technische kennis, maar doorziet ook de maatschappelijke knelpunten en heeft op basis van een grondige analyse een transitieplan opgesteld naar een marktgedreven zaadsector. Daarbij leverde WCDI ook een toolbox om die transitie vorm te geven. En heel belangrijk: het zijn bescheiden mensen. En die bescheidenheid sluit heel goed aan bij de trotse Ethiopiërs die zich niet laten vertellen wat ze moeten doen.’