Nieuws
Zoden aan de dijk zetten
Hoe passen we onze dijken aan zodat ze ons in de toekomst kunnen blijven beschermen? Een team wetenschappers heeft het gebruik van zoden onderzocht. Deze historische techniek kan de Nederlandse dijken op klimaatverandering voorbereiden, én zorgt voor vergroening.
In de komende jaren moet er in Nederland zo’n 2000 kilometer dijk worden versterkt. Een manier om dijken aanpasbaar te maken aan klimaatverandering, en tegelijkertijd te vergroenen, is door begroeiing op de dijk te combineren met het voorland (kwelder of schor aan de buitenzijde van de dijk). Wetenschappers hebben onderzocht of dit mogelijk is met zoden, en hoe snel dat een sterke dijk oplevert. Hun studie verscheen onlangs in Journal of Flood Risk Management.
“We hebben letterlijk ‘zoden aan de dijk’ gezet,” vertelt Kim van den Hoven, onderzoeker bij Wageningen University & Research. “Zoden bestaan uit lappen grond met grassen en kruiden, inclusief hun wortels. Bijvoorbeeld uit een nabijgelegen polder. Vroeger werden ze gebruikt als bouwmateriaal voor dijken, maar ook om een kapotte dijk snel te kunnen herstellen.”
Flexibele groene dijk
Grotendeels zien dijken in Nederland er al heel groen uit doordat ze deels met gras begroeid zijn. Maar veel dijken hebben ook een ‘grijs’ deel met asfalt of stenen, vaak onderaan bij de waterkant. Hoewel dat dient ter bescherming tegen golven, heeft die grijze laag ook nadelen. Hij vormt letterlijk een barrière tussen het planten- en dierenleven in het water en op of achter de dijk. Ook is hij lastig aan te passen aan veranderende omstandigheden.
Bij het combineren van het voorland en de dijk is een grijs deel niet altijd meer nodig. Vooral als het voorland begroeid is met planten, kan dat helpen beschermen tegen overstromingen. De dijk kan dan een volledige toplaag van planten krijgen en wordt dus letterlijk groener. Deze laag is stap voor stap op te hogen. Een groene dijk is dus flexibeler bij veranderende omstandigheden, en planten kunnen zich aanpassen aan klimaatverandering. Een doorlopende plantenlaag vermindert ook de barrière tussen het water- en het landleven.
Zoden voor snelle groene bovenlaag
Een groene laag kan op verschillende manieren worden aangebracht. Meestal wordt een nieuwe of versterkte dijk ingezaaid met een mengsel van graszaden. Het duurt dan enkele jaren voordat de laag sterk genoeg is. Daarom is het interessant om te kijken naar manieren die de groene bovenlaag van een dijk sneller sterk maken. “We hebben gekeken of we de historische zodentechniek weer konden toepassen,” legt Van den Hoven uit. “En ook nu kan het transplanteren van zoden, net als vroeger, gebruikt worden om een beschadigde dijk snel te herstellen.”
Proefvakken Hedwige-Prosperpolder
De onderzoekers hebben hun experiment opgezet op een dijk in Living Lab Hedwige-Prosperpolder. Die was beschikbaar omdat hij weggehaald ging worden en er al een nieuwe dijk lag. “Normaal gesproken moet je natuurlijk voorzichtig zijn met onderzoek op de dijk,” aldus Van den Hoven. “De dijk heeft de belangrijke functie om het land te beschermen. Maar op deze plek konden we proefvakken aanleggen voor zoden.”
Na één groeiseizoen hebben de onderzoekers getest hoe sterk de graszoden waren geworden. Van den Hoven: “Naast het monitoren onder dagelijkse omstandigheden, hebben we de zoden kunnen testen onder extreme omstandigheden. Alsof er een echte storm of overstroming plaatsvond.” Via de zogeheten golfklapproef wordt water in tussenpozen op de dijk gestort. De overloop-simulatie bestaat uit een grote ‘waterglijbaan’. Daarbij stroomt er continue water van de dijk af richting het land, alsof er een overstroming plaatsvindt bij extreem hoog water.
Hoewel de getransplanteerde zoden na één jaar nog niet zo sterk waren als de bestaande dijk, waren ze wel sterker dan bijvoorbeeld kale klei. Naarmate de planten langer kunnen groeien, zal de bovenlaag sterker worden. De sterkte hangt samen met het aantal wortels in de klei. Die houden de bovenlaag bij elkaar.
Verder onderzoek
De resultaten van het onderzoek zijn gedeeld met het betrokken waterschap. Bij een ander waterschap wordt al gekeken of transplantatie van zoden kan helpen bij het opnieuw aanleggen van een plantenlaag binnen een innovatieproject. Verder loopt bij Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp een vervolgproef op een kleine onderzoekdijk. Studenten monitoren hier hoe zoden met voornamelijk marjolein zich gedragen na transplantatie.