Longread
De Nederlandse landbouw heeft verantwoord transitiebeleid nodig
De afgelopen vijf jaar heeft Wageningen Economic Research het beleidsondersteunend onderzoek Transitie naar Kringlooplandbouw uitgevoerd voor het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit. De realisatie van de transitie in de landbouw komt echter moeizaam van de grond. “Het ministerie zou boeren meer kunnen helpen met het afdekken van de risico’s van omschakeling”, zegt onderzoeksleider Anne-Charlotte Hoes. “Het is ook belangrijk om pioniers een zetje in de rug te geven”.
Systeemtransitie in de landbouw is een immense opgave. Doel is een landbouwsysteem te ontwikkelen dat binnen de planetaire grenzen blijft, eerlijk en werkbaar is, én bovendien rendabel. Landbouw fundamenteel veranderen kost jaren. Het gaat hier namelijk om een omslag in het denken en doen door zowel boeren als beleidsmakers, en om het veranderen van de hele agrarische productieketen, van zaadveredeling tot consument. Zo’n transitie tot stand brengen vergt fundamenteel iets anders dan project- of zelfs crisismanagement. Het vraagt om een langetermijnstrategie waarbij markt, overheid en het kennissysteem (allemaal) mee-veranderen. Op basis van vijf jaar onderzoek, komt onderzoeksleider Anne-Charlotte Hoes met diverse conclusies en aanbevelingen, die helpen om de landbouwtransitie op een verantwoorde manier vorm te geven
Het onderzoek maakt het volgende duidelijk. Er zijn al enkele tientallen bedrijfsopties om te verduurzamen die allemaal draagvlak onder boeren hebben. Maar makkelijk inpasbare bedrijfsopties die écht bijdragen aan het oplossen van de water- en natuuropgave, zijn zeldzaam (zie kader, rapport 2). Effectievere maatregelen kosten vaak extra geld en arbeid.
Aan de andere kant zijn er in Nederland ruim 250 innovatieve
landbouwbedrijven die op verschillende manieren de principes van kringlooplandbouw toepassen. Zij zijn al bezig op een andere manier plantaardig en/of dierlijk voedsel te produceren (zie kader, rapport 1). Deze boeren stappen als het ware uit het gangbare bedrijfs- en verdienmodel. Hun inkomsten halen ze bijvoorbeeld uit kortere ketens of diensten aan burgers. Ze zijn handig in het stapelen van vergoedingen voor water- en
landschapsbeheer, of ze leveren unieke producten als plantaardige zuivel van
Nederlandse bodem.
Deze pioniers laten zien dat landbouw ook anders kan en vormen een inspiratiebron voor andere boeren, ketenpartners en beleidsmakers. Hoewel deze pioniers werken aan en vooruitlopen op de doelen van LNV, ontvangen ze hiervoor weinig ondersteuning. De overheid concentreert zich momenteel vooral op het bereiken van piekbelasters, terwijl het ondersteunen van de meer radicale in vernieuwing van onderaf wat ondersneeuwt.
Bekijk de video
- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan
Om de transitie in de landbouw op een verantwoorde manier te laten plaatsvinden, zijn volgens Anne-Charlotte Hoes de volgende vier acties nodig.
Betrek boeren bij het vormgeven van regionale toekomstbeelden
Als we af willen van onze fossiele afhankelijkheid en gaan voor een bio-based economie, hebben we boeren in de toekomst hard nodig. Het helpt om op lokale schaal een realistisch gezamenlijk toekomstbeeld te maken dat energie geeft, verbindt en past in een Europese context. De inhoudelijke landbouw- en ecosysteemkennis, waar boeren in ruime mate over beschikken, is voor de toekomst essentieel. Denk dan aan kennis van landgebruik, gewassen, dieren, water, biodiversiteit, of ‘nature based solutions’. Stuur hierbij aan op een diversiteit aan bedrijfsvormen en verdienmodellen. Dat maakt het systeem als geheel veerkrachtig.
Ondersteun de duurzaamheidspioniers financieel, juridisch en sociaal, zodat zij de ruimte krijgen om hun ideeën tot wasdom te brengen
Een transitie komt niet van de grond met alleen kleine verbeteringen. De agrarische sector, beleid en onderzoek hebben jarenlang ingezet op optimalisatie van het huidige landbouwsysteem. Radicalere vernieuwers echter, zijn juist bezig nieuwe systemen te ontwerpen, soms buiten het bestaande systeem om. Het helpt de transitie als geheel vooruit als het ministerie van LNV meer oog heeft voor deze pioniers en hen omarmt en ondersteunt. Dit kan bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van innovatie en onderzoeksbudgetten.
Richt uitvoeringsorganisaties in die de brug slaan tussen beleid en de boer
Tot 2015 bestonden er productschappen rond landbouwsectoren. Hier werd veel landbouwkundige kennis ontwikkeld. Ook bestonden er vanuit de overheid praktijkgerichte instanties zoals InnovatieNetwerk en de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Helaas zijn we deze infrastructuur, die de brug slaat tussen boer en beleid, kwijtgeraakt. De afstand tussen het ministerie van LNV en lokale boerenbedrijven is te groot. Om boeren te helpen op een verantwoorde manier hun bedrijf toekomstgericht te ontwikkelen, zijn uitvoeringsorganisaties nodig met gedegen expertise en kennis van zaken.
Help de boer met het tijdelijk afdekken van risico’s, bijvoorbeeld met garanties
Er zijn gelukkig boeren die een andere weg in willen slaan. Toch is omschakelen voor een individuele boer vaak een te risicovol traject. In ons huidige geoptimaliseerde productiesysteem met kleine marges kan de boer zich geen misstappen of mislukkingen permitteren. Boeren die omschakelen hebben tijd nodig om de nieuwe bedrijfsvoering in de vingers te krijgen of bijvoorbeeld de bodemgezondheid te verbeteren. Daarom is het belangrijk boeren te ontzorgen in hun pogingen een nieuwe weg in te slaan. Dit kan onder meer met tijdelijke afzetgaranties.
Vijf jaar onderzoek
In vijf jaar tijd zijn verschillende onderzoeken afgerond, omdat transities een multilevel karakter hebben die alle onderdelen van het landbouwsysteem raken . Als eerste is er een inventarisatie gedaan van vernieuwende kringlooplandbouwboeren. Wat doen de pioniers precies en wat kan hen helpen? Ook is gekeken naar maatregelen. Welke bedrijfsopties kunnen gangbare boeren helpen de omslag naar kringlooplandbouw te maken voor vijf sectoren? Een onderzoek naar het mestdossier laat vervolgens melkveehouders en ambtenaren aan het woord over de mestpraktijk en het milieubeleid. Dit onderzoek legt onverenigbare doelen bloot en biedt advies.
Hoe stimuleer je een verantwoorde transitie? Een terug- en vooruitblik van de grote ontwikkelingen in melkveehouderij, leghennen en akkerbouw sinds ca 1950, geeft een helicopterview met aanknopingspunten voor beleid.
Tot slot is gekeken naar het ‘experimenteergebiedenbeleid’, dat LNV tussen 2019 en 2023 heeft ingezet. Hoe kan het ministerie actief meer ruimte bieden voor experimenten?
Pioniers
In dit rapport zijn zeven pionierende boerenbedrijven geportretteerd met verschillende innovatieve aanpakken voor kringlooplandbouw:
- verwaarden van reststromen zoals warmte (kasteelt zonder gas);
- terugdringen van inputs met ecologie (biologischdynamisch melkvee);
- zuivel op basis van plantaardig eiwit (Nederlandse soja);
- natuurlijke omgeving als vertrekpunt (de teelt van cranberry’s);
- hightech gesloten systemen (zeer efficiënte vleeskuikens);
- modern gemengd bedrijf –(met pluktuin en directe verkoop);
- lokaal gedragen – (permacultuur zonder grondbezit).
Veel pioniers experimenteren ook met alternatieve verdienmodellen zoals:
- Kortere ketens (boerderijwinkel, direct leveren aan winkels of horeca, abonnementen met leden);
- Diensten en activiteiten voor burgers en bedrijven (pluktuin, theetuin, advieswerk, recreatie en vergaderlocatie);
- Stapelen van inkomen uit natuurbeheer, waterbeheer of dagbesteding in de zorg;
- Onderscheidende producten met meerwaarde door eigen merk of keurmerk met een vaste premie.
Advies
Steun de pioniers en help ze met onderzoek voor hun kennisvragen. En ga aan de slag met het aanpassen van hinderende wet en regelgeving. Pioniers kiezen vaak voor alternatieve verdienmodellen om hun bedrijf rendabel te krijgen. De overheid kan het pionieren stimuleren met gunstige leningen of garantstellingen. Bestaande overheidsinstrumenten die hierbij aansluiten zijn het borgstellingskrediet voor de landbouw en het Nationaal Groenfonds.
Lees het rapport
Inpasbare maatregelen
In dit rapport zijn 178 mogelijke maatregelen geïdentificeerd die bijdragen aan kringlooplandbouw voor pluimveehouderij, melkveehouderij, varkenshouderij, glastuinbouw en akkerbouw. De maatregelen zijn beoordeeld door boeren uit deze sectoren die up-to-date zijn en een goed beeld hebben van kringlooplandbouw. Meerkosten, meerwerk en regelgeving blijken vaak de drempel om duurzame maatregelen in te voeren en zorgen voor stagnatie.
Advies
Wees bewust dat veel maatregelen voor kringlooplandbouw gaan over het vervangen van landbouwpraktijken die de ondernemer op de korte termijn voordeel biedt zoals minder arbeid en hogere opbrengsten. Verduurzaming komt daardoor niet van de grond als deze zonder prikkels aan de markt wordt overgelaten.. Op basis van deze studie kunnen de overheid en sectoren maatregelen selecteren die ze makkelijker inpasbaar willen maken door aan de slag te gaan met het oplossen van geïdentificeerde adoptiebarrières.
Lees het rapport
Spanningen mestbeleid
Het mestdossier is al 50 jaar een bron van spanningen tussen boeren en beleid. LNV werkt sinds 2019 aan nieuw mestbeleid. Dit onderzoek portretteert vijf melkveehouders die op verschillende manieren de nutriëntenkringloop op hun bedrijf verbeteren. Daarnaast komen ambtenaren aan het woord die reflecteren op het mestbeleid. Hieruit komt naar voren dat zowel melkveehouders en ambtenaren het onlogisch vinden om dierlijke mest af te moeten voeren, terwijl ze nog wel kunstmest mogen strooien. Zo komen verschillende beleidsdoelen in de praktijk van het mestbeleid tegenover elkaar te staan. Dit onderzoek identificeert zes spanningsvelden aan de hand van gesprekken met melkveehouders en ambtenaren.
Advies
Om zorgvuldig het nieuwe mestbeleid te vormen, is het van belang om een beter beeld te krijgen van de consequenties van het voorgestelde beleid voor verschillende typen melkveehouders. Verdiep daarnaast het perspectief van grondgebonden melkveehouderij voor schoon water met doelen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en gezondheid. Extensivering vraagt om nieuwe verdienmodellen zoals de korte ketens, het belonen van groene diensten via KPI’s, True Pricing of
administratieve voordelen. Verder is duidelijke en toegankelijke communicatie
nodig over het hoe en waarom van het aankomende mestbeleid.
Lees het rapport
De grote ontwikkeling in drie sectoren
Dit rapport kijkt in helikopterview naar verleden, heden en toekomst van de Nederlandse landbouw (specifiek voor de pluimveehouderij, melkveehouderij en akkerbouw) en trekt hier lessen uit voor een verantwoorde transitie. Daarnaast benoemt het rapport belangrijke actuele innovaties voor pluimveehouderij, melkveehouderij en akkerbouw zoals diermeel en insecten als alternatief voor soja, het koe-toilet, plantaardige melk, KPI’s voor doelsturing, precisielandbouw, nieuwe veredelingstechnieken, bio-based materialen.
Advies
Gebruik meer beleidsinterventies naast bodemstrategie, herbezinning mestbeleid, toekomstvisie gewasbescherming en experimenteergebiedenbeleid. Kijk met name naar de mogelijkheid om landbouwgrond om te vormen naar landschapsgrond. Laat opkoopregelingen aansluiten op natuurlijk verloop, om hiermee de grondbank voor jonge boeren en kringlooplandbouw te vullen. Transitiesturing voor kringlooplandbouw is nieuw voor LNV, dus het is van belang een structureel leerproces op te starten. Geef steun aan alternatieve praktijken, zodat ze tot wasdom komen. En betrek boeren bij het vormgeven van de regionale toekomstvisie, want een realistisch wenkend toekomstbeeld ontbreekt nu voor de meeste boeren.
Lees het rapport
Experimenteerruimte
Ruimte voor fundamenteel innovatieve experimenten is een noodzaak in elke transitie. Die ruimte is er nu niet voldoende als gevolg van regelgeving, marktafhankelijkheden en bedrijfs-lock-in. LNV wees in 2019 daarom vijf experimenteergebieden aan om die ruimte te creëren. Dit rapport evalueert de uitwerking van het beleid tussen 2019 en 2023.
Advies
Pak door met het experimenteerbeleid, want het is dringend nodig:
- Zet in op juridische, financiële en sociale ruimte;
- Creëer een procedure voor het aanvragen van juridische ruimte;
- Bied een leidraad voor experimenten: wat verdient steun?;
- Wees als LNV betrokken bij terugkoppeling naar beleid en selectie.