Nieuws
Klimaatrisico’s en -kansen voor de landbouw: wat is de stand van zaken?
In 2030 zijn alle ondernemers in de landbouwsector klaar om duurzaam om te gaan met klimaatverandering. Dat is althans een van de doelen van het Actieprogramma Klimaatadaptatie landbouw. Om dit mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat de risico’s, knelpunten en kansen van klimaatverandering voor de landbouwsector voldoende in beeld zijn gebracht. Een recent onderzoek heeft de stand van zaken hiervan geïnventariseerd.
Het Actieprogramma Klimaatadaptatie landbouw is door o.a. het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) opgesteld. Het geeft handvatten hoe de land- en tuinbouwsector zich kan voorbereiden op extreem weer en andere risico’s van klimaatverandering.
In een recente inventarisatie op verzoek van het ministerie van LNV heeft Wageningen University & Research de balans opgemaakt van de huidige stand van zaken. Daan Verstand, onderzoeker klimaatbestendigheid: “We hebben de actuele kennis rond klimaatrisico’s binnen verschillende landbouwsectoren bij elkaar gebracht en gecombineerd met aanpalende klimaatadaptatieprogramma’s. Dat levert een overkoepelend beeld op, wat overheden, landbouworganisaties en onderzoeksinstellingen een duidelijk overzicht van de voortgang biedt. Met de uitkomsten kunnen beleidsmakers beoordelen of de implementatie op schema ligt, of dat er bijstelling nodig is. De resultaten zijn meegenomen in een recent verschenen Kamerbrief over het actieprogramma.”
Opties op de langere termijn verkennen
De onderzoekers concluderen dat het actieprogramma de risico’s, knelpunten en kansen die voor de land- en tuinbouwsector bij klimaatverandering horen, vrij compleet in beeld gebracht zijn. Er is voldoende kennis paraat over de impact die klimaatverandering op de sector kan hebben. Maar de risico’s daarvan zijn aanzienlijk, en daarom zijn verdere maatregelen nodig om de landbouw adaptief te maken. Dat kan via drie sporen: 1) Optimalisatie van de huidige situatie op korte termijn, zoals toepassing van druppelirrigatie. 2) Meebewegen met de klimaatverandering op middellange termijn, bijvoorbeeld via agroforestry. En 3) een transformatie naar andere voedselsystemen op de lange termijn.
Verstand: “In al lopende projecten krijgt optimalisatie de meeste aandacht. Maar het is juist ook belangrijk om de opties op de langere termijnen te verkennen. De beschikbare kennis rond risico’s en kansen moet nog beter worden verspreid naar de praktijk. Bestaande pilotprojecten zoals de Boerderij van de Toekomst bieden daar goede aanknopingspunten voor.”
Integrale projecten bieden kansen
Verder blijkt dat bodem- en wateraspecten (pijlers van het actieprogramma) goed gedekt worden in aanpalende programma’s. Remco Kranendonk, onderzoeker regionale ontwikkeling: “Denk daarbij aan het Deltaprogramma Zoetwater, het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en het Nationaal Programma Landbouwbodems. Integrale projecten in gebieden, zoals in provincies of in het Nationaal Programma Landelijk Gebied, bieden veel kansen om landbouw, en de andere pijlers van het actieprogramma (gewas en dier) meer mee te nemen in de regionale klimaatadaptatie.”
Het Actieprogramma Klimaatadaptatie landbouw is in 2020 door Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgesteld, samen met andere overheden en landbouworganisaties. Het richt zich op vijf pijlers: het watersysteem, het bodemsysteem, gewassen & teeltsystemen, veehouderij en extra ondersteuning.
De inventarisatie is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research en Wageningen Plant Research en is gesubsidieerd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in het kader van een Helpdeskvraag (projectnummer KD-2021-041).