High Containment Unit
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) heeft een zogenaamde high containment unit (HCU) die zodanig ontworpen is dat ziekteverwekkers nooit kunnen ontsnappen naar de buitenwereld. Deze dierfaciliteit geeft ons de mogelijkheid om met hoog besmettelijke pathogenen te werken tot BSL-3 voor humaan en BSL-4 voor veterinair, waaronder het mond-en-klauwzeer virus, klassieke varkenspest virus en vogelgriep virus.
De HCU is erg belangrijk voor de wettelijke taken van WBVR. Het is onze taak om de Nederlandse overheid te ondersteunen bij de monitoring van meldingsplichtige ziekten en crisismanagement.
Research faciliteiten
De HCU huisvest laboratoriumfaciliteiten die onderzoek mogelijk maken op verschillende expertisegebieden, zoals microbiologie, immunologie en pathologie. Daarnaast zijn er dierfaciliteiten in de HCU. Deze combinatie van laboratoria en dierfaciliteiten geeft mogelijkheden voor multidisciplinair onderzoek van BSL-3 en BSL-4 pathogenen. Daardoor heeft WBVR een leidende positie op het gebied van onderzoek naar meldingsplichtige ziekten.
Technische informatie
Er zijn diverse technische maatregelen getroffen (onderdruk, ontsmetting, luchtfilters) om te voorkomen dat virussen ontsnappen. In het gebouw heerst een onderdruk, waardoor de luchtstroom altijd richting binnen is. De lucht die het gebouw verlaat wordt steriel gemaakt om deze te ontsmetten en afval uit het gebouw wordt gesteriliseerd. Medewerkers dragen werkkleding en schoenen verzorgd door WBVR. Na het werk wordt alle kleding gesteriliseerd. Iedere persoon die het gebouw verlaat moet minimaal vijf minuten douchen en mag gedurende 72 uur geen plaats bezoeken met pluimvee of evenhoevigen (dieren die gevoelig zijn voor het mond-en-klauwzeer virus). Als extra veiligheid komen in een straal van 3 kilometer rondom de HCU geen boerderijen voor waar MKZ-gevoelige dieren worden gehouden.
Lees verder over de veiligheid
Luchtstromen
Er wordt gewerkt in veiligheidskasten die door speciale luchtstroming en sterilisatie het verspreiden van het virus tegengaan. De luchtstroom met het virus blijft daardoor binnen de kast.
Tussen de HCU en de omgeving is een gas-dichte afscheiding. Binnen die HCU heerst bovendien een lagere luchtdruk dan buiten, zodat er ook bij incidenten geen virus kan ontsnappen; luchtstromen gaan immers van hoge naar lage druk.
De HCU in en uit
Het betreden van de HCU en het naar binnen brengen van materialen gaat via toegangssluizen. Voor het verlaten van de HCU zijn speciale behandelingen nodig. Al het afvalwater, de geventileerde lucht, het laboratoriumafval, de gebruiksmaterialen en het personeel moet worden ontsmet vóórdat contact met de buitenwereld toegestaan is.
Afvalwater
Afvalwater wordt ontsmet door het te steriliseren met stoom.
Laboratorium- en dierlijk afval
Het laboratorium- en dierlijk afval wordt in sterilisatoren ontsmet met speciaal gas of met stoom.
Veiligheidsmaatregelen
De vele technische voorzieningen die nodig zijn voor een veilige HCU worden goed gecontroleerd en alle belangrijke voorzieningen zijn uit veiligheidsoverwegingen dubbel uitgevoerd. Daarnaast is er onafhankelijk toezicht op het juiste beheer.