Nieuws
De goudjakhals in Nederland: Wat is de stand van zaken?
In 2016 werd voor het eerst een goudjakhals in Nederland gezien. Sindsdien komen er zo nu en dan goudjakhalzen voor in ons land. Er is echter nog geen sprake van een gevestigde populatie. Wel is de verwachting dat de soort in de komende jaren verder zal uitbreiden in Europa en vaker in Nederland zal opduiken. In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) deden onderzoekers van Wageningen Environmental Research onderzoek naar de goudjakhals in het rapport ‘De komst van de goudjakhals (Canis aureus) naar Nederland’.
WUR-onderzoeker Dennis Lammertsma: ‘Met de komst van de goudjakhals heeft Nederland er weer een roofdier bijgekregen. Opvallend hierbij is dat het niet gaat om terugkeer of herintroductie, maar om spontane uitbreiding van het verspreidingsgebied.’
Positief of negatief?
Uit het rapport blijkt dat door zijn flexibele foerageerstrategie (zoeken naar voedsel) mogelijk (lokaal) positieve effecten van de goudjakhals te verwachten zijn. Negatieve (lokale) effecten op soorten en ecosystemen zouden ook kunnen optreden. Daarbij is volgens de onderzoekers niet uitgesloten dat de jakhals als roofdier en vanuit het dominante aandeel van aas in zijn dieet een rol kan spelen bij het indammen van ziekteverspreiding en zoönosen (infecties die van dieren op mensen kunnen overgaan). Ook de effecten op menselijke belangen (schade door de jakhals) zijn niet op voorhand te voorspellen. De onderzoekers stellen dat het onzeker is waar en in welke aantallen goudjakhalzen op de korte en middellange termijn in Nederland zullen voorkomen.
Veel onduidelijkheid
Lammertsma: ‘Omdat de soort in Nederland niet eerder voorkwam en omdat het tot nu toe om zeer geringe aantallen van goudjakhalzen gaat in Nederland en omringende landen, is er nog veel onduidelijk. Het is dan ook aan te bevelen om de ontwikkelingen in en rondom Nederland goed te blijven volgen en de beschermde status van de soort wettelijk te borgen.’
Aanbevelingen uit het rapport
- Vaststellen van de juridische status en de beschermingsstatus van de soort in Nederland;
- Monitoren van de ontwikkelingen in aantal en verspreidingsgebied;
- Alert zijn op hybridisatie op basis van genetische monitoring, met name bij gevestigde solitaire vrouwelijke individuen;
- Onderzoek naar dieet en terreingebruik;
- Monitoren van risico’s op aanrijdingen van de soort zelf, maar ook van eventuele prooidieren als reactie op de soort;
- Monitoren van schade aan (landbouw)huisdieren en opstarten van onderzoek t.b.v. schadepreventie.