Dossier

Olifantsgras - Miscanthus

Het groeit als kool, heeft de energetische waarde van steenkool en kan verbouwd worden onder de aanvliegroutes van Schiphol, waardoor het vliegverkeer minder hinder ondervindt van ganzen. De vogels, die in groten getale in de buurt van Schiphol neerstrijken om te foerageren, houden namelijk niet van dit gewas. Miscanthus, is de naam van deze plant, ook wel olifantsgras genoemd. In ruwe vorm kan dit rietachtige gewas dienen als stalstrooisel of kachelbrandstof, maar na bewerking zijn er ook bouwmaterialen, papier, bioplastics of biobrandstoffen van te maken.

Olifantsgras


Hernieuwbare grondstof

Twintig ton miscanthus per hectare kan er naar verwachting jaarlijks geoogst worden. En het product kent heel veel toepassingsmogelijkheden, want het is sterk, buigzaam en bijzonder droog, mits het in het voorjaar geoogst wordt, voordat het weer gaat uitlopen. Doordat het slechts 9 procent vocht bevat, hoeft de plant niet eerst gedroogd te worden voordat hij verder verwerkt wordt. Dat scheelt veel energie.

De celluloserijke plant vormt een prima grondstof voor bijvoorbeeld kerosine en plastic. Ook de papierindustrie is bijzonder geïnteresseerd in de mogelijkheden die olifantsgras biedt. Voordat de verwerkende industrie bereid is te investeren in het opzetten van raffinageprocessen, zal het gewas echter op grotere schaal verbouwd moeten worden dan nu het geval is. In de Haarlemmermeer, onder een aanvliegroute van Schiphol, is het project in 2010 gestart met 15 hectare olifantsgras. Dat werd in april 2013 uitgebreid tot 60 hectare. Voor ingewikkelde raffinageprocessen is dat nog te kleinschalig, maar ook zonder veel voorbewerking is de plant voor veel doeleinden te gebruiken. Van het ruwe materiaal kunnen bouwmaterialen geperst worden, zoals spaanplaat. Nog eenvoudiger is het om olifantsgras te hakselen tot stro voor in de stal of tot brandstof voor houtkachels, veelvuldig gebruikt in landelijk gebied, zowel in huizen als in stallen. In stedelijk gebied kan miscanthus eveneens dienen als warmtebron, bijvoorbeeld in de openhaard of barbecue.

Ganzen weren van Schiphol

Uit de eerste proeven blijkt al dat ganzen het 3,5 meter hoge gewas mijden. De vogels vliegen rond Schiphol heen en weer tussen hun rustplek en plaatsen waar ze foerageren. Hierdoor ontstaan risico’s op botsingen met vliegtuigen. In het gebied waar nu olifantsgras groeit, zijn de ganzen niet meer gesignaleerd, maar de vraag blijft hoeveel van dit gewas er moet worden aangeplant om de ganzen echt kwijt te raken. Daar kan, met uitbreiding van het huidige perceel, Wageningen University & Research goed onderzoek naar doen. De verwachting is dat bij de aanvliegroute waar de miscanthus wordt geplant, beduidend minder ganzen zullen rondvliegen.

Proef met miscanthus rond Schiphol

Drie boeren en een loonwerker in de Haarlemmermeer zijn in 2010 gestart op zeer kleine schaal met de teelt van miscanthus. Wageningen University & Research voorzag deze boeren (de Miscanthusgroep) van advies, onderzocht wat het effect is van het gewas op het landschap en de aanwezigheid van ganzen. Met de overheid werd in 2011 een zogenaamde Green Deal gesloten. Dit betekent dat de overheid dit duurzame initiatief steunt. Wageningen University & Research legt ook contact met de verwerkende industrie; ketenpartners die miscanthus kunnen gebruiken als grondstof.

Vanaf april 2013 is de teelt van miscanthus rond Schiphol uitgebreid naar 60 hectare. Het gewas is aangeplant op een bedrijventerrein in ontwikkeling, Schiphol Trade Park (voorheen A4 Zone West. Tussen de velden met het 3,5 meter hoge gewas kunnen zich innovatieve bedrijven vestigen die de miscanthus willen gebruiken als grondstof. Zo hopen Schiphol en de gemeente Amsterdam, exploitanten van de grond, het  braakliggende gebied, geoormerkt als bedrijventerrein, om te vormen tot een hub van “innovatieve logistiek”.

Om bedrijven te verleiden naar het Schiphol Trade Park te trekken, is in een oude hoeve op dat terrein een informatiecentrum ingericht. Kennisinstellingen hebben zich verenigd rond dit project, te weten Wageningen University & Research, Hogeschool Van Hall Larenstein en een grote Amerikaanse universiteit.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Telen en oogsten van olifantsgras

De miscanthus waar de agrariërs in de Haarlemmermeer gebruik van maken is steriel. Er zijn dus geen pollen; goed nieuws voor mensen met hooikoortsklachten. Planten worden daarom niet gezaaid, maar geplant. Gekloofde wortelstokken, geleverd door een bedrijf in Duitsland, worden met een omgebouwde aardappelpootmachine in de grond gezet. Dit plantmateriaal is een forse investering, maar vervolgens kan er ruim tien jaar lang geoogst worden. De planten hebben eerst een jaar nodig om zich te vestigen, daarna kan er ieder jaar ongeveer 20 ton miscanthus per hectare geoogst worden. In het eerste jaar is nog wel enige onkruidbestrijding nodig. Daarna niet meer, want dan wordt het gewas zo hoog, dat andere planten geen kans meer hebben de miscanthus te verdringen. Ook insecticiden hoeven niet gebruikt te worden, bemesting is niet nodig en irrigatie evenmin. Het gewas heeft 600 tot 700 millimeter regen per jaar nodig; in Nederland valt bijna altijd meer dan dat.

Voor het maaien en persen van olifantsgras wordt gebruik gemaakt van een omgebouwde maïshakselaar. Oogsten gebeurt in het voorjaar, vlak voordat het gewas weer gaat uitlopen. Binnen een half jaar groeit de miscanthus dan weer tot volle hoogte. In de zomer is het gewas groen. In de wintermaanden verdort het gewas, waardoor het vrijwel droog geoogst kan worden.

Vanwege het dure plantmateriaal moet miscanthus minstens tien jaar blijven staan, in tegenstelling tot andere agrarische gewassen, die vaak in cycli van vier jaar worden geteeld: de zogenaamde één op vier rotatie. De investering in de wortelstokken van olifantsgras is na zo’n vijf of zes jaar terugverdiend, pas daarna wordt winst gemaakt.

Miscanthus in het Nederlandse landschap

Het klimaat, de bodemstructuur en waterhuishouding zijn op veel plekken in Nederland gunstig voor olifantsgras. Bovendien levert het gewas landbouwers ongeveer evenveel op als een graangewas, maar voorlopig nog beduidend minder dan suikerbieten of aardappelen. Als de prijs voor miscanthus omhoog gaat, zullen boeren er ongetwijfeld meer van gaan verbouwen. Er hoeft echter niet gevreesd te worden dat heel Nederland vol komt te staan met olifantsgras. Op plekken waar voedsel verbouwd wordt, zullen boeren niet graag overschakelen op teelt van niet-eetbare biomassa. Bovendien zetten akkerbouwers vrijwel nooit alles in op één product. Diversiteit blijft dus behouden.

Een hoog gewas als miscanthus past niet overal in het landschap, maar komt op sommige plekken juist prima tot zijn recht. In de buurt van Schiphol weert het bijvoorbeeld ganzen en biedt het juist een aantrekkelijke omgeving voor hazen en patrijzen. Langs snelwegen lijkt olifantsgras een goede barrière te vormen voor geluid en fijnstof. Meer onderzoek daarnaar moet dit uitwijzen. Overigens dient het kolossale gewas niet vlak langs de weg of op een kruispunt aangeplant te worden, want dat zou het zicht van weggebruikers kunnen belemmeren.

Elders in het land wordt ook gekeken naar mogelijkheden om groene grondstoffen te gaan verbouwen, om zo een economie op hernieuwbare grondstoffen een stimulans te geven. Niet overal wordt echter gekeken naar olifantsgras. “Oude” gewassen als hennep en vlas kunnen ook weer geherintroduceerd worden.