Blogpost
Eerste resultaten
De Stad Amsterdam ligt nu in de tweede haven na Buenos Aires.
Het eerste stuk, vier dagen varen was leuk om erin te komen, maar wetenschappelijk nog niet bijzonder interessant. Na een paar dagen binnen liggen in een militaire haven (gratis!) zijn we nog drie dagen doorgevaren naar Puerto Madryn, pal onder het beroemde Peninsula Valdez.
Peninsula Valdez is vooral bekend vanwege de Orca’s die hier zeeleeuwen van het strand komen plukken, maar dat jachtseizoen is over (al hebben we nog wel een paar Orca’s gezien). Peninsula Valdez is ook een recente vestigingsplaats van Magelhaenpinguïns. Tot voor kort broedde deze soort niet zo ver noordelijk, maar in het oorspronkelijke broedgebieden hebben deze vogels het nu moeilijk (erg laag broedsucces). De precieze reden voor de malaise is onduidelijk. De pinguïns zijn wel zo vriendelijk om met de klimaatverandering mee op te schuiven naar het noorden, dus er wordt volop gespeculeerd, maar helaas weinig gericht onderzoek gedaan. De plaatselijke ornithologen komen nauwelijks de zee op en weten dus niet wat er buiten gebeurt. De integratie met hun visserijcollega’s is minder ver gevorderd dan bij ons en informatie over de precieze verblijfplaats van de belangrijkste voedsel(vis)soorten wordt maar moeilijk prijsgegeven.
Hoe dan ook, de pinguïns hebben zich verder noordelijk gevestigd, op Peninsula Valdez. Werk met satellietzenders op de pinguïns (het zijn net zeehonden!) heeft al laten zien dat ze in het broedseizoen makkelijk 500 km noordelijk van de oorspronkelijke kolonie gingen foerageren, en dat is precies ter hoogte van Peninsula Valdez. Het was dus lang niet gek om op Peninsula Valdez zelf te gaan broeden want hier zitten de pinguïns vlak bij hun mariene voedselbronnen: ansjovis en heek. Het gaat ze hier dan ook goed. Het broedsucces is drie keer zo hoog als in de oorspronkelijke kolonie en de populatie op Peninsula Valdez is in no time gestegen van nul tot zo’n 50.000 paar. Dat is op zee goed te merken want tot tientallen zeemijlen uit de kust foerageren groepen pinguïns. Leuk voor ons, maar zeker ook voor de duizenden pijlstormvogels die hier komen overwinteren.
Er vliegen voortdurend Noordse Pijlstormvogels (uit Groot Brittannië) en Grote Pijlstormvogels (van Tristan da Cunha) rond, op zoek naar iets eetbaars. De pinguïns zijn hier de “providers” die vis vanuit de diepte omhoog drijven, binnen bereik van de pijlstormvogels. Groepen duikende pinguïns trekken dan ook veel pijlstormvogels aan, waardoor plaatselijk grote gemengde groepen zeevogels te vinden zijn, die de vis van alle kanten te lijf gaan.
Er is weinig (of geen) basisinformatie over dit stuk van de oceaan beschikbaar. Marien ornithologen hebben enig onderzoek op zee gedaan, maar men heeft meestal verder uit de kust gewerkt, op schepen op weg van en naar Antarctica. Vanwege de logistiek van het Antarctica onderzoek passeerde men hier ook meestal in andere maanden dan wij, dus eigenlijk heeft nog niemand hier in deze tijd gekeken wat er op zee gebeurt. De ornithologen aan land hebben ook geen idee wat zich op zee afspeelt, dus we varen hier precies in een kennisgat. Soms zit het mee…
Vandaag een bezoek gebracht aan de leidende marien ornitholoog, dr. Pablo Yorio, op het lokale NIOZ (WCS Insitute, Argentinië). Hij weet alles van de vogels aan land, maar de zee is nog een groot terra incognita, en dit geldt zeker voor de overwinteraars die van verre streken deze wateren bezoeken. De associaties tussen pinguins en pijlstormvogels waren tot nu toe onbekend, zo bleek tijdens ons gesprek. Morgen weer het zeegat uit, op weg naar nog veel meer pinguïns!