Blogpost
Alles ligt even stil
Zojuist, 12 november, hebben wij vernomen dat Beagle passagiers betrokken zijn bij een auto-ongeval en een VPRO crewlid hierbij om het leven gekomen is. Ook zijn er gewonden onder de crewleden. Ons medeleven gaat uit naar de partner, familie, vrienden van de overledene en de gehele crew aan boord van de Beagle.
IMARES directie en medewerkers
Morgen weer het zeegat uit, dacht ik nog aan het eind van mijn vorige blog. Het mocht niet zo zijn. Op de avond voor vertrek kregen we het bericht dat een viertal mede-reizigers een zwaar auto-ongeluk had meegemaakt.
De volgende dag bleek dat een van hen ter plekke was overleden, dat er twee zwaar gewonden waren en een minder zwaar gewonde. Van gepland vertrek was uiteraard geen sprake meer; er waren nu andere prioriteiten.
Een geluk bij ongeluk was –als je daarvan zou mogen spreken- dat TV-mensen geboren regelaars zijn. Met name onze producer aan boord, Ruurd van den Berg, ging meer dan voortvarend aan de slag om te regelen wat geregeld moest worden. Een normaal mens moet niet denken aan de waslijst van zaken die streden om voorrang. De gewonden lagen in drie verschillende ziekenhuizen en moesten worden bezocht; met hun artsen moest worden overlegd; de berichten over hun toestand veranderde meerdere malen per dag; familie ver weg van ons moest worden ingelicht en ingevlogen, maar moest deze jobstijding niet uit de krant vernemen; de opvarenden van ons schip moesten worden voorzien van nieuws; verzekeringen; vervoer naar Nederland van de overledene; opvang en begeleiding van haar partner (mede-reiziger), terugtrekken van cameraploegen te velde; te veel tegelijkertijd buitelde over elkaar heen. Alles moest worden georganiseerd en dat gebeurde ook, met bewonderenswaardige snelheid, gevoel en professionaliteit. Daarbij kregen we hulp van de Nederlandse Consul (uit Buenos Aires), van de ingevlogen families en van ingevlogen extra VPRO hulptroepen, van de Argentijnse partner van een van de biologen aan boord (die op de juiste wijze kon omgaan met de autoriteiten) en van collega’s aan boord en aan land van de direct getroffenen.
Al met al zou dit vreselijke ongeluk in een andere omgeving vermoedelijk nog veel meer ellende hebben aangericht dan het al deed, al wil ik op geen enkele manier het leed van de getroffenen bagatelliseren. Wij, minder direct betrokkenen werden dagelijks met grote openheid op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen maar kregen wel het verzoek niet “naar huis” te bloggen omdat de communicatie over het ongeluk en het verdere verloop beter centraal gehouden kon worden. Dat simpele verzoek hebben we uiteraard gehonoreerd.
Tja, en wat doe je dan, afwachtend in een haven waar je inmiddels alles hebt gezien? Een auto huren om er nogmaals opuit te trekken was niet echt een optie. We zochten het meer in korte tripjes de stad in; bezoeken aan het lokale instituut om te kunnen discussiëren over ons werk met de collega’s hier en verwerken en analyseren van de reeds verkregen gegevens. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Zo stond ik op een avond laat aan dek, een biertje drinkend met bemanningsleden en verwikkeld in het samen bespreken van wat ons allen bezig hield. Uit een ooghoek zag ik een meeuw in het licht van het schip iets uit het water plukken. Aandacht weg, moet ik bekennen. Er bleken enkele honderden meeuwen te foerageren in het lamplicht van ons schip, een naastgelegen trawler en de kade-verlichting. Bruinkopmeeuwen. Hé, grappig, zo veel hadden we er niet eerder op zee gezien. Het was echter niet het moment om bioloogje te gaan spelen, dus ik liet de zaak verder rusten, nam nog een biertje en hervatte het gesprek.
De volgende dag en avond toch wat beter gekeken. De hele dag zowat geen meeuw gezien, maar ’s avonds vlogen er opnieuw zo’n 400 druk foeragerend rond. Een patroon! De meeuwen lummelden overdag maar wat rond op het strand en gingen ’s avonds naar het kade-licht-restaurant. De plaatselijke zeevogelbiologen kenden het fenomeen niet. We lagen achter een douanehek en daar mochten ze niet komen; niemand had dit fenomeen ooit opgemerkt. Samen verder gekeken (op onze uitnodiging mocht men de douaniers passeren) en avond na avond zagen we hetzelfde spektakel. Allerlei kriebeldiertjes kwamen in het lamplicht naar boven. We hebben ze met de hele familie met een vertikaal planktonnetje gevangen en in een potje gestopt voor nadere determinatie. De volgende dag het potje per taxi naar het instituut gebracht en samen een publicatie voorbereid over dit nachtelijke fenomeen. En zo leverde Puerto Madryn ondanks alle ellende toch nog iets aardigs op.