"De Noordzee is één van de productiefste zeeën ter wereld"

De vissers zijn misschien wel de meest ‘klassieke’ gebruikers van de Noordzee. Maar het is ook de groep voor wie het verschil tussen hoe het was en hoe het zal zijn het grootst is. Zeker nu de ruimteclaim van windparken en natuurbescherming op de Noordzee toeneemt.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Voedseltransitie

Op de bodem van de Noordzee verstoppen tong en schol zich in het zand, en het zijn vooral die twee vissoorten waar de Nederlandse kottervissers voor naar zee gaan. ‘Maar liefst 74 procent van het quotum voor tong dat door de EU wordt vastgesteld, is voor Nederland’, zegt Nathalie Steins, senior sociale wetenschapper bij Wageningen Marine Research. ‘Er wordt ook gevist op soorten die in de waterkolom zwemmen, zoals haring en makreel. Daarnaast zijn er nog de garnalenvissers en kleinschalige kustvisserij.’

De Noordzeekotters vissen op platvis en in de visserij op tong gebruiken ze de boomkor, waarbij sleepnetten met wekkerkettingen over de zeebodem worden getrokken. Bodemberoerende visserij dus, en dan kun je je direct voorstellen dat zoiets significante ecologische impact heeft. ‘Maar vergis je niet: bijna alle vismethoden zijn bodemberoerend’, zegt Steins. ‘Ook de zogenaamde borden van sleepnetten waarmee in open water op pelagische soorten wordt gevist, raken de bodem. Visserij heeft natuurlijk per definitie ecologische impact, want je onttrekt vis aan de zee. Of het duurzaam is, hangt helemaal af van hoe je die visserij inricht.’

Platvis die door Nederlandse kotters gevangen wordt, zoals tong en schol, gaat voornamelijk naar Italië, België, Duitsland en Frankrijk. Foto: Provincie Zeeland.
Platvis die door Nederlandse kotters gevangen wordt, zoals tong en schol, gaat voornamelijk naar Italië, België, Duitsland en Frankrijk. Foto: Provincie Zeeland.

Daar is Jaap van der Meer, onderzoeker bij Wageningen Marine Research en buitengewoon hoogleraar Sustainable Marine Food Production bij Wageningen University & Research, het mee eens. ‘De Noordzee is één van de productiefste zeeën ter wereld. Er wordt maar liefst 5.000 kilo vis per vierkante kilometer per jaar uitgehaald.’ Het grootste deel van die vangst eindigt niet op Nederlandse borden; wij eten vooral tonijn in blik en Noorse zalm. ‘De tong gaat voornamelijk naar Italië, schol naar België, Duitsland en Frankrijk. Daarnaast is Nederland een draaischijf voor de verwerking en verhandeling van andere vissoorten die op andere plekken worden gevangen. Die positie hebben we kunnen opbouwen omdat we hier een infrastructuur van havens en visafslagen overgehouden hebben aan de hoogtijdagen van de visserij.’

De visserijsector draagt minder dan 1% bij aan het bruto nationaal product, maar cultureel gezien is de visserij van groot belang.
Nathalie Steins, sociale wetenschapper bij Wageningen Marine Research

Zwaar weer

Die hoogtijdagen zijn voorbij. Het economische belang van de visserij is tegenwoordig gering. ‘De sector draagt minder dan 1 procent bij aan het bruto nationaal product’, zegt Steins. ‘Maar cultureel gezien is de visserij van groot belang. Dorpen als Katwijk en Volendam zien zichzelf nog steeds als vissersdorpen. Vissen is een deel van de identiteit.’

En dat blijft, ook nu de sector in zwaar weer verkeert. De problemen van de vissers zijn niet van de ene op de andere dag ontstaan. ‘Om overbevissing tegen te gaan hebben we in Europa sinds jaar en dag een gemeenschappelijk visserijbeleid’, zegt Van der Meer. ‘Nederland heeft het zelf niet meer voor het zeggen. Europa stelt quota vast hoeveel er van welke soort gevangen mag worden. Ook de aanlandplicht is een Europese regel: als vissers vis vangen die te klein is, moeten ze die aan land brengen.’ De hoop is dat vissers hierdoor selectiever zullen gaan vissen en geen voedsel verspillen door vis op zee weer overboord te gooien, wat veel vis meestal niet overleeft.

Jaap van der Meer, onderzoeker bij Wageningen Marine Research en buitengewoon hoogleraar bij WUR. Beeld: NorthCmedia.
Jaap van der Meer, onderzoeker bij Wageningen Marine Research en buitengewoon hoogleraar bij WUR. Beeld: NorthCmedia.

Naast die regeldruk was er de Brexit, waardoor de vissers quota kwijtraakten of het moeilijker werd om in Britse wateren te vissen. ‘En dan kwam er nog het verbod op pulsvisserij’, zegt Steins. ‘Dit is een methode waarbij de platvis met elektrische pulsen wordt opgeschrikt, waardoor hij uit het zand komt en het net in zwemt. Dat is minder bodemberoerend dan boomkorvisserij en verbruikt veel minder brandstof, maar toch is de methode verboden door Brussel. Daar waren vooral politieke redenen voor. Maar voor vissers die geïnvesteerd hadden in deze methode was het een ramp.’

Onderzoekers van Wageningen Marine Research schatten dat Nederland nog ruim 30 grote boomkorkotters heeft.
Onderzoekers van Wageningen Marine Research schatten dat Nederland nog ruim 30 grote boomkorkotters heeft.

Inmiddels is er een saneringsregeling geweest om vissers uit te kopen die er de brui aan willen geven. Steins en Van der Meer schatten dat Nederland nu nog ruim 30 grote boomkorkotters heeft. Van der Meer: ‘En dan komen er nu ook nog ruimtelijke beperkingen bij voor de vissers. In de Noordzeetransitie worden grote delen van de zee opzij gezet voor windparken en natuurgebieden.’

Windpark als kraamkamer

Windparken vormen letterlijk obstakels voor vissers. ‘Net als bij olieplatformen moeten vissers minstens 500 meter afstand houden van een windpark’, zegt Steins. ‘Deze regels verschillen weer per land; in de Engelse windparken mogen vissers wel komen. Als je bedenkt hoeveel windparken er nog gepland zijn, betekent dat ontegenzeggelijk minder ruimte voor de vissers.’

En voor de vissen die commercieel interessant zijn voor de vissers? Wageningen Marine Research is betrokken bij talloze onderzoeken naar de effecten van windparken op het zeeleven. ‘Vooral de directe effecten zijn bestudeerd’, zegt Van der Meer. ‘Denk aan het heien bij de aanleg van zo’n park en de kans dat vogels en vleermuizen zich tegen de turbines te pletter vliegen. Dat onderzoeken we onder andere met modellen en experimenten in het laboratorium.’

Naar de indirecte effecten is nog meer vervolgonderzoek nodig. Van der Meer: ‘Dan gaat het vooral over hoe vis zich gedraagt rondom een operationeel windpark. Of hoe zulke constructies in zee het windveld, de stroming en de opwerveling en bezinking van slib en zand beïnvloeden. Mogelijk heeft dat gevolgen voor fytoplankton. Wetenschappers zijn nu bezig met de eerste modelstudies. ’Er is nog geen eenduidig beeld over de ecologische gevolgen van windparken op zee, maar één conclusie durft Van der Meer al wel te trekken. ‘Echt heel schokkende bevindingen komen er niet uit al die onderzoeken. Misschien is het anders als het aandeel windparken in de Noordzee groter wordt, maar de ecologische effecten zijn al met al nu nog gering.’

Windmolenparken zouden zelfs goed kunnen uitpakken voor de visstand, als ze als kraamkamer voor jonge vis zouden kunnen fungeren. Wageningen Marine Research deed onderzoek naar kunstriffen die zijn aangelegd bij de windparken Borssele 1 en 2 voor de Zeeuwse kust. Steins: ‘Kabeljauwen en zeebaarzen werden gezenderd om hun bewegingen in de gaten te houden. De kabeljauw blijkt zich graag in de buurt van zulke riffen op te houden. Zeebaarzen laten zich aan windparken niet veel gelegen liggen.’

In windpark Borssele wordt het zwemgedrag van kabeljauw onderzocht via zendertjes en ontvangers. Foto: Sophie Neitzel.
In windpark Borssele wordt het zwemgedrag van kabeljauw onderzocht via zendertjes en ontvangers. Foto: Sophie Neitzel.

Controverse

Ook het opzij zetten van stukken Noordzee als natuurgebied beperkt de mogelijkheden van de vissers. Natuurbeschermingsorganisaties pleiten er voor 30 procent van de Noordzee als natuurgebied te bestempelen, zodat het ecosysteem gezond kan blijven. ‘Dat is nog geen realiteit, maar er zijn wel Natura2000 gebieden, zoals de Doggersbank, de Centrale Oestergronden en het Friese Front’, zegt Steins. ‘Daar geldt nog geen absoluut visverbod. Per gebied zijn de regels en voorwaarden weer anders.’

Gele haarkwal op de Doggersbank, een van de Natura2000-gebieden. Foto: Oscar Bos.
Gele haarkwal op de Doggersbank, een van de Natura2000-gebieden. Foto: Oscar Bos.
Dat vissers het nu moeilijk hebben komt niet primair door de visstand.
Jaap van der Meer, onderzoeker bij Wageningen Marine Research en buitengewoon hoogleraar bij WUR

Het is uiteraard essentieel om ‘de natuur’ ook de ruimte te geven op de Noordzee, maar het is momenteel niet zo dat de visstand onder druk staat door overbevissing. ‘De visserijdruk nam sinds de jaren 60 toe’, zegt Van der Meer. ‘Er kwam steeds meer schaalvergroting in de sector: grotere, efficiëntere schepen, waarbij de verwerking van de vis al op zee begon. Nederland liep voorop in die ontwikkeling. In de jaren 90 stortten de populaties van vooral schol in, later volgde kabeljauw. Daarna is het gemeenschappelijke visserijbeleid serieus opgepakt. We hebben ons lesje geleerd en de populaties van de meeste vissoorten hebben zich sindsdien hersteld. Niet allemaal hoor, de kabeljauw is er niet bovenop gekomen, bijvoorbeeld. Maar dat vissers het nu moeilijk hebben, komt niet primair door de visstand.’

Het nieuwe vistuig de kiwikuil kan de overlevingskansen van in zee teruggezette bijvangst vergroten. Foto: Pieke Molenaar.
Het nieuwe vistuig de kiwikuil kan de overlevingskansen van in zee teruggezette bijvangst vergroten. Foto: Pieke Molenaar.

Schaalvergroting in de visserij hoeft op zichzelf niet altijd te leiden tot overbevissing. ‘Als je de visvangst goed reguleert, handhaaft en monitort, moet je dat op een duurzame manier kunnen vormgeven’, zegt Steins. En hoewel er soms ‘parallelle werkelijkheden’ lijken te bestaan in de beleving van vissers en EU-regelgevers, is er onder vissers ook nauwelijks verzet tegen de Europese quota. ‘De huidige discussies gaan over ongewenste bijvangst en welke stukken Noordzee natuurgebied worden. Natuurlijk willen vissers het liefst vissen in de meest visrijke gebieden, maar dat zijn ook de gebieden die natuurorganisaties willen beschermen.’

Natuurbeschermers wijzen op het belang van afgesloten gebieden op de Noordzee, de vissers zweren bij goed visserijbeheer.
Jaap van der Meer, onderzoeker bij Wageningen Marine Research en buitengewoon hoogleraar bij WUR

Van der Meer: ‘Er is een soort controverse aan de gang, waarbij natuurbeschermers wijzen op het belang van afgesloten gebieden, en de vissers zweren bij goed visserijbeheer. Als Wageningen Marine Research zeggen wij vooral: dit moeten we nog veel dieper onderzoeken.’

Aquacultuur

Hoe zien de onderzoekers al met al de toekomst van de visserij op de Noordzee? ‘Verdere veranderingen in de vissersvloot lijken onvermijdelijk’, zegt Steins. ‘Het is belangrijk dat de sector innoveert, bijvoorbeeld naar energiezuiniger schepen.’ Van der Meer vult aan: ‘We zien daarnaast verschuivingen in de soorten die in de Noordzee voorkomen: inktvis, langoustines, rode poon en mul zijn in opmars. Mogelijk heeft dit te maken met klimaatverandering, dat is nog niet met zekerheid te zeggen. Maar daar kun je je vloot en vangstmethoden dus op aanpassen.’

Onderzoekers zien, mogelijk door klimaatverandering, verschuivingen in de soorten die in de Noordzee voorkomen. Onder andere langoustines zijn in opmars.
Onderzoekers zien, mogelijk door klimaatverandering, verschuivingen in de soorten die in de Noordzee voorkomen. Onder andere langoustines zijn in opmars.

Als je het hebt over een voedseltransitie, kijk je naast visserij ook naar aquacultuur, bijvoorbeeld de teelt van zeewier, mosselen en oesters, al dan niet in een windpark. ‘Er wordt geëxperimenteerd met hangculturen voor mossels: in diepte verstelbare constructies die je in windparken kunt afzinken’, zegt Van der Meer. ‘Men heeft het al gehad over 14.000 vierkante kilometer aan zeewierteelt op de Noordzee. Dat kan niet, maar wat wel haalbaar is, moet nog blijken. We zijn inmiddels gestart met meerdere onderzoeken naar de ecologische draagkracht van aquacultuur.’

Onderzoekers van Wageningen Marine Research doen experimenten met hangculturen voor mosselen in windparken op de Noordzee. Foto: Oscar Bos.
Onderzoekers van Wageningen Marine Research doen experimenten met hangculturen voor mosselen in windparken op de Noordzee. Foto: Oscar Bos.

Steins benadrukt dat er ook meer onderzoek nodig is naar de interacties tussen visbestanden, zoals kabeljauw en haring. ‘Alles is met elkaar verbonden in een ecosysteem. Wij kijken als onderzoekers naar de Noordzee als één ecosysteem, we beperken ons natuurlijk niet tot de territoriale wateren. Uiteindelijk moet de kennis die we opdoen bijdragen aan een ecosysteem-gebaseerd visserijbeleid voor de hele Noordzee.’

Uiteindelijk zijn wij mensen ook gewoon onderdeel van het ecosysteem.
Nathalie Steins, sociale wetenschapper bij Wageningen Marine Research

Daarvoor is tenslotte niet alleen onderzoek nodig naar het gedrag van vis, maar ook van de vissers zelf. ‘Hoe gaan ze om met alle veranderingen?’, zegt Steins. ‘Wat voor keuzes maken ze op zee, waar gaan ze heen als een gebied is afgesloten? En wat voor effecten heeft dat op de bedrijfsvoering en de ecologie van de Noordzee? Als sociale wetenschapper ben ik daar bijzonder in geïnteresseerd. We kijken niet alleen naar de ecologische effecten, maar ook naar de sociaal-ecologische impact. Want uiteindelijk zijn wij mensen ook gewoon onderdeel van het ecosysteem.’