Regionale, duurzame energie rendabel maken

Op regionale schaal energie opwekken die rendabel én duurzaam is. Dat is wat
Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO), de Animal Science Groep (ASG) van Wageningen UR en Eneco voor elkaar willen krijgen bij ACRRES, het landelijk toepassingscentrum voor duurzame energie en groene grondstoffen in Lelystad.

Agrarische bedrijven zijn bij uitstek geschikt om op kleine schaal duurzame energie op te wekken. Zij hebben daarvoor de ruimte en de grondstoffen. Probleem is dat deze productie van duurzame energie vaak niet rendabel is zonder subsidie.

Restproducten tot waarde brengen

Onderzoekers van PPO, ASG en Eneco hebben daar iets op bedacht. Zij proberen de restproducten tot waarde te brengen. Samen met een aantal commerciële bedrijven koppelen ze verschillende installaties aan elkaar die elkaars reststromen gebruiken. Voor wat overblijft aan restproduct proberen ze een ander afzet te vinden. Dit maakt het procedé niet alleen rendabeler maar ook duurzamer, omdat er niets meer verloren gaat.

Op de testlocatie in Lelystad staan verschillende installaties:

  • Een mestvergister. Dit is een installatie waarin bacteriën de dierlijke mest, die is gemengd met plantaardig materiaal, omzetten in biogas. In de pilot wordt gras en maisstro gebruikt.
  • Een voorbewerker. Dit is een soort snelkookpan die het stro van moeilijk verteerbaar materiaal zoals maisstro voorbewerkt, zodat de vergisting in de mestvergister efficiënter verloopt en er meer biogas ontstaat.
  • Een installatie die bio-ethanol produceert. Dit is een proefinstallatie die uit maiskorrels  brandstof produceert met 70 procent alcohol.

Deze installaties profiteren van elkaar. Het hoofdproduct van de mestvergister is elektriciteit. Daarbij ontstaat ook warmte, die benut wordt door de bio-ethanolinstallatie. Na de vergisting blijft digestaat over. Dit is weer te scheiden in een dikke en een dunne fractie. De dikke fractie kan als meststof terug naar het land, de dunne fractie is goed in te zetten voor de productie van algen. Dat geldt ook voor de CO2 die ontstaat bij de vergisting.

Alcohol en eiwitten

De bio-ethanolinstallatie produceert alcohol en een soort eiwitrijke  koek die mogelijk zeer geschikt is als veevoer. De onderzoekers willen de koek als veevoer afzetten. Maar ze bekijken ook andere mogelijkheden. Zo bevat de koek het eiwit zeïne dat ook andere toepassingen kent. Het wordt gebruikt in lijmproducten en verpakkingsmateriaal.

Naast deze installaties is er de zonneweide. Hier testen de onderzoekers verschillende soorten zonnepanelen, die efficiënter zijn dan bestaande panelen.