Regelgeving in kaart gebracht voor Stadsvarkens
Wie zich gaat verdiepen in regelgeving rond varkenshouderij, ziet al snel door de bomen het bos niet meer. Buurtbewoner René van Geneijgen vroeg zich af hoe hij ondanks het woud aan regels toch varkens kon laten scharrelen in het Veldhuizerbos. De Wetenschapswinkel hielp hem op weg.
Het plan sluimerde al jaren. René van Geneijgen heeft een landbouwachtergrond, vindt varkens leuke dieren en wil graag dat mensen zich bewuster worden van wat ze eten. Het vlees eten van varkens die je in je eigen omgeving hebt zien opgroeien, sluit daar prima op aan. ‘Natuurlijk weet iedereen dat vlees van dieren komt, maar toch maken mensen die connectie niet als ze een laag geprijsd stukje vlees in de supermarkt kopen. En omgekeerd ook niet als ze bijvoorbeeld in de kinderboerderij een dier aaien.’ Daar wilde hij graag wat aan doen.
De kringloop rond
Nu stadslandbouw volop in de belangstelling staat en in de gemeente Ede de interesse groeit voor projecten op dit gebied, greep René zijn kans waar. ‘Ik zat tijdelijk zonder werk dus ik kon er veel tijd in steken. Ik besloot medestanders te zoeken en een stichting op te richten’, vertelt hij. Het idee in een notendop: varkens laten rondscharrelen in de buitenlucht, het voer ophalen in de buurt en het vlees beschikbaar stellen aan de buurt. De kringloop rond!
Mitsen en maren
Daarbij stuitte hij op vele mitsen en maren. ‘Veevoer - dus ook varkensvoer - moet aan heel veel eisen voldoen. Het moet gecertificeerd zijn. En dat kan niet met het voer dat wij in de buurt wilden verzamelen: groenteafval van de groenteboer, bostel van de brouwerij en afval van de kaasmakerij.’ Bij de Voedsel- en Warenautoriteit kreeg het initiatief dan ook al snel nul op het rekest. Een gesprek bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waar men veel interesse in het idee toonde, bood uiteindelijk ook geen soelaas. René: ‘De regelgeving is complex en streng, en toegespitst op intensieve veehouderij. Op zo'n kleine schaal als wij voor ogen hadden, is certificering niet haalbaar.’ Het ophalen van voer uit de buurt was een belangrijke pijler van het project, dus daar wilde hij natuurlijk geen concessies aan doen. ‘En toen dacht ik: help!’
Om uit te zoeken wat er dan wél mogelijk is, zocht hij contact met de Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research. Als stichting zonder winstoogmerk kon hij daar gratis hulp krijgen. ‘Studenten zijn ermee aan de slag gegaan. Zij hebben onder begeleiding van wetenschappers alle relevante regelgeving doorgespit en vergelijkbare initiatieven onderzocht.’ Daar kwamen adviezen uit, waaronder een heel praktische: richt voor de vleesverkoop een vereniging op. ‘Leden kunnen het vlees kopen, dat geldt als eigen gebruik. En bij varkenshouden voor eigen gebruik hoeft het varkensvoer niet gecertificeerd te zijn.’
Goed leven
Vier varkens scharrelen er inmiddels rond in het Veldhuizerbos, een park van ruim 1 hectare naast de Edese volkswijk Veldhuizen. René van Geneijgen wist ruim 20 vrijwilligers op de been te krijgen die ervoor zorgen dat de varkens tweemaal per dag gevoerd worden. De dieren trekken extra veel wandelaars uit de wijk, weet hij; daar kan hij tal van leuke verhalen over vertellen. ‘De scouting heeft hier een clubhuis; de padvinders geven de varkens namen. Er zijn ouderen uit de wijk die hier dagelijks even langslopen om de dieren te aaien.’ De stichting heeft een website en legt steeds meer contacten met scholen: allemaal manieren om te zorgen dat het project zo veel mogelijk bijdraagt de missie om mensen bewuster te maken van wat ze eten.
Dat die opzet slaagt, mag overigens al blijken uit een veelgehoorde reactie van buurtbewoners die de dieren zien rondscharrelen, vertelt René. ‘Die zeggen: “Ze hebben het goed hier. Zo'n goed leven zouden alle varkens moeten hebben”.’