Met bomen fijn stof verlagen vraagt om kennis en maatwerk
Bomen vangen fijn stof weg. Maar niet altijd. En ook niet heel veel. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving zet op een rij wat een groenbeheerder wel of juist niet moet doen om maximaal effect te krijgen.
In een park met veel bomen is de lucht schoner dan in de autostraten eromheen. De bomen vormen een dichte haag zodat er minder fijn stof het park in waait. Bovendien vangen de bomen een deel op van wat er wel inwaait.
Gering effect
Hoe meer en hoe groter de bomen, hoe meer fijn stof ze uit de lucht filteren. Toch is het in het gunstigste geval niet meer dan 5 -10 procent van wat er lokaal geproduceerd wordt. Het effect is dus beperkt, maar het helpt wel.
Lastig is dat bomen ook een negatief effect kunnen hebben op de concentratie fijn stof. Dat is het geval als de bomen een dichte haag vormen over een weg heen: het stof kan dan niet weg en blijft onder de bomen hangen. Dat wordt ook wel het groenetunneleffect genoemd.
Negatieve en positieve effecten
Onderzoekers van PPO zetten al deze positieve en negatieve effecten van bomen op de gezondheid op een rij. Ze laten bijvoorbeeld zien dat naaldbomen effectiever zijn in het opvangen van fijn stof dan loofbomen. De naaldbomen zijn namelijk fijner vertakt en vangen ook in de winter stof op omdat ze hun naalden houden. Loofbomen zijn juist weer beter als het gaat om het opvangen van gasvormige verontreinigingen.
Dit laat zien dat bomen inplannen vraagt om maatwerk. Als planners van groen plannen maken om bomen te planten, moeten ze eerst weten wat ze willen bereiken: willen ze fijn stof reduceren of zijn er andere verontreinigingen? De informatiebrochures van PPO helpen vervolgens bij de keuze.