Mest aan- en afvoer op derogatiebedrijven

Een van de voorwaarden voor derogatie is de verplichting van de Nederlandse overheid om 300 derogatiebedrijven te monitoren en hierover jaarlijks te rapporteren aan de Europese Commissie. Een belangrijk onderdeel van het stikstofgebruik door de bedrijven in het derogatiemeetnet is het aan- en afvoeren van dierlijke mest. In dit artikel wordt de aan- en afvoer van mest op derogatiebedrijven in het monitoringsjaar 2016 besproken, zoals gepresenteerd in de derogatierapportage. Dit rapport is een coproductie van het RIVM en Wageningen Economic Research.

Afvoer dierlijke mest groter dan aanvoer

De bedrijven in het derogatiemeetnet voerden dierlijke mest zowel aan als af. Omdat de mestproductie gemiddeld hoger lag dan het toegestane gebruik qua stikstof en fosfaat, was de afvoer van (dierlijke) mest gemiddeld hoger dan de aanvoer. Dit gold voor alle regio’s (zie tabel 1).

Tabel 1. Gemiddelde aanvoer en afvoer van dierlijke mest per regio (in kg N/ha) in 2016 op bedrijven in het derogatiemeetnet
Omschrijving Zand (250) Zand (230) Löss Klei Veen Totaal
Aantal bedrijven 45 104 18 58 58 283
Aanvoer van dierlijke mest 11 3 2 7 8 6
Afvoer van dierlijke mest 33 101 53 50 38 64

Ongeveer een op de zes bedrijven uit het derogatiemeetnet (17%) voerde geen dierlijke mest aan of af (zie tabel 2). Het merendeel van de bedrijven in het derogatiemeetnet voerde alleen mest af (63%). Op 12% van de bedrijven werd dierlijke mest alleen aangevoerd. Deze ondernemers hebben vermoedelijk nutriënten aangevoerd via dierlijke mest, omdat dit een economisch voordeel gaf in vergelijking met het gebruik van kunstmest. De aanvoer van dierlijke mest is in veel gevallen namelijk goedkoper dan de aankoop van kunstmest. Dat kan ook gelden voor de ondernemers die zowel dierlijke mest aanvoerden als afvoerden (8%).

Tabel 2. Gemiddeld percentage van bedrijven in het derogatiemeetnet dat dierlijke mest aanvoerde en/of afvoerde in 2016
Omschrijving Zand (250) Zand (230) Löss Klei Veen Totaal
Geen aan- en afvoer 18% 13% 11% 19% 21% 17%
Alleen afvoer 38% 76% 78% 64% 55% 63%
Alleen aanvoer 29% 7% 11% 14% 9% 12%
Zowel aan- als afvoer 16% 4% 0% 3% 16% 8%

Toenemende afvoer van dierlijke mest tussen 2006 en 2016

De aanvoer van dierlijke mest wijkt in 2016 niet significant af ten opzichte van voorgaande jaren (2006-2015). Dat geldt wel voor de afvoer van dierlijke mest, deze ligt in 2016 significant hoger dan in de voorgaande periode. Daarmee zet de trend van de toename van afvoer van dierlijke mest sinds 2006 door. Een mogelijke verklaring voor de toegenomen mestafzet is dat de hoeveelheid geproduceerde melk (FPCM, Fat and Protein Corrected Milk) per bedrijf is toegenomen over de periode 2006-2016 met een continue stijging van gemiddeld bijna 5% per jaar. Die stijging is veroorzaakt door een toename van het aantal melkkoeien waardoor de productie van dierlijke mest ook is toegenomen.

Meer weten?


Jamal Roskam (Wageningen Economic Research)