Inspirerende mensen @WUR: Diana Machado de Sousa
Wageningen University & Research gelooft dat een inclusieve sfeer bijdraagt aan beter onderzoek en onderwijs. Daarom streven we naar een organisatie waarin iedereen zich veilig en welkom voelt. Als iedereen zichzelf kan zijn, kunnen wetenschap en onderwijs pas echt tot bloei komen.
Bij WUR willen we dat ieder talent zich thuis voelt en gelijke kansen krijgt. Om dit te bereiken heeft WUR zich de laatste jaren actief ingezet voor zaken als (gender)inclusiviteit en diversiteit.
Gaat deze wens gelijk op met de werkelijkheid? Is er ruimte voor verbetering? Diana Machado de Sousa, Persoonlijk Hoogleraar bij het Microbiologie lab van AFSG, reageert in dit interview op enkele stellingen en vragen over diversiteit en inclusie.
Stelling: WUR streeft ernaar een organisatie te zijn vrij van vooroordelen op basis van geslacht en met gelijke kansen voor mannen en vrouwen.
Ik studeerde Biotechnologie in Portugal, een opleiding met vooral veel (Portugese) vrouwen. Tijdens mijn sandwich-PhD – in Portugal en in Wageningen – merkte ik dat Wageningen een positieve invloed had op mij. Het was interessant om te werken met mensen van uiteenlopende culturen en achtergronden. Dit droeg bij aan een sterk gevoel van inclusiviteit, welke niet beperkt bleef tot gender. Bij mijn terugkeer in Portugal werd ik universitair docent bij een technische afdeling. Hoewel vrouwen binnen Portugese universiteiten goed vertegenwoordigd zijn, is er veel minder culturele diversiteit dan in Wageningen.
Verschillende behandelingen en onderwijsmethoden
Toen ik in 2013 bij WUR aan een Tenure Track begon, had ik niet het idee dat mijn vrouw-zijn invloed had op mijn carrièremogelijkheden. Naarmate mijn loopbaan vorderde, en vooral toen ik een leidinggevende positie kreeg, merkte ik dat binnen de academische gemeenschap mannen oververtegenwoordigd zijn in de hogere functies. Dus, als je mij vraagt of vrouwen anders behandeld worden, dan ben ik het daar mee eens. Ik ben klein van stuk, relatief jong en niet dominant. In vergaderingen met mannen leidt dit er vaak toe dat ik te weinig ruimte krijg om mijn mening te geven. Mensen besteden sowieso vaak meer aandacht aan de woorden van mannelijke of oudere hoogleraren. Het viel mij ook op dat studenten een vrouwelijke hoogleraar anders benaderen dan een mannelijke. Hoewel beide geslachten gerespecteerd worden, dichten studenten meer autoriteit toe aan mannelijke hoogleraren. Ik vind het belangrijk om met de studenten contact te leggen en een sfeer van vertrouwen en toegankelijkheid te creëren. Ik heb wel te horen gekregen dat ik zorgzaam ben, maar dat maakt mij geen mindere academica.
Dus ja, ik heb wel meegemaakt dat ik anders werd behandeld, en dat vind ik vervelend. Elk individu, man of vrouw, heeft bepaalde eigenschappen. Binnen de academische wereld zou men zich moeten beseffen dat zaken zoals kennis, expertise en ervaring los staan van iemands persoonlijke stijl en dat iedereen gelijke erkenning en waardering verdient.
Hoe zou WUR kansenongelijkheid kunnen verminderen?
Om een vergelijkbaar aantal mannen en vrouwen binnen WUR te krijgen, zou men vrouwen tijdelijk voorrang kunnen geven bij vacatures; positieve discriminatie. Bij vrijwel alle andere Nederlandse en buitenlandse universiteiten is dit al het geval. Bovendien moeten heldere regels worden geformuleerd om discriminatie te voorkomen, bijvoorbeeld door Tenure Track beoordelingscommissies.
Diversiteit op organisatieniveau
Wat ook zou kunnen helpen bij gender gerelateerde zaken is als HRM diversiteit en inclusie prioriteert. Mensen die bij personeelszaken en andere ondersteunende afdelingen werken zijn overwegend Europees, dus wat meer diversiteit zou daar ook wenselijk zijn. Wetenschappers hebben vaak verschillende achtergronden, reizen veel en dragen bij aan verbreding van zienswijzen. Ook onze studenten komen uit de hele wereld. Toch is er nog voldoende ruimte om de diversiteit bij onze vaste staf te vergroten.
Binnen Wageningen is het percentage vrouwen in leiderschapsrollen lager dan bij andere Nederlandse en Europese universiteiten (minder vrouwelijke leerstoelhouders). We moeten hier transparanter over zijn en actie ondernemen om het percentage vrouwen in leiderschapsposities te vergroten binnen WUR.
Stelling: WUR streeft ernaar een diverse organisatie te zijn, dus het maakt ons niet uit van wie je houdt, welke taal je spreekt, waar je geboren bent of wat je geloofsovertuiging is.
Ik denk dat WUR een maatschappelijke rol heeft. Door de manier van denken binnen onze organisatie te veranderen, kunnen we de wereld veranderen. WUR heeft de rol om een plaats te zijn waar iedereen welkom is en iedereen moet daar zo vaak mogelijk aan worden herinnerd.
Ik ben lid van Wageningen Young Academy (WYA) en daar is diversiteit een belangrijk onderwerp. We proberen het gesprek over diversiteit aan te zwengelen en onze mening (en die van andere WUR-wetenschappers) te delen met het bestuur. WYA werkt ook aan wetenschapscommunicatie. Ook daar willen we onze visie op diversiteit delen met de maatschappij. We zijn kortgeleden een activiteit gestart “Wetenschap: Stel je een inclusieve toekomst voor voor wetenschappers en wetenschappelijk onderzoek." Hiermee gaan we naar scholen om met kinderen te praten over het beeld van de wetenschapper. Dat hoeft echt niet altijd een witte man te zijn, zoals kinderen vaak denken. Een wetenschapper kan van een ander geslacht, cultuur en achtergrond zijn. Het is belangrijk om verschillende rolmodellen en bewijzen te laten zien dat wetenschappers er zijn in ‘elke vorm’. Wij moeten zorgen dat kinderen deze voorbeelden zien en nooit hun open houding tegenover verschillen verliezen als ze volwassen worden.
Meer diversiteit in teams
Op managementniveau zie je altijd dezelfde mensen: veelal prestatiegericht. Maar het is aangetoond dat mensen gelukkiger worden en beter presteren als ze in een meer divers team werken. Hoe uiteenlopender een team is, zowel wat betreft gender als persoonlijkheden, hoe beter talenten worden benut. Mensen groeien beter in een divers team. Zulke teams kunnen het verschil maken.
Dus moeten we mensen gaan selecteren met verschillende talenten en complementerende eigenschappen. Teamleden moeten anders gaan denken: het einddoel is het beste team te hebben, en niet het team met de beste individuen. Als leidinggevende moet dus naar iemand kijken en je afvragen hoe je die eigenschappen kunt inzetten voor het algemeen belang.
Verschillen koesteren
Dit geldt ook voor Tenure Track commissies. Zoek niet dezelfde mensen, beoordeel verschillende eigenschappen op dezelfde manier. Sommige mensen zijn vooral goede wetenschappers, anderen zijn weer beter in het lesgeven of in wetenschapscommunicatie. Zorg voor een omgeving waarin zij kunnen uitblinken en ondersteun hen in het vinden van hun eigen weg. We kunnen niet allemaal overal goed in zijn. Elk team heeft zijn eigen doelen en we moeten een omgeving creëren waarin iedereen aan het team kan bijdragen.
Stelling: WUR streeft ernaar een inclusieve organisatie te zijn waar iedereen zich veilig en welkom voelt. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn binnen WUR.
WUR is in het algemeen best inclusief. Aangezien ik Europese ben, pas ik er prima tussen. Maar ik hoor nog steeds verhalen over discriminatie, zoals in studentenhuizen aan het begin van de coronacrisis. Dus moeten we voortdurend op onze hoede zijn voor onderliggende vormen van discriminatie. Nooit verslappen en altijd alert blijven. Dat is onze plicht en die van de organisatie.
Zelfs met mijn Zuid-Europese achtergrond merk ik dat: één van de stereotypes is dat wij altijd rustig aan doen en altijd te laat komen. Anderen maken er grapjes over, maar ik neem het serieus en zorg dat ik op tijd ben.
Stelling: WUR wil dat elk talent zich thuis voelt bij WUR en gelijke loopbaankansen krijgt.
Ik moet meteen denken aan de presentatie van een groot project in Nederland. Een publiek evenement, waarbij tien mannen op het podium het ‘diverse team’ waarmee zij werkten in het zonnetje zetten. Op de slide zag je een team van mannelijke en vrouwelijke PhD’s en postdocs, terwijl er op het podium geen enkele vrouw stond. Naar mijn mening is dat dus geen divers team. Hoe hoger in de projecthiërarchie je komt, hoe meer mannen, is mijn ervaring.
Hoe blijf je gemotiveerd en geïnspireerd in je werk?
Ik hou van mijn werk en voel mij persoonlijk toegewijd. Maar ik besef mij ook dat die toewijding het gevolg is van een band met de mensen waarmee ik werk. Ik presteer beter als ik me goed voel. Mijn motivatie groeit door de ontwikkeling van mensen in mijn team. Ik wil graag leren over de processen in mijn team en wat mensen drijft. Dat geldt ook voor mijn promovendi. Ik wil hen zien groeien als individu en in hun band met het team. Ik pleit voor meer kansen voor teams.
Hoe zie jij WUR in de toekomst?
Hopelijk worden we binnen tien jaar beter in het bevorderen van diversiteit in teams (in plaats van gericht te zijn op de beste individuen). Hierdoor zullen mensen zich nog beter thuis voelen bij WUR en wordt ons onderzoek nog meer baanbrekend.