Habitatgeschiktheidskaarten fauna: Vestigingsvoorwaarden van diersoorten in kaart
Diersoorten stellen specifieke eisen aan hun leefomgeving. Om stabiel in een gebied te kunnen voorkomen moet het gebied groot genoeg zijn en de juiste omstandigheden hebben. De habitatsgeschiktheidskaarten fauna geven daar inzicht in. Deze tool kan gebruikt worden bij faunaherstel en de ontwikkeling en beoordeling van planvarianten in natuurontwikkelingsprojecten. Ook kan de tool de ecologische effecten van een uitvoeringsproject beoordelen in het kader van een Natuurbeschermingswet-vergunning.
Bij de habitatsgeschiktheidskaarten fauna wordt het lokale milieu beoordeeld, waar zowel de abiotische als biotische factoren, zoals concurrentie met andere soorten of predatie, meewegen. Verder telt kolonisatie en verspreiding mee, aangezien de diersoort wel bij de locatie moet kunnen komen. Veel diersoorten hebben verschillende soorten landschap nodig, afhankelijk van de levensfase of de activiteiten zoals broeden of foerageren. De ruimtelijke samenhang tussen de ecofysiotopen, bijvoorbeeld grasland en struweel, en tussen de uiterwaarden zijn essentieel voor stabiele metapopulaties op landelijk niveau.
Ontwikkeling en beoordeling
Bij variantontwikkeling zijn de gewenste diersoorten en de eisen aan hun leefgebied het uitgangspunt voor het benodigde milieu en vegetatietype. Zo heeft een paartje bevers drie kilometer oeverzone met wilgen nodig en heeft de roerdomp minstens 25 hectare rietland nodig. Deze gegevens maken de natuurdoelen concreet en helpen bij de ontwikkeling van varianten met voor zoveel mogelijk soorten een samenhangende en geschikte leefomgeving. De resultaten kunnen input leveren voor interactieve schetssessies met experts of belanghebbenden. Bij de vergelijking en beoordeling van planvarianten zijn de plankaarten het uitgangspunt, die worden omgezet naar habitatsgeschiktheidskaarten.
Praktijk: Herinrichting uiterwaarden IJssel en Waal
Er is een kansenkaart ontwikkeld voor de uiterwaarden langs de IJssel tussen Arnhem en Deventer en de Waal tussen Nijmegen en Tiel. Beschikbare GIS-kaarten van het rivierengebied zijn gecombineerd met ecologische kenmerken van de gewenste fauna tot habitatgeschiktheidskaarten. De geschiktheid van elk ecofysiotoop is bekeken voor 17 riviergebonden diersoorten, die representatief zijn voor meer dan 100 soorten. De habitatgeschiktheid is onderverdeeld in optimaal, geschikt en marginaal habitat, weergegeven met kleuren in een eenvoudige kaart. Herinrichting gericht op natuurontwikkeling levert hier de meeste winst op voor de gewenste diersoorten, zo blijkt.