Enquête energiebesparing op WUR heeft tot een aantal aanpassingen geleid
Van alle medewerkers die de enquête invulden over de energiebesparende maatregelen van WUR stond 36 procent achter alle maatregelen, die varieerden van temperatuurverlaging, het uitzetten van verlichting en onnodige apparatuur en de eindejaarssluiting. De overige medewerkers hadden één of meerdere bezwaren. De meeste onvrede uitten zij over het verlagen van de temperatuur. Wat zeggen de resultaten? En nog belangrijker: Is er voor deze winter iets mee gedaan?
Afgelopen winter stond in alle WUR-gebouwen de thermostaat voor het eerst op 19 graden. Veel gebouwen sloten in de kerstvakantie en zo waren er meer energiebesparende maatregelen. Wouter van Leeuwen, energiecoördinator bij het Facilitair Bedrijf van WUR, wilde de meningen hierover peilen. Tom Kisters, onderzoeker bij Wageningen Economic Research, verspreidde daarom in februari een enquête onder alle WUR-medewerkers. 849 van hen spraken zich uit. Wat heeft dat opgeleverd?
Signaal over kou
Voor de temperatuur is deze winter een verandering doorgevoerd. Het bleek vorige winter dat het inregelen van de temperatuur in grote gebouwen lastig is waardoor op sommige plekken de temperatuur onder de 19 graden uitkwam. Daarom is de verwarming overal iets hoger gezet zodat de temperatuur inmiddels vrijwel overal minimaal 19 graden is. Een beetje extra comfort dus, want 43 procent van de respondenten vond deze maatregel geen goed idee.
Wat de onderzoekers wel zagen: de meningen over de lagere temperatuur liepen sterk uiteen. Van Leeuwen: ‘Het ene gebouw is het andere niet. Bovendien kan de temperatuur ook binnen een gebouw van plek tot plek verschillen. Dit heeft bijvoorbeeld ook te maken met andere factoren die de temperatuur beïnvloeden, zoals tocht in de buurt van ramen, de positionering van het gebouw ten opzichte van de wind en zon, of de radiator ook in de winter op een constante stand (2-3) wordt gebruikt en de temperatuur van de ventilatielucht. Ook verschilden de mogelijkheden om zelf nog enige invloed hierop uit te oefenen.’ Toch gaf de enquête een duidelijk signaal over onvrede bij een deel van de medewerkers die deze vraag beantwoorde. Inmiddels in de temperatuur vrijwel overal in de gebouwen dus minimaal 19 graden.
Communicatie over sluiting kerstvakantie
Dit jaar is ook de communicatie over de sluiting van veel gebouwen in de kerstvakantie verbeterd. ‘Vorig jaar moesten we alles snel invoeren en was de communicatie niet op tijd’, geeft Van Leeuwen toe. Het leidde tot klachten onder medewerkers in het algemeen en ook bij specifieke groepen, zoals PhD-studenten. Kisters zag dit vervolgens terug in de resultaten van enquête. Van Leeuwen: ‘We hebben nu eerder gecommuniceerd over de kerstvakantiesluiting. En we stimuleren communicatie per gebouw of groep, bijvoorbeeld onderzoekers die in het lab moeten werken.’
Signalen kwamen dus zeker naar voren uit het onderzoek, maar het was lastig om harde uitspraken te doen. ‘Het is altijd ingewikkeld om gedrag en beweegredenen te meten via alleen een enquête’, legt Kisters uit. ‘Sommige mensen vulden in dat ze thuis gingen werken vanwege de temperatuur, wat natuurlijk niet de bedoeling was van het beleid. Maar hoe vaak deden ze dat en was kou de enige reden? Daar geeft de enquête geen duidelijk antwoord op.’
Ervaringen verzamelen is niet genoeg
Kisters had daarom graag andere data gekoppeld aan de ervaringen. Hij denkt aan hoeveel mensen er op werkdagen in elk gebouw aanwezig waren. Het ging niet om welke mensen dat waren, maar toch bleken de gegevens niet zomaar op te vragen door de AVG-wetgeving. Kisters doelt verder op de werkelijke temperatuurdata, gemeten op allerlei plekken in de gebouwen. Die gegevens worden door het regelsysteem gebruikt, maar nog niet opgeslagen om achteraf te analyseren.
Deze winter willen Van Leeuwen en Kisters een nieuw onderzoek doen onder WUR-medewerkers. Ze hopen dat het dan wél lukt om in ieder geval van een deel van de temperatuurgegevens mee te nemen. Voor een aantal gebouwen is nu namelijk geregeld dat de temperaturen op verschillende plekken worden gemeten, geregistreerd en opgeslagen, zodat ze vervolgens geanalyseerd kunnen worden. De nieuwe enquête is volgens hen belangrijk om een beter beeld te vormen van het draagvlak, ook na ruim een jaar. Van Leeuwen: ‘Wat medewerkers vinden en vervolgens doen, leggen we dan naast de werkelijke besparing van energie die het beleid oplevert.’ Want wat wel duidelijk is: het draait om de balans tussen besparing en ervaring.