Diagnostiek Blauwtong – veelgestelde vragen
In Nederland is de aanwezigheid van blauwtongvirus serotype 3 en 12 vastgesteld. De diagnostiek vindt plaats bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, onderdeel van Wageningen University & Research), het Nationaal Referentielaboratorium voor blauwtong. Over de diagnostiek worden veel vragen gesteld. Het antwoord op veel gestelde vragen leest u op deze pagina.
Hoe werkt de blauwtongdiagnostiek?
In de reguliere diagnostiek test WBVR de ingestuurde monsters op de aanwezigheid van genetisch materiaal van het blauwtongvirus. Dit kan met een specifieke PCR waarbij er onderzocht wordt of een klein stukje van het genoom aanwezig is in het monster (of niet). We kunnen ook de gehele genetische code vaststellen van het virus met behulp van whole genome sequencing.
Welke testen worden daarbij gebruikt?
Voor het aantonen van een blauwtonginfectie zijn verschillende testmethodes beschikbaar. WBVR gebruikt: de Polymerase Chain Reaction (PCR), enzyme-linked immunosorbent assay (ELISA) en whole genome sequencing.
Hoe werkt PCR en wat wordt daarmee aangetoond?
PCR wordt toegepast om een actieve blauwtonginfectie aan te tonen. De brede blauwtong PCR toont alleen aan dat het dier op dat moment een blauwtonginfectie doormaakt. Deze PCR-analyse toont GEEN specifieke serotype van de blauwtonginfectie aan.
Hoe werkt ELISA bij een blauwtonginfectie?
ELISA kan worden gedaan om te onderzoeken of een dier antistoffen heeft aangemaakt tegen het blauwtongvirus. In deze test kan GEEN onderscheid gemaakt worden tussen serotypes (BTV heeft 36 verschillende serotypen, waarvan 24 vector overdraagbaar en meldingsplichtig). Een dier met een goed werkend immuunsysteem maakt antistoffen aan als het een infectie heeft doorgemaakt of als het dier is gevaccineerd.
Wat is Whole Genome Sequencing en hoe werkt dat bij blauwtong?
Whole Genome Sequencing (WGS) is een laboratoriumanalyse om de hele genetische kaart van een organisme in kaart te brengen. Deze techniek wordt ingezet om onbekende ziekteverwekkers in kaart te brengen of om te onderzoeken welk serotype van een bekende ziekteverwekker aanwezig is bij zieke dieren.
De uitslag van een WGS-analyse is binnen enkele werkdagen beschikbaar. De uitkomsten van de WGS worden vergeleken met de genetische code van andere blauwtongvirussen. Hiervoor maakt WBVR gebruik van openbare databases. Door de verschillende codes onderling te vergelijken kan het serotype worden vastgesteld. In Nederland is op deze manier in september 2023 serotype 3 vastgesteld en in oktober 2024 serotype 12.
Nadat WBVR als Nationaal Referentie Laboratorium het serotype heeft bepaald, worden de monsters opgestuurd naar het Europese Referentie Laboratorium voor blauwtong in Madrid. Pas wanneer zij dezelfde uitkomsten vinden als het Nationaal Referentie Laboratorium, staat het serotype dat is gevonden vast.
VNT
Het serotype van blauwtongvirus kan ook worden vastgesteld met behulp van zogenoemde virusneutralisatietesten (VNTs). In deze test worden antilichamen gebruikt die specifiek gericht zijn tegen een serotype. Het blauwtongvirus kent 24 meldingsplichtige serotypen. Dat betekent dat de VNT in de praktijk minimaal 24 keer per monster moet worden ingezet; een test per meldingsplichtig serotype. Dit is een tijdrovend proces, vandaar dat WGS wordt gekozen bij serotypering.
Hoe lang duurt het voordat een uitslag bekend is?
PCR-analyses hebben een gemiddelde doorlooptijd van 4 tot 7 dagen. Deze doorlooptijd wordt bepaald door bepaald door de aantallen monster én door het feit dat de positieve monsters twee keer worden getest. Alle testen worden op werkdagen tijdens kantooruren uitgevoerd.
Tonen PCR of ELISA aan welk serotype in een monster zit?
Met de ELISA-test kan geen serotype worden bepaald voor het blauwtongvirus. Met een serotype specifieke PCR en met whole genome sequencing kan het serotype wel bepaald worden.
Hoe weet ik of mijn dieren BTV3 of BTV12 hebben?
Op basis van de brede PCR-test die op dit moment wordt gedaan, kan WBVR geen uitspraken doen over het serotype waarmee dieren zijn geïnfecteerd. Daarvoor is aanvullend onderzoek nodig met een serotype-specifieke PCR of met whole genome sequencing.
Waarom wordt niet van elk monster het serotype bepaald?
Alle monsters worden onderworpen aan de algemene, brede PCR-test, die uitwijst of het blauwtongvirus wel of niet aanwezig is. Het is nu (nog) niet mogelijk om elk monster te testen op specifieke serotypes.
WBVR streeft ernaar de specifieke PCR-test voor serotypering van het blauwtong onderdeel te maken van de reguliere diagnostiek. Daarvoor wordt nu gewerkt aan het opzetten van een specifieke PCR voor de serotypes 3 en 12. Voordat deze kunnen en mogen worden gebruikt, moeten eerst de kwaliteit en betrouwbaarheid ervan worden vastgesteld. Pas wanneer deze PCR-testen zijn gevalideerd, zullen ze ook onderdeel worden van de standaard analyseprocedure.
Zodra specifieke PCR’s voor serotype 3 en 12 beschikbaar zijn, bestaat de blauwtonganalyse uit twee stappen. In de eerste test wordt met de brede PCR-test bepaald of er blauwtongvirus aanwezig is. Wanneer die test positief is – het virus is aanwezig −, volgt de tweede stap, de specifieke PCR voor serotype 3 en 12. Deze analyse wijst uit welk van de beide serotypen in het monster aanwezig is. Mocht de test een negatieve uitslag geven, dan kan dat indicatief zijn voor de aanwezigheid van nog weer een ander serotype van het blauwtongvirus. Dat zal reden zijn voor verder onderzoek, bijvoorbeeld met whole genome sequencing.
Kan ik mijn ingestuurde monster laten onderzoeken op serotype 12?
De standaardprocedure voor blauwtonganalyse is een PCR-test. Deze maakt geen onderscheid tussen de serotypes van het virus. De test bevestigt uitsluitend dat het blauwtongvirus aanwezig is. Aan een blauwtongserotype 12 specifieke PCR wordt gewerkt; deze moet eerst een traject door waarbij de kwaliteit ervan wordt vastgesteld en gegarandeerd.
Tot die tijd biedt alleen whole genome sequencing uitkomst bij het vaststellen van het serotype. Dit is een kostbare test: € 3900 voor 1 tot 3 monsters
Kunnen jullie onderscheid maken tussen serotype 3 en 12 bij de ingestuurde monsters?
WBVR kan in aanvullend onderzoek serotypering doen en aantonen welk serotype in een monster zit. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van whole genome sequencing, het bepalen van de volgorde van het genetisch materiaal van het virus. Dit is geen standaardprocedure.
Op termijn verwachten we via een serotypespecifieke PCR te kunnen vaststellen of een monster BTV serotype 3 of 12 bevat. Tot die tijd biedt alleen whole genome sequencing uitkomst bij het vaststellen van het serotype. Dit is een kostbare test: € 3900 voor 1 tot 3 monsters.
Hoe hebben jullie serotype 12 ontdekt?
Een oplettende dierenarts van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) bezocht een ramlam met verschijnselen die passen bij een blauwtonginfectie. Dit dier bleek twee keer gevaccineerd te zijn tegen blauwtong serotype 3. Deze combinatie van factoren was voor de dierenarts aanleiding om een bloedmonster in te sturen. Op zijn verzoek is er bij dit monster aanvullend onderzoek gedaan naar het serotype. Dat monster was positief voor blauwtong in de algemene, brede PCR-test, maar negatief in de serotype 3-specifieke PCR. Vervolgens is het monster onderworpen aan whole genome sequencing. Uit de analyse van de resultaten bleek dat bij dit dier serotype 12 aanwezig was.
Welke gevolgen heeft de aanwezigheid van een nieuw serotype voor de blauwtongtest?
Nu het bekend is dat serotype 12 in Nederland aanwezig is, moeten toekomstige monsters op de aanwezigheid hiervan kunnen worden getest. Daarvoor wordt bij WBVR een serotype 12 specifieke PCR-test opgezet. Voordat deze kan en mag worden ingezet, moet de kwaliteit ervan eerst worden vastgesteld en gegarandeerd. Pas als de test aan deze voorwaarden voldoet en dit is gevalideerd, kan deze aanvullende test onderdeel worden van de reguliere diagnostiek.
Wat wordt er nu gedaan om serotype 12 in kaart te brengen?
In opdracht van het ministerie van LVVN wordt zogenoemd retrospectief onderzoek uitgevoerd. Dat betekent dat de monsters van dieren met klinische verschijnselen die ingestuurd zijn in de maanden september en oktober, opnieuw worden onderzocht. De monsters die positief waren op aanwezigheid van het blauwtongvirus worden allemaal getest op de serotype 3 specifieke PCR; deze PCR-test heeft momenteel nog een onderzoekstatus. Monsters die negatief zijn voor deze specifieke serotype 3 PCR, worden verder onderzocht.
Hoe weet ik of mijn dieren zijn besmet met serotype 3 of 12?
De standaard PCR analyse van diagnostiek is gericht op het aantonen van het genetisch materiaal van alle blauwtongvirussen en geeft geen inzicht in welk serotype aanwezig is in het monster.
Kunnen jullie iets zeggen over de verspreiding van serotype 12 in vergelijking met serotype 3?
Tot nu toe zijn er slechts enkele gevallen van serotype 12 vastgesteld. Het onderzoek dat momenteel plaatsvindt in opdracht van het ministerie van LVVN moet meer inzicht geven in de verspreiding van dit serotype.
Wat is de verwachting van het verloop van de blauwtongbesmettingen?
Op dit moment zien we dat het aantal monsters van klinische verdenkingen dat wordt ingestuurd voor blauwtonganalyse stabiliseert. De temperaturen beginnen licht te dalen en daarmee vermindert ook de activiteit van de knutten, de bijtvliegjes die het virus overbrengen. De temperatuurdaling is echter nog niet genoeg om de virusverspreiding echt te onderdrukken. De komende weken verwachten we dat het aantal besmettingen vergelijkbaar zal blijven. Een verdere daling vindt pas plaats als de temperaturen overdag ook onder de 10 graden ligt.
Sommige landen stellen aanvullende eisen op een exportcertificaat, onder andere serotypering als het gaat om de blauwtongvrij verklaring. Kunnen jullie dat specifiek op de uitslag vermelden?
Een PCR-uitslag die negatief is voor blauwtongvirus, is negatief voor alle serotypes. Deze dieren zijn blauwtongvrij en mogen dus worden geëxporteerd. WBVR streeft er naar om de bevestigingsanalyse uit te voeren met een serotype 3 en 12 specifieke PCR. Dit kan pas worden gedaan op het moment dat deze testen zijn geoptimaliseerd en gevalideerd. De verwachting is dat dit pas in de loop van 2025 het geval zal zijn.
Op het uitslagrapport staat ‘BTV03’ en ‘BTV10’. Betekent dit dat zowel BTV serotype 3 als 10 is aangetoond in het ingezonden bloedmonster?
Onze blauwtong PCR is blauwtong-breed. Op basis van PCR-analyse wordt uitsluitend vastgesteld dat genetisch materiaal van het blauwtongvirus aanwezig is in het monster, deze analyse maakt echter geen serotypering mogelijk. De letters en nummers BTV03 en BTV10 op het uitslagrapport refereren naar productcodes die worden gehanteerd, niet naar de serotypering van het virus. De productcodes op het uitslagformulier worden toegevoegd om te laten zien om welke test het gaat. Ter toelichting: BTV03 staat voor “BTV-PCR” en heeft altijd als uitslag ‘-’ als het virus niet is gevonden, of ‘CONF’ als er wel blauwtong virus is aangetoond. Vervolgens wordt het monster bevestigd (= voor een tweede keer geanalyseerd); daarvoor staat de productcode BTV10 (BTV PCR CONF). Hier kan de uitslag van zijn “Niet aangetoond” bij afwezigheid van het virus of “Aangetoond” als het virus wel opnieuw is vastgesteld. Helaas is het momenteel niet mogelijk om de productcodes in het laboratoriummanagementsysteem aan te passen.