Nieuws
Roggen en haaien: meer inzicht in overleving, verspreiding en migratie
Er komen zeventien soorten haaien en roggen in de Noordzee voor, ook langs de Nederlandse kusten. Beroeps- en sportvissers zien deze soorten weleens in de vangst, maar er is verder weinig bekend over deze unieke dieren. Daar brengt een consortium van wetenschappers, vissers, beleidsmakers en natuurorganisaties nu verandering in.
Dat doen de onderzoekers door haaien en roggen van zendertjes te voorzien. Met de zendertjes worden gegevens verzameld en wordt meer inzicht verkregen in de overleving, verspreiding en migratie.
Haaien en roggen als informatiebron
Haaien en roggen zijn elasmobranchen, dat wil zeggen kraakbeenvissen. Het zijn soorten die over het algemeen lang leven, langzaam groeien en laat geslachtsrijp worden. Daardoor zijn het ook soorten die gevoelig zijn voor visserij, vervuiling en ecologische veranderingen, met name in de paai- en opgroeigebieden. Zowel voor het natuur- als visserijbeheer is meer kennis nodig over de migratie en bestandsgrootte van haaien en roggen. Deze kennis moet leiden tot een wetenschappelijk kader dat de verdere ontwikkeling van effectief natuur- en visserijbeheer onderbouwt.
Het project betreft een samenwerking tussen het ministerie van LNV, Rijkswaterstaat, Wageningen Marine Research, Wageningen Universiteit, Sportvisserij Nederland, het Wereld Natuur Fonds, de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging en VisNed.
De ruimtelijke verspreiding van haaien en roggen kan worden onderzocht op twee niveaus. Allereerst kan op het niveau van het individu worden gekeken naar migratiepatronen. Dat wordt gedaan via het gebruik van zenders. Ten tweede kan met behulp van analyses van ruimtelijke vangstgegevens, maar ook met DNA-analyses, de verspreiding en bestandsgrootte inzichtelijk worden gemaakt per soort. Door deze informatie samen te nemen, ontstaat er een steeds vollediger beeld van de haaien- en roggenpopulaties op de Noordzee en in de Nederlandse kustwateren.
Individuele haaien en roggen volgen
Pop-off satelliet Data Storage Tags (PDST, MiniPats van WildLife Computers) worden ingezet om de individuele migratiepatronen van gevlekte gladde haai, ruwe haai en pijlstaartrog in kaart te brengen. Deze tags worden op de rugvin van de haai geplaatst of in de staartwortel van de rog. De tags meten elke minuut gegevens over temperatuur en diepte. Na een jaar laten deze tags automatisch los van de vis. De tags drijven vervolgens naar het wateroppervlak en zenden alle gegevens uit naar het ARGOS-satellietsysteem.
Met de verkregen gegevens lukt het om het migratiepatroon van het gemerkte dier in de Noordzee te achterhalen. Hiervoor wordt onder andere gebruikgemaakt van dieptekaarten van de zeebodem en van lokale verschillen in de getijdencyclus op de Noordzee. Sinds 2019 zijn er zeventien gevlekte gladde haaien en zes pijlstaartroggen voorzien van een PDST-zender.
Aanvullend op de PDST-tags worden ook andere tags, zogenaamde Data-Storage Tags (DST), ingezet om de individuele migratiepatronen van de gevlekte rog en blonde rog in kaart te brengen. Net zoals bij de PDST registreert de DST op vaste intervallen (tien seconden) de diepte en omgevingstemperatuur. Deze tags zijn geprogrammeerd om na anderhalf jaar los te laten, waarna ze naar het wateroppervlak drijven om meegevoerd te worden naar de kust. In tegenstelling tot PDST worden gegevens op de DST niet via het ARGOS-satellietsysteem verzonden, maar worden de gegevens opgeslagen op de tag. Deze tags moeten dus gevonden en teruggemeld worden door bijvoorbeeld de visserij of via strandwandelaars, zodat de opgeslagen data uitgelezen kan worden.
Sinds augustus 2021 zijn er door een intensieve samenwerking met de beroepsvisserij 26 gevlekte roggen en 25 blonde roggen gemerkt met een DST. Deze wordt aan de staartwortel bevestigd. Inmiddels zijn er acht terugmeldingen verkregen, waarvan zes terugmeldingen van DSTs op het strand werden gevonden door wandelaars. Tot nu toe is de meest opmerkelijke terugmelding de vondst van een DST aan de Deense kust, die afkomstig is van een 85 centimeter grote blonde rog die in augustus werd gezenderd nabij de Engelse kust.
Onderstaande grafiek laat de resultaten zien van een vrouwelijk gevlekte rog, die op 14 september is gemerkt net ten noorden van Ameland en op 3 november is terug-gevangen door vissers in de buurt van de Engelse oostkust, enkele tientallen mijl van Great Yarmouth. In twee maanden heeft deze rog bijna 224 km afgelegd. De grafiek geeft de waterdiepte waarop de rog zich bevond, met bovenaan (de 0-lijn) het zeeoppervlak. Zoals duidelijk te zien is, is de rog zeer actief in haar zwembewegingen door de waterkolom heen. Dergelijk gedrag was voor deze soort nog niet bekend.
Inzichten in populaties met DNA
Op populatieniveau wordt ook getracht om de mogelijke genetische subpopulaties van de gevlekte gladde haai, stekelrog, gevlekte rog en blonde rog in de Noordzee in kaart te brengen. Hiervoor wordt van een groot aantal individuen een klein stukje weefsel (finclip) genomen. Dit stukje weefsel bevat DNA, waar vervolgens het genotype van bepaald wordt. Eventuele subpopulaties worden zichtbaar door de genotypen te vergelijken en te kijken of hierin groepen zichtbaar worden die gescheiden leven in ruimte en tijd. Deze informatie maakt het mogelijk verwantschappen in beeld te brengen en populaties te onderscheiden.
Ook hier is de intensieve samenwerking tussen visserijsector en onderzoek onmisbaar, omdat een groot deel van de DNA-samples verzameld moet worden met behulp van vissersvaartuigen; onderzoeks-vaartuigen en visafslagen.
Tot nu toe zijn DNA-monsters genomen van 864 stekelroggen, 401 blonde roggen en 490 gevlekte roggen. De komende maanden worden meer monsters genomen, en de eerste resultaten worden in het najaar verwacht.
Hoe nu verder?
Het onderzoek zal doorlopen in 2022 en dan is de hoop dat er in het Waddengebied ruwe haaien kunnen worden gemerkt met MiniPats. Het gebied is net als de Oosterschelde een kraamkamer voor haaien en volwassen vrouwelijke exemplaren, alsmede juvenielen worden in het gebied gevangen. Hiernaast worden roggen nog gemerkt met DSTs en worden er monsters voor DNA-analyse genomen. Zo krijgen we de levenscyclus van haaien en roggen steeds beter in beeld.
Dit onderzoek wordt gefinancierd door LIFE IP Deltanatuur, het Wereld Natuur Fonds, Sportvisserij Nederland en Rijkswaterstaat.